Smalbekkikkers[1] (Microhylidae) zijn een familie van kikkers (Anura).[2]
De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Albert Carl Lewis Gotthilf Günther in 1858. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Hylaedactyli gebruikt.
De Microhylidae zijn op drie na de grootste familie van kikkers en padden, en telt 13 onderfamilies, ongeveer 600 verschillende soorten en bijna 60 geslachten. Het verspreidingsgebied is zeer groot en beslaat delen van Noord- en Zuid-Amerika, Azië, Australië en Afrika inclusief het eiland Madagaskar.[3]
Alle soorten blijven klein en zijn bodembewonend of leven in het water. Van sommige soorten is bekend dat ze in bomen leven en hier soms de eieren afzetten. Dergelijke soorten hebben vaak hechtschijfjes aan de tenen en vingers.
Er zijn maar weinig opvallende kenmerken die alle soorten hebben, zo hebben de kikkervisjes geen harde monddelen zoals bij de meeste soorten kikkers en padden. Sommige soorten zijn erg plomp en hebben korte pootjes. De mannetjes van dergelijke soorten hebben te korte voorpoten om een vrouwtje vast te grijpen voor de amplexus. Ze lijmen hiertoe hun lichaam tegen die van het vrouwtje middels een huidafscheiding. Zo blijft een koppeltje tegen elkaar plakken.[4]
Smalbekkikkers zijn nauw verwant aan de echte kikkers (Ranidae). Een aantal soorten die lange tijd tot de familie Microhylidae behoorden, worden tegenwoordig tot andere families gerekend, zoals het blaasoppie (tegenwoordig familie Calyptocephalellidae). De familie Microhylidae heeft met dertien onderfamilies het grootste aantal van alle amfibieën.
Familie Microhylidae
Smalbekkikkers (Microhylidae) zijn een familie van kikkers (Anura).