Rondwormen (Nematoda) zijn een grote groep (stam) van zeer algemeen voorkomende wormen. Er zijn meer dan 25.000 beschreven soorten. Ook de aaltjes behoren tot de nematoden. Nematologie is de wetenschap die de nematoden bestudeert. De term nematoda komt uit het Grieks en betekent “draad-achtig”.
Veel nematoden leven in de bodem van dode organische stof. Andere soorten leven als parasiet en veroorzaken plantenziekten zoals aardappelmoeheid of zitten in het darmkanaal van zoogdieren zoals de spoelwormen of de aarswormpjes en worden in het laatste geval dan vaak als draadworm aangeduid.
Sommige nematoden kunnen wel 8 meter lang worden (Placentonema gigantissima),[1][2] maar de meeste nematoden zijn voor het blote oog onzichtbaar. Ze zijn dan hooguit 1 mm lang en zeer smal. Per m² bodem kunnen wel een miljoen aaltjes leven. Ze komen overal voor.
Aaltjes worden ook toegepast als natuurlijke vijanden van plaaginsecten of naaktslakken.
Aaltjes kunnen aangetast worden door onder andere nematofage schimmels, virussen, sporozoën, amoeben, ciliaten, tardigraden, colembolen, oligochaeten en bacteriën.[3]
De soort Caenorhabditis elegans wordt gebruikt als modelorganisme. Het was de eerste meercellige eukaryoot waarvan het genoom volledig in kaart werd gebracht.[4]
Rondwormen zijn ongesegmenteerde, tweezijdig symmetrische, oermondige dieren met een compleet spijsverteringsstelsel. Ze behoren daarmee tot de meest eenvoudige dieren die toch een compleet verteringsstelsel hebben. Ze hebben geen hart- en vaatstelsel of ademhalingsstelsel en zijn dus aangewezen op diffusie om zuurstof binnen te krijgen en te transporteren.[5]
De dwarsdoorsnede van rondwormen is rond. De lichaamsholte is een pseudocoeloom waarin vocht zit, dat helpt voedingsstoffen en zuurstof te verspreiden. Hun huid is bedekt met een cuticulum dat tegen uitdrogen beschermt. Hoewel dit cuticulum beweging en beperkte vormveranderingen toestaat groeit het niet mee en rondwormen moeten dan ook als ze groeien regelmatig vervellen.
Rondwormen hebben een simpel zenuwstelsel dat uit twee banen bestaat. De zenuwbaan aan de rugzijde is groter dan die aan de buikzijde. De strengen worden aan de voorkant en soms ook richting uiteinde met elkaar verbonden door dwarsverbindingen.[6]
De meeste rondwormen eten bacteriën, schimmels en protozoa. Rondwormen die zelfstandig leven zijn grotendeels alleen door een microscoop zichtbaar, maar parasitaire rondwormen kunnen veel groter worden.
Over de systematiek van de nematoden bestaat geen consensus. De hier gepresenteerde indeling in twee klassen is de meest traditionele.[7] Volgens moleculair genetisch onderzoek[8][9] bestaan er vier clades. De klasse Adenophorea is geen monofyletische groep. De klasse Secernentea vormt wel een natuurlijke groep met een gemeenschappelijke voorouder, maar de verdeling in onderklassen staat ter discussie. In het cladogram hieronder wordt deze klasse in drie clades gesplitst, waarbij weer één clade uit twee subclades bestaat. Hier blijkt dat groepen uit de orde Rhabditida over deze beide subclades zijn verdeeld, dus vormt deze orde geen monofyletische groep.
De families uit de orde Camallanida worden nu meestal beschouwd als families uit de orde Spirurida.
De huidige inzichten in de systematiek van de nematoden zijn verwerkt in het onderstaand cladogram, dat is ontleend aan het Tree of Life-project.[11]
NEMATODENSpirurida (waarin opgenomen Camallanida)
Cephalobidae (familie uit de oude stijl-orde Rhabditida)
Strongyloididae (familie uit de oude stijl-orde Rhabditida)
Steinernematidae (familie uit de oude stijl-orde Rhabditida)
Panagrolaimidae (familie uit de oude stijl-orde Rhabditida)
Rondwormen (Nematoda) zijn een grote groep (stam) van zeer algemeen voorkomende wormen. Er zijn meer dan 25.000 beschreven soorten. Ook de aaltjes behoren tot de nematoden. Nematologie is de wetenschap die de nematoden bestudeert. De term nematoda komt uit het Grieks en betekent “draad-achtig”.
Veel nematoden leven in de bodem van dode organische stof. Andere soorten leven als parasiet en veroorzaken plantenziekten zoals aardappelmoeheid of zitten in het darmkanaal van zoogdieren zoals de spoelwormen of de aarswormpjes en worden in het laatste geval dan vaak als draadworm aangeduid.
Sommige nematoden kunnen wel 8 meter lang worden (Placentonema gigantissima), maar de meeste nematoden zijn voor het blote oog onzichtbaar. Ze zijn dan hooguit 1 mm lang en zeer smal. Per m² bodem kunnen wel een miljoen aaltjes leven. Ze komen overal voor.
Aaltjes worden ook toegepast als natuurlijke vijanden van plaaginsecten of naaktslakken.
Aaltjes kunnen aangetast worden door onder andere nematofage schimmels, virussen, sporozoën, amoeben, ciliaten, tardigraden, colembolen, oligochaeten en bacteriën.
De soort Caenorhabditis elegans wordt gebruikt als modelorganisme. Het was de eerste meercellige eukaryoot waarvan het genoom volledig in kaart werd gebracht.