De grote geelkopgier (Cathartes melambrotus) is een roofvogel van de familie Cathartidae.
Het zijn grote vogels die met de vleugels gespreid tot 178 centimeter kunnen meten. Hun lichaam wordt tot 75 centimeter lang. Het is met zwarte veren bekleed en heeft een groene en paarse glans. De kop is kaal en is geel tot lichtoranje van kleur. Hun staart is rond en lang en komt voorbij de vleugels. De ogen van deze vogels zijn rood van kleur. Tegenover de kleine geelkopgier is hun staart langer en breder. Hun veren zijn ook donkerder terwijl bij de kleine geelkopgier de veren meer bruin zijn. Ze hebben wel een dikke snavel die vleeskleurig is.
De gieren leven van aas en kunnen dode dieren al van heel ver ruiken of zien.[2] Toch zijn ze zelf niet sterk genoeg om grote dieren open te krijgen. Daarvoor wachten ze op de koningsgieren. Ze zweven op warme lucht om omhoog te blijven. Daarvoor moeten ze dus weinig moeite doen.
Hun nest maken ze op een vlakke ondergrond in grotten of uitsteeksels op de rotsen. De 2 eieren zijn bleek met bruine vlekken. De jongen in het nest worden gevoed door eten op te braken. Na twee maanden vliegen ze uit.
Deze soort komt voor in het Zuid-Amerikaanse Amazonegebied.
De grote geelkopgier (Cathartes melambrotus) is een roofvogel van de familie Cathartidae.