الأسماء في صفحات التنقل
Coriomeris denticulatus ist eine Wanze aus der Familie der Randwanzen (Coreidae).
Die Wanzen werden 8,0 bis 9,5 Millimeter lang.[1] Sie sind rötlich braun gefärbt und charakteristisch, insbesondere am Pronotum, den Beinen und Fühlern beborstet. Die Seitenränder des Pronotums sind mit weißen Dornen bedeckt, die alle eine schwarze Spitze haben.[2]
Die Art ist in Europa vom gesamten Mittelmeerraum nordwärts, mit Ausnahme des Nordens der Britischen Inseln und des Nordens Skandinaviens verbreitet. Östlich erstreckt sich das Verbreitungsgebiet bis in den Fernen Osten. In Mitteleuropa ist sie die häufigste Art der Gattung Coriomeris, sie ist weit verbreitet und nicht selten. Im Süden ist sie viel häufiger als im nördlichen Tiefland.[1] In Großbritannien ist sie im Süden verbreitet und tritt nördlich bis Yorkshire auf.[2] Besiedelt werden trockene, warme, offene Lebensräume.[1]
Die Tiere leben an Hülsenfrüchtlern (Fabaceae). Die Nymphen halten sich fast ausnahmslos am Boden auf, die Imagines fliegen bei warmen Wetter gerne umher und sind dann häufig in der Krautschicht zu finden. Die Imagines überwintern, zumindest in Osteuropa überwintern auch die Nymphen. Ab Ende April treten die ersten Überwinterer wieder auf. Die Weibchen legen ihre Eier ab Mai bis Juli einzeln an und unter den Nahrungspflanzen ab. Die Nymphen treten von Juni bis August auf, die adulten Tiere der neuen Generation findet man ab Ende Juli oder August. Frisch gehäutete Imagines kann man bis in den September hinein beobachten.[1]
Coriomeris denticulatus ist eine Wanze aus der Familie der Randwanzen (Coreidae).
Coriomeris denticulatus est une espèce d'insectes hémiptères du sous-ordre des hétéroptères (punaises), de la famille des Coreidae, de la sous-famille des Pseudophloeinae, et de la tribu des Pseudophloeini.
Petite punaise brunâtre longue de 8,5 à 10 mm dont le corps est couvert de petites épines et dont le bord antérieur latéral du pronotum est garni de 10 à 12 grandes dents très rapprochées. Les antennes aux soies courtes sont constituées de 4 articles, le 3e de même longueur que le 2e. Fémurs postérieurs munis de 2 grandes dents et de petites, fémurs antérieurs et médians non dentés[1].
Coriomeris denticulatus se trouve sur des sols secs, bien drainés où poussent des fabacées (légumineuses)[2].
Coriomeris denticulatus est une espèce d'insectes hémiptères du sous-ordre des hétéroptères (punaises), de la famille des Coreidae, de la sous-famille des Pseudophloeinae, et de la tribu des Pseudophloeini.
De bruine getande randwants (Coriomeris denticulatus) is een wants uit de familie randwantsen (Coreidae).
De bruine getande randwants is roodachtig bruin van kleur en heeft borstelharen. Vooral op het halsschild, maar ook op poten en voelsprieten. De randen van het halsschild zijn bedekt met witte tanden. Op het onderste deel van de dijen van de achterpoten zijn twee grote en een aantal kleinere tanden. Hij lijkt veel op de grijsbruine getande randwants (Coriomeris scabricornis). Die zijn echter grijsbruin tot donkerbruin. De lengte is 8 – 9,5 mm.
De soort wordt aangetroffen in Europa. In het zuiden is hij algemener dan in het noorden. Hij heeft een voorkeur voor een droog, warm, open leefgebied.
De dieren leven op verschillende planten uit de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae), De volwassen wants overwintert. In Oost-Europa kan ook de nimf overwinteren. De nimfen zijn vooral op de bodem te vinden. De nieuwe volwassen generatie verschijnt in augustus.
De bruine getande randwants (Coriomeris denticulatus) is een wants uit de familie randwantsen (Coreidae).
