De kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) is een familie van tweezaadlobbige planten.
Het zijn heesters of lianen, zelden kruidachtige planten. De bladen zijn tegenoverstaand of zelden in 3-tallige kransen, meestal afvallend, enkelvoudig of samengesteld, met of zonder steunblaadjes. De bloeiwijze bestaat uit een tros of bijscherm, soms in de vorm van een tuil of hoofdje. De bloemen zijn tweeslachtig, straalsgewijs of tweezijdig symmetrisch. Kelk met (4-)5 tanden. De bloemkroon is vergroeidbladig, met (4-)5 lobben, soms 2-lippig. De bloemen hebben 4 tot 5 meeldraden, afwisselend met de kroonslippen en op de kroonbuis ingeplant. Er zijn 2 tot 5 vergroeide vruchtbladen. Het vruchtbeginsel is onderstandig, met 1-5 hokken; 1 stijl, soms zeer kort; placentatie hoekstandig. Vrucht: een bes of steenvrucht.
Een dergelijke familie is universeel erkend door systemen van plantentaxonomie. Wel is het zo dat de omschrijving van de familie aanzienlijk kan wisselen.
Ook het APG-systeem (1998) en het APG II-systeem (2003) erkennen deze familie. Hierbij staat APG II twee mogelijke omschrijvingen toe:
Deze tweede mogelijkheid is de keuze van de 23e druk van de Heukels, zodat deze familie aldaar heel groot is.
De familie telt ca. 400 soorten, vooral in het noordelijk halfrond, maar ook in de Andes en Maleisië.
In Nederland komen de volgende geslachten (lid van de familie in brede zin) voor:
In parken en tuinen treft men vaak soorten of rassen van het geslacht Weigela aan.
Ook de volgende soorten behoren tot de Caprifoliaceae:
Lonicera periclymenum
Wilde kamperfoelie
Symphoricarpos albus
Sneeuwbes
Viburnum opulus
Gelderse roos
De kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) is een familie van tweezaadlobbige planten.
Het zijn heesters of lianen, zelden kruidachtige planten. De bladen zijn tegenoverstaand of zelden in 3-tallige kransen, meestal afvallend, enkelvoudig of samengesteld, met of zonder steunblaadjes. De bloeiwijze bestaat uit een tros of bijscherm, soms in de vorm van een tuil of hoofdje. De bloemen zijn tweeslachtig, straalsgewijs of tweezijdig symmetrisch. Kelk met (4-)5 tanden. De bloemkroon is vergroeidbladig, met (4-)5 lobben, soms 2-lippig. De bloemen hebben 4 tot 5 meeldraden, afwisselend met de kroonslippen en op de kroonbuis ingeplant. Er zijn 2 tot 5 vergroeide vruchtbladen. Het vruchtbeginsel is onderstandig, met 1-5 hokken; 1 stijl, soms zeer kort; placentatie hoekstandig. Vrucht: een bes of steenvrucht.