Rubus spectabilis (lat. Rubus spectabilis) - gülçiçəyikimilər fəsiləsinin moruq cinsinə aid bitki növü.
Rubus spectabilis (lat. Rubus spectabilis) - gülçiçəyikimilər fəsiləsinin moruq cinsinə aid bitki növü.
Rubus spectabilis (en anglès: Salmonberry) és una espècie del gènere Rubus nativa de la costa oest de Nord-amèrica des d'Alaska a Califòrnia.
És un arbust d'1 a 4 m d'alt, amb tiges llenyoses perennes. Les fulles són trifoliades, de 7–22 cm de llarg. Les flors fan 2–3 cm de diàmetre, amb cinc pètals prorpra. El fruit madura al final de l'estiu i al principi de la tardor i sembla un gerd gros taronja o groc ambmoltes petites drupes.[1][2]
Els fruits són una mica insípids i milloren preparats en melmelada i altres formes cuinades.
Els indígenes americans la incorporaven com única fruita al pemmican.
Es cultiva com planta ornamental per les seves flors. Hi ha cultivars ornamentals com 'Olympic Double' o 'Olympic'. [3][4][5]
S'ha naturalitzat a parts d'Europa.[6][7]
Es multiplica amb facilitat per esqueixos, tros de rizoma. Les llavors també germinen bé.
Rubus spectabilis (en anglès: Salmonberry) és una espècie del gènere Rubus nativa de la costa oest de Nord-amèrica des d'Alaska a Califòrnia.
És un arbust d'1 a 4 m d'alt, amb tiges llenyoses perennes. Les fulles són trifoliades, de 7–22 cm de llarg. Les flors fan 2–3 cm de diàmetre, amb cinc pètals prorpra. El fruit madura al final de l'estiu i al principi de la tardor i sembla un gerd gros taronja o groc ambmoltes petites drupes.
Planhigyn blodeuol sy'n frodorol o Hemisffer y Gogledd yw Miaren oren sy'n enw benywaidd. Mae'n perthyn i'r teulu Rosaceae. Yr enw gwyddonol (Lladin) yw Rubus spectabilis a'r enw Saesneg yw Salmonberry.[1] Ceir enwau Cymraeg eraill ar y planhigyn hwn gan gynnwys Mwyaren Oren.
Mae'r teulu Rosaceae yn perthyn i'r genws Rosa (rhosyn) fel ag y mae'r cotoneaster a'r eirinen. Prif nodwedd y teulu yw ei ffrwythau amrywiol a phwysig i economi gwledydd.[2] Ceir 5 sepal, 5 petal ac mae'r briger wedi'u gosod mewn sbeiral sy'n ffurfio llestr tebyg i gwpan o'r enw hypanthiwm.
Planhigyn blodeuol sy'n frodorol o Hemisffer y Gogledd yw Miaren oren sy'n enw benywaidd. Mae'n perthyn i'r teulu Rosaceae. Yr enw gwyddonol (Lladin) yw Rubus spectabilis a'r enw Saesneg yw Salmonberry. Ceir enwau Cymraeg eraill ar y planhigyn hwn gan gynnwys Mwyaren Oren.
Mae'r teulu Rosaceae yn perthyn i'r genws Rosa (rhosyn) fel ag y mae'r cotoneaster a'r eirinen. Prif nodwedd y teulu yw ei ffrwythau amrywiol a phwysig i economi gwledydd. Ceir 5 sepal, 5 petal ac mae'r briger wedi'u gosod mewn sbeiral sy'n ffurfio llestr tebyg i gwpan o'r enw hypanthiwm.
Laksebær (Rubus spectabilis) er en løvfældende busk med en opret til overhængende vækst. Arten er hjemmehørende i Nordamerika, men har spredt sig til flere andre steder i verden. Bærrene er spiselige.
Barken er først lysegrøn og tæt besat med børsteagtige torne. Senere bliver den lysegrå, og gamle grene får en brunligt-grå, opsprækkende bark. Knopperne er spredtstillede, ægformede og rødbrune. Bladene er trekoblede, hvor endebladet er tydeligt størst. Bladranden er uregelmæssigt tandet. Oversiden er rynket på grund af nedsænkede bladribber, blank og græsgrøn, mens undersiden er noget lysere med svagt tornede bladribber.
Blomstringen sker i maj-juni, hvor man finder blomsterne 1-3 sammen på dværgskud fra bladhjørnerne. Blomsterne er 5-tallige og regelmæssige med purpurrøde kronblade og talrige støvdragere. Frugten er en gul til rød (laksefarvet) samlefrugt med mange stenfrugter.
Rodnettet er vidt udbredt og højtliggende. Der dannes ofte rodskud.
Højde x bredde og årlig tilvækst: 1,50 x 1,50 m (25 x 25 cm/år). I hjemlandet bliver busken dog væsentligt større.
Arten er naturligt forekommende i langs Nordamerikas stillehavskyst, dvs. i Alaska, British Columbia, washington, Oregon og Californien, hvor den forekommer kystnært i blandede nåle- og løvskove på fugtig bund langs søer og vandløb. Arten er desuden naturaliseret i Storbritannien, Irland og på Færøerne. Planten vokser også vildt flere steder i Danmark. [1]
I forskningsområdet Yurok Research Natural Area, Californien, USA, vokser arten i rødtræ-skovene tæt på kysten sammen med bl.a. amerikansk jordbærtræ, blodribs, busket bjergte, grøn douglasgran, kæmpeløn, lawsoncypres, næbhassel, oregonel, Rhododendron macrophyllum, rødtræ, sitkagran, Vaccinium parviflorum (en art af Bølle), vestamerikansk hemlock og vestamerikansk mahonie[2]
Laksebær (Rubus spectabilis) er en løvfældende busk med en opret til overhængende vækst. Arten er hjemmehørende i Nordamerika, men har spredt sig til flere andre steder i verden. Bærrene er spiselige.
Alaskanvatukka (Rubus spectabilis) on vadelman sukuinen kasvi. Se kasvaa 1-4 m korkeaksi. Lehdet ovat kolmilehdykkäiset, 7-22 cm leveät. Kukat ovat punaiset tai punavioletit, marjat ovat kellanpunaiset tai oranssit, vadelman muotoiset ja noin 2 cm leveät.[1]
Laji elää luonnonvaraisena Pohjois-Amerikan länsiosassa Alaskaa myöten.[2][3]
Alaskanvatukasta on jalostettu lajikkeita myös koristekasveiksi, joita kasvatetaan kukkiensa tähden.[4] Marjat ovat syötäviä, oranssit paremman makuisia kuin punaiset. Niissä on paljon C-vitamiinia.[5]
Alaskanvatukka (Rubus spectabilis) on vadelman sukuinen kasvi. Se kasvaa 1-4 m korkeaksi. Lehdet ovat kolmilehdykkäiset, 7-22 cm leveät. Kukat ovat punaiset tai punavioletit, marjat ovat kellanpunaiset tai oranssit, vadelman muotoiset ja noin 2 cm leveät.
Laji elää luonnonvaraisena Pohjois-Amerikan länsiosassa Alaskaa myöten.
Alaskanvatukasta on jalostettu lajikkeita myös koristekasveiksi, joita kasvatetaan kukkiensa tähden. Marjat ovat syötäviä, oranssit paremman makuisia kuin punaiset. Niissä on paljon C-vitamiinia.
Pyšny ćernjowc (Rubus spectabilis) je kerk ze swójby róžowych rostlinow (Rosaceae).
Pyšny ćernjowc (Rubus spectabilis) je kerk ze swójby róžowych rostlinow (Rosaceae).
Laxaber eða laxaklungur (fræðiheiti Rubus spectabilis) er runni af rósaætt.
Laxaber eða laxaklungur (fræðiheiti Rubus spectabilis) er runni af rósaætt.
De prachtframboos (Rubus spectabilis) is een zachtfruitsoort, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae).
De prachtframboos komt van nature voor in de bossen en langs de rivieren van de kuststreken van Alaska tot Noord-Californië. De planten vormen vaak op open plekken tussen Amerikaanse elzen (Alnus rubra) een dicht struikgewas. De oorspronkelijk uit Noord-Amerika afkomstige prachtframboos komt ook in Nederland voor, in parken en in buitenplaatsen, zij het dat de plant hier zeldzaam is. De plant wordt ook aangeplant.
De vaste plant heeft tweejarige stengels, die 1-2 m lang kunnen worden en na de vruchtdracht afsterven. Nieuwe stengels ontstaan uit grondscheuten. De stengels zijn bezet met stekels en oudere stengels verkleuren oranje tot goudbruin. De van onderen groene bladeren zijn drietallig en hebben aan de voet van de bladsteel met de steel vergroeide steunblaadjes. De blaadjes zijn grof gezaagd tot veerspletig.
De prachtframboos bloeit van maart tot in mei met helderpaarsachtig rode, 2,5-3 cm grote, geurende bloemen. De kroonbladeren zijn langer dan de kelk.
De vruchten zijn twee maal zo groot als die van de framboos (Rubus idaeus). De vruchten kunnen rood, geel, oranje of oranjerood zijn en goed rijpe vruchten worden plaatselijk gebruikt voor het maken van jam, snoepgoed, gelatinepudding en vruchtenwijn. De vruchten kunnen afhankelijk van de herkomst verschillend smaken van flauw tot zoet en zijn soms bitter. Voor de oorspronkelijke bevolking in Noord-Amerika vormen ze nog steeds een belangrijk voedsel.
De jonge scheuten kunnen gegeten worden als asperges.
De prachtframboos (Rubus spectabilis) is een zachtfruitsoort, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae).
De prachtframboos komt van nature voor in de bossen en langs de rivieren van de kuststreken van Alaska tot Noord-Californië. De planten vormen vaak op open plekken tussen Amerikaanse elzen (Alnus rubra) een dicht struikgewas. De oorspronkelijk uit Noord-Amerika afkomstige prachtframboos komt ook in Nederland voor, in parken en in buitenplaatsen, zij het dat de plant hier zeldzaam is. De plant wordt ook aangeplant.
De vaste plant heeft tweejarige stengels, die 1-2 m lang kunnen worden en na de vruchtdracht afsterven. Nieuwe stengels ontstaan uit grondscheuten. De stengels zijn bezet met stekels en oudere stengels verkleuren oranje tot goudbruin. De van onderen groene bladeren zijn drietallig en hebben aan de voet van de bladsteel met de steel vergroeide steunblaadjes. De blaadjes zijn grof gezaagd tot veerspletig.
De prachtframboos bloeit van maart tot in mei met helderpaarsachtig rode, 2,5-3 cm grote, geurende bloemen. De kroonbladeren zijn langer dan de kelk.
De vruchten zijn twee maal zo groot als die van de framboos (Rubus idaeus). De vruchten kunnen rood, geel, oranje of oranjerood zijn en goed rijpe vruchten worden plaatselijk gebruikt voor het maken van jam, snoepgoed, gelatinepudding en vruchtenwijn. De vruchten kunnen afhankelijk van de herkomst verschillend smaken van flauw tot zoet en zijn soms bitter. Voor de oorspronkelijke bevolking in Noord-Amerika vormen ze nog steeds een belangrijk voedsel.
De jonge scheuten kunnen gegeten worden als asperges.
Rubus spectabilis, gülgiller (Rosaceae) familyasından, Kuzey Amerika'nın batı kıyılarında, Alaska'nın merkezî batısından Kaliforniya'ya kadar olan bölgede yetişen, meyveleri yenen çok yıllık bir bitki türü.
Boyu 1–4 m yüksekliğindedir. Yaprak trifoliat ve 1–22 cm uzunluğnda; çiçek 2–3 cm çapında, beş mor petalli olup ilkbahar başından yaz başına kadarki dönemde açar; meyve 1,5–2 cm uzunluğunda sarıdan turuncu kırmızıya kadar değişik renklerde olup yaz sonundan sonbahar başına kadarki dönemde olgunlaşır
Rubus spectabilis, gülgiller (Rosaceae) familyasından, Kuzey Amerika'nın batı kıyılarında, Alaska'nın merkezî batısından Kaliforniya'ya kadar olan bölgede yetişen, meyveleri yenen çok yıllık bir bitki türü.
Rubus spectabilis hay salmonberry, là một loài thực vật có hoa thuộc chi Mâm xôi. Đây là loài bản địa của phía tây Bắc Mỹ, bắt đầu từ Alaska tới tận California, chạy qua phía đông đến bang Idaho[1]. Loài này sau đó được du nhập và trở thành giống hoang dã ở các vùng tây bắc châu Âu[2][3].
R. spectabilis là một cây bụi lâu năm, rụng lá theo mùa, thân gỗ, cao đến 1 – 4 m, dày 3 – 15 mm, khoác trên thân các gai nhọn; cây con mọc từ thân rễ cây mẹ. Thân và cành có màu vàng nâu và màu nâu đỏ. Lá 3 thùy, hình lông chim, có răng cưa ở hai bên mép, dài 7 – 22 cm, cuống lá dài khoảng 1 – 9 cm. Hoa mọc thành cụm 1 tới 4 bông, cánh hoa có màu tím và hồng đậm, dài 10 – 15 mm và rộng khoảng 3 – 4 mm, hoa có đường kính 2 – 3 cm, nở từ tháng 3 đến tháng 6. Quả chín từ đầu tháng 5 đến cuối tháng 7 ở hầu hết các vùng mà R. spectabilis có mặt. Quả có màu vàng cam, đỏ tươi và đỏ thẫm, dài 1,5 – 2 cm, ăn được, tuy nhiên không giống các loại mâm xôi khác, nó lại rất nhạt. Nhiễm sắc thể bằng 7[4][5][6].
R. spectabilis được tìm thấy trong các khu rừng ẩm ướt, ven bờ suối, đặc biệt là trong các khu rừng ven biển, thường mọc ở độ cao không quá 1400 m. Ở những khu vực thoáng đãng, chúng thường tạo thành những bụi dày và rộng lớn[4][5][6].
Mặc dù vô vị, quả của R. spectabilis vẫn được dùng để chế biến thành mứt, kẹo và ngâm rượu. Đây là nguồn một thực phẩm quan trọng cho người dân bản địa, khi quả mọng được ăn với cá hồi hoặc trộn với dầu và trứng cá hồi. Tuy nhiên, quả không được phơi khô vì lượng nước trong nó khá nhiều[7]. Chồi non được thu hoạch vào đầu mùa xuân và hè, được ăn sống hoặc hấp. Vỏ cây giã nát có thể đắp vết thương, đặc biệt là bỏng[8].
Lá và quả cũng là nguồn thực phẩm cho các loài vật có vú và chim chóc. Thân cây đầy gai nhọn là nơi trú ẩn lý tưởng cho các loài sóc, thỏ...[8]
R. spectabilis cũng được trồng như cây cảnh vì màu hoa rực rỡ của nó[9][10][11].
Rubus spectabilis hay salmonberry, là một loài thực vật có hoa thuộc chi Mâm xôi. Đây là loài bản địa của phía tây Bắc Mỹ, bắt đầu từ Alaska tới tận California, chạy qua phía đông đến bang Idaho. Loài này sau đó được du nhập và trở thành giống hoang dã ở các vùng tây bắc châu Âu.
Мали́на великоле́пная (лат. Rúbus spectábilis) — вид растений из Северной Америки, входящий в род Рубус семейства Розовые (Rosaceae).
Стебель достигает 2—5 м в длину, голый или ворсистый, неветвистый, иногда с небольшими прямыми шипами. Кора желтоватая.
Листья опадающие, состоят из трёх листочков, иногда не полностью дифференцированных, каждый из которых слабоопушённый (с нижней стороны у некоторых популяций — довольно густо опушённый), с дваждызубчатым краем. Центральный листочек до 10 см длиной, заострённый, с притупленным или клиновидным основанием, боковые листочки яйцевидные.
Цветки одиночные или в соцветиях по 2—4, малинового цвета, 2,5—4 см в диаметре. Чашечка из пяти яйцевидных чашелистиков, покрытых волосками. Лепестки яйцевидно-эллиптические, 1,5—2 см длиной.
Плод 1,5—2 см в диаметре, при созревании лососево-красного, реже ярко-жёлтого цвета, с сохраняющимися нитевидными пестиками.
Набор хромосом — 2n = 14.
Малина великолепная распространена на западе Северной Америки — от Алеутских островов и Аляски на севере до северной Калифорнии (округ Мендосино). На восток заходит в Айдахо и Монтану. Типовые экземпляры были собраны в долине реки Колумбия.
Натурализовалась в некоторых районах Центральной и Западной Европы.
Изредка культивируется в Европе с начала XIX века как плодовый кустарник, в настоящее время — чаще как декоративное растение с ярко-розовыми цветками. В Северной Америке получены более продуктивные гибриды с Rubus idaeus.
Индейцы северо-запада употребляли в пищу плоды и побеги малины великолепной в сыром виде. Побеги зачастую были первой свежей растительной пищей весны.
Мали́на великоле́пная (лат. Rúbus spectábilis) — вид растений из Северной Америки, входящий в род Рубус семейства Розовые (Rosaceae).