Die Nightingale-streepkoppie (Nesospiza questi) is 'n standvoël wat leef en nesmaak op die Nightingale-eiland. Dit word in Engels die Nightingale Finch genoem.
Die voël word tot 16 cm lank. Die voël leef saam met die Dikbekstreepkoppie en kan maklik verwar word met die Inaccessible-streepkoppie.
Hulle leef as pare of in klein groepies saam en soek kos op die grond of soek na insekte op die Phylica-struike.
Die Nightingale-streepkoppie (Nesospiza questi) is 'n standvoël wat leef en nesmaak op die Nightingale-eiland. Dit word in Engels die Nightingale Finch genoem.
'''Nesospiza questi ye una especie d'ave paseriforme de la familia Emberizidae endémica de la Isla Nightingale perteneciente al archipiélagu Tristan da Cunha que los sos hábitats naturales son les carbes y pacionales. Ta amenazáu pola perda del so hábitat.
'''Nesospiza questi ye una especie d'ave paseriforme de la familia Emberizidae endémica de la Isla Nightingale perteneciente al archipiélagu Tristan da Cunha que los sos hábitats naturales son les carbes y pacionales. Ta amenazáu pola perda del so hábitat.
The Nightingale Island finch (Nesospiza questi) is a species of bird in the family Thraupidae (formerly in Emberizidae).
It is endemic to Nightingale Island of the Tristan da Cunha archipelago where its natural habitats are temperate shrubland and subantarctic grassland. It is threatened by habitat loss.
The Nightingale Island finch (Nesospiza questi) is a species of bird in the family Thraupidae (formerly in Emberizidae).
It is endemic to Nightingale Island of the Tristan da Cunha archipelago where its natural habitats are temperate shrubland and subantarctic grassland. It is threatened by habitat loss.
El yal de la Nightingale (Nesospiza questi)[3] es una especie de ave paseriforme de la familia Thraupidae, perteneciente al género Nesospiza. Es endémico de la Isla Nightingale (o Isla del Ruiseñor) en el archipiélago Tristán de Acuña en el Atlántico Sur, que pertenece políticamente al territorio británico de ultramar de Santa Elena, Ascensión y Tristán de Acuña.
Esta especie es abundante en la isla Nightingale y en los islotes adyacentes, desde los acantilados rocosos costeros hasta los picos más altos, pero es más abundante en los pastizales tussok y en áreas dominadas por Scirpus en el centro de la isla. Se conoce muy poco sobre su reproducción, pero ocurre entre noviembre y enero y el nido es en forma de copa abierta construida cerca del suelo en montones densos de pastizales. Su dieta consiste principalment de semillas y bayas, y también algunos invertebrados.[1]
El yal de la Nightingale ha sido calificado como vulnerable por la Unión Internacional para la Conservación de la Naturaleza (IUCN); aunque la población de la especie es abundante, estimada en 9 000 individuos maduros, dentro de su área extremadamente pequeña, y no se piense que esté en decadencia, la llegada potencial de especies invasoras a la isla podría llevarla a un declinio extremamente rápido, de tal forma que podría volverse críticamente amenazada o hasta extinta en un corto período de tiempo (como ya ocurrió con Nesospiza acunhae en la isla principal de Tristán de Acuña a fines del siglo XIX).[1]
La especie N. questi fue descrita por primera vez por el ornitólogo británico Percy Lowe en 1923 bajo el nombre científico de subespecie Nesospiza acunhae questi; su localidad tipo es: «Isla Nightingale, grupo Tristán de Acuña».[2]
El nombre genérico femenino Nesospiza se compone de las palabras del griego «nēsos»: que significa «isla» y «σπιζα spiza» que es el nombre común del pinzón vulgar; y el nombre de la especie questi homenajea al navío explorador Quest de la Expedición Shackleton-Rowett a la Antártida en 1920–1922.[4]
El yal de la Nightingale (Nesospiza questi) es una especie de ave paseriforme de la familia Thraupidae, perteneciente al género Nesospiza. Es endémico de la Isla Nightingale (o Isla del Ruiseñor) en el archipiélago Tristán de Acuña en el Atlántico Sur, que pertenece políticamente al territorio británico de ultramar de Santa Elena, Ascensión y Tristán de Acuña.
Nesospiza questi Nesospiza generoko animalia da. Hegaztien barruko Thraupidae familian sailkatua dago.
Nesospiza questi Nesospiza generoko animalia da. Hegaztien barruko Thraupidae familian sailkatua dago.
Nesospiza questi
Le Nésospize du Quest (Nesospiza questi) est une espèce de passereaux appartenant à la famille des Thraupidae. Il est endémique à l'île Nightingale dans l'archipel Tristan da Cunha.
Nesospiza questi
Le Nésospize du Quest (Nesospiza questi) est une espèce de passereaux appartenant à la famille des Thraupidae. Il est endémique à l'île Nightingale dans l'archipel Tristan da Cunha.
De nightingalegors (Nesospiza questi) is een zangvogel uit de familie Thraupidae (tangaren). Het is een kwetsbare, endemische vogelsoort op het ongewoonde eiland Nightingale in de archipel van Tristan da Cunha in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Net als de darwinvinken van de Galapagoseilanden vormt deze vogelsoort een interessant voorbeeld van soortvorming op eilanden (adaptieve radiatie).
De vogel is 16 tot 18 cm lang. De vogel is van boven geel tot olijfkleurig groen en heeft een grijze kop met fijne donkerbruine streepjes, vooral op de kruin. De vleugels zijn grijsbruin met geelachtige randen aan de veren. De ogen zijn donkerbruin en de poten en snavel zijn donkergrijs tot bijna zwart. Het vrouwtje is doffer gekleurd en heeft meer streepjes en onvolwassen vogels zijn nog sterker gestreept. De vogel is kleiner en lichter van kleur dan de nauw verwante Wilkins gors (N. wilkinsi) en heeft ook een dunnere snavel.[2]
Deze soort komt voor op Nightingale en omliggende kleine eilanden, in diverse typen leefgebieden van rotsige terreinen langs de kust tot op de hoogste rotstoppen, maar is het meest voorkomend rond slijkgraspollen (Spartina arundinacea) langs meertjes midden op het eiland.[3][4]
De nightingalegors heeft een zeer beperkt verspreidingsgebied en daardoor is de kans op uitsterven aanwezig. De grootte van de populatie werd in 2016 door BirdLife International geschat op 13 tot 14 duizend individuen.Het leefgebied kan voortdurend worden aangetast door de introductie van invasieve dier- en plantensoorten, nu steeds meer mensen over motorboten beschikken, waarmee ze de eilanden kunnen bereiken. Om deze redenen staat deze soort als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesDe nightingalegors (Nesospiza questi) is een zangvogel uit de familie Thraupidae (tangaren). Het is een kwetsbare, endemische vogelsoort op het ongewoonde eiland Nightingale in de archipel van Tristan da Cunha in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Net als de darwinvinken van de Galapagoseilanden vormt deze vogelsoort een interessant voorbeeld van soortvorming op eilanden (adaptieve radiatie).
Smalnäbbad nightingalefink[2] (Nesospiza questi) är en fågel i familjen tangaror inom ordningen tättingar.[3] Den behandlades tidigare ofta som en underart till N. acunhae och vissa gör det fortfarande.[4] Fågeln förekommer enbart på Nightingale Island i ögruppen Tristan da Cunha i södra Atlanten. IUCN kategoriserar den som sårbar.[1]
Smalnäbbad nightingalefink (Nesospiza questi) är en fågel i familjen tangaror inom ordningen tättingar. Den behandlades tidigare ofta som en underart till N. acunhae och vissa gör det fortfarande. Fågeln förekommer enbart på Nightingale Island i ögruppen Tristan da Cunha i södra Atlanten. IUCN kategoriserar den som sårbar.