De Siberische lariks (Larix sibirica) is een naaldboom uit de familie der dennen (Pinaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Carl Friedrich von Ledebour in 1833.[2][3]
Siberische lariksen bereiken doorgaans een hoogte van 15 à 20 meter. Onder goede omstandigheden kan de boom echter een hoogte van 40 meter bereiken en een diameter van 1,5 meter. De schors van de boom is geschubd en doet herinneren aan een spar. Siberische lariksen kunnen een leeftijd van 200 jaar bereiken. De naalden van de soort groeien in clusters van 10 tot 50 en zijn doorgaans 20 à 45 mm lang.[4]
De soort komt voor van het noorden van Europees Rusland, oostwaarts door West-Siberië richting het Baikalmeer, het Altajgebergte, Tiensjangebergte en het Tibetaans Hoogland.[1] Overblijfselen van schors en kegels van Siberische lariksen werden aangetroffen in het Scandinavisch Hoogland in Zweden. Dankzij C14-datering werd vastgesteld dat deze dateren tussen 8700 en 7500 A.D., ca. 1.000 kilometer westelijker dan de huidige voorposten van de Siberische lariks.[5]
Bronnen, noten en/of referentiesDe Siberische lariks (Larix sibirica) is een naaldboom uit de familie der dennen (Pinaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Carl Friedrich von Ledebour in 1833.