Blauwgrijs steenschildmos (Parmelia saxatilis} is een bladvormige korstmos die behoort tot de orde Lecanorales van de ascomyceten. Blauwgrijs steenschildmos komt voor op oude eiken- en beukenbomen en op dood hout en is in Nederland zeldzaam. Blauwgrijs steenschildmos lijkt veel op gewoon schildmos, maar die heeft geen isidiën.
Het thallus is tot acht centimeter groot, rozetvormig en ligt op de ondergrond. De meer of minder vlakke lobben worden 5 - 20 mm lang en 1 - 4 mm breed. De matte bovenzijde van het thallus is asgrauw tot blauwachtig grijs en niet berijpt. De randen zijn vaak bruin. Soms is het thallus bedekt met netvormige, verhoogde aderen (pseudocyphellen), die vooral bij jonge exemplaren over het gehele oppervlak kunnen voorkomen. Pseudocyphellen zijn kleine, punt- tot streepvormige openingen in het oppervlak van het thallus en zorgen voor de gasuitwisseling. Later worden isidiën gevormd, die bij oudere exemplaren dicht bij elkaar in het het centrum zitten. Ze zijn cilindrisch tot koraalvormig. De onderzijde van het thallus is zwart met een donkerbruine rand. Tot aan de rand is de onderkant van het thallus bedekt met enkelvoudige tot gaffelvormige, zwarte rhizinen, waarmee de korstmos vastzit op de ondergrond.
Blauwgrijs steenschildmos (Parmelia saxatilis} is een bladvormige korstmos die behoort tot de orde Lecanorales van de ascomyceten. Blauwgrijs steenschildmos komt voor op oude eiken- en beukenbomen en op dood hout en is in Nederland zeldzaam. Blauwgrijs steenschildmos lijkt veel op gewoon schildmos, maar die heeft geen isidiën.
Het thallus is tot acht centimeter groot, rozetvormig en ligt op de ondergrond. De meer of minder vlakke lobben worden 5 - 20 mm lang en 1 - 4 mm breed. De matte bovenzijde van het thallus is asgrauw tot blauwachtig grijs en niet berijpt. De randen zijn vaak bruin. Soms is het thallus bedekt met netvormige, verhoogde aderen (pseudocyphellen), die vooral bij jonge exemplaren over het gehele oppervlak kunnen voorkomen. Pseudocyphellen zijn kleine, punt- tot streepvormige openingen in het oppervlak van het thallus en zorgen voor de gasuitwisseling. Later worden isidiën gevormd, die bij oudere exemplaren dicht bij elkaar in het het centrum zitten. Ze zijn cilindrisch tot koraalvormig. De onderzijde van het thallus is zwart met een donkerbruine rand. Tot aan de rand is de onderkant van het thallus bedekt met enkelvoudige tot gaffelvormige, zwarte rhizinen, waarmee de korstmos vastzit op de ondergrond.
Blauwgrijs steenschildmos met pseudocyphellen