De Russische dwerghamster (Phodopus sungorus) is een dwerghamster die van oorsprong uit Noord-Kazachstan komt. Het diertje wordt ook Dzjoengaarse of Siberische hamster genoemd. Het is een van de vijf soorten hamsters die als huisdier worden gehouden. Deze hamstersoort is rustiger dan bijvoorbeeld de woestijndwerghamster (P. roborovskii) en vaak wat tammer dan de Campbells dwerghamster (P. campbelli).
De Russische dwerghamster is in 1773 voor het eerst beschreven door Peter Simon Pallas. In de jaren 60 kwam de wetenschapper Dr. Figala naar het Max-Planck-Instituut (West-Duitsland) met twee in het wild gevangen koppels Russische dwerghamsters. Ze waren in de omgeving van Omsk te West-Siberië gevangen.
Een Russische dwerghamster is bijna kogelrond met korte pootjes. Ze hebben vier teentjes en een klein duimpje aan de voorpoot en vijf teentjes aan de achterpoot. Het achterbeen is iets langer dan het voorbeen. De staart is bijna niet zichtbaar met een lengte tussen de 0,5 en 1 cm. De vacht is dicht en heeft veel onderwol. De oortjes en achtervoetjes zijn ook behaard.
Ze zijn breed en hebben zichtbare wangzakken. De ogen zijn bol en hebben een ronde vorm. Vaak zijn ze zwart van kleur, maar rode komen ook voor bij bepaalde kleuren. De oren zijn klein, rond (met een knikje) en van binnen een beetje behaard.[2]
Een Russische dwerghamster is, net als alle andere soorten dwerghamsters (behalve de Roborovski dwerghamster), solitair.[3] In gevangenschap (in een kleine ruimte) gaat het houden van twee dieren van hetzelfde geslacht of een groep vaak mis en is daarom af te raden. Het koppelgewijs fokken gaat heel erg goed.
Kenmerkend aan de Russische dwerghamster is dat deze een wintervacht kan aanmaken.[4] Russische dwerghamsters zijn de enige hamsters die een wintervacht aanmaken tijdens de winter. Ze houden geen winterslaap zoals andere hamsters dat kunnen doen, maar ze kunnen wel in een soort rustfase terechtkomen, ook wel winterrust genoemd.[5]
Campbells dwerghamster is een ver familielid van de Russische dwerghamster, in de wetenschap worden ze als twee aparte soorten gezien. Door onwetendheid worden deze twee weleens gekruist, maar dat gaat echter heel vaak mis en het vrouwtje kan overlijden. Soms lukt het wel, maar het nageslacht is dan meestal onvruchtbaar. Door zeer ervaren fokkers is het gelukt om succesvol door te kruisen en op deze wijze bepaalde kleurslagen van de ene soort naar een andere over te brengen.
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken werd door de Universiteit Wageningen onderzoek gedaan naar de geschiktheid als gezelschapsdier van enkele soorten. Phodopus sungorus kreeg indexcijfer 6, wat betekent dat hij geen gevaar vormt voor de mens. Hij werd echter totaal ongeschikt als gezelschapsdier bevonden.[6] In een brief aan de Kamer heeft staatssecretaris Dijksma de aanbevelingen van het onderzoek overgenomen. De Russische dwerghamster komt daarom niet voor op de Positieflijst van dieren die gehouden mogen worden onder speciale randvoorwaarden.[7] Voor de op 1 januari 2014 nog gehouden dieren zal een overgangsregeling en fokverbod gelden. Uiteindelijk is de positieflijst op 1-1-2015 nog steeds niet in gebruik genomen, omdat er bezwaren waren met betrekking tot de wetenschappelijke onderbouwingen evenals het mogelijk strijdig zijn met Europese regelgeving. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe positieflijst.[8]
Bronnen, noten en/of referentiesDe Russische dwerghamster (Phodopus sungorus) is een dwerghamster die van oorsprong uit Noord-Kazachstan komt. Het diertje wordt ook Dzjoengaarse of Siberische hamster genoemd. Het is een van de vijf soorten hamsters die als huisdier worden gehouden. Deze hamstersoort is rustiger dan bijvoorbeeld de woestijndwerghamster (P. roborovskii) en vaak wat tammer dan de Campbells dwerghamster (P. campbelli).