De spekkevers of spektorren (Dermestidae) zijn een familie van kevers. De wetenschappelijke familienaam werd in 1804 voorgesteld door Latreille.
Het lichaam van deze kevers is rondachtig of iets langwerpig met een lengte, die varieert tussen 2 en 12 mm. De kleuren zijn vaak bruin of zwart, met patronen van gekleurde haren of schubben. De voorvleugels zijn hard en leerachtig en komen midden op de rug samen. De achtervleugels zijn membraan-achtig, soms afwezig. Een brede lichte band doorkruist de elytra, met drie zwarte stippen aan beide zijden. Op het voorlaatste achterlijfsegment van de larven zitten twee naar achteren gerichte, doornvormige uitsteeksels.
De larven voeden zich met gedroogd vlees of vis, maar ook plantaardig materiaal, wol, zijde en bont laten ze niet liggen. De meeste kevers zijn aaseters en voeden zich met droge planten of dierresten zoals haren en veren, maar ook dode insecten. Ze komen ook voor in dode dieren, vogels en bijen- of wespennesten. Andere soorten leven in het graan en kunnen een echte plaag vormen.
Dicht bij de voedselbron zet een vrouwtje 200 tot 800 eitjes af, die na ongeveer 9 dagen uitkomen. Het popstadium duurt 8-25 dagen en binnen 1 maand zijn de larven volwassen. Nadat de larven volgroeid zijn, verlaten ze hun voedselbron en gaan op zoek naar een geschikte verpoppingsplaats. De kever heeft een levensduur van ongeveer 3 maanden. Ze kennen een volledige gedaanteverwisseling.
Deze familie komt wereldwijd voor in en bij uitgedroogde resten van dieren.
De familie is als volgt onderverdeeld:[2]
De spekkevers of spektorren (Dermestidae) zijn een familie van kevers. De wetenschappelijke familienaam werd in 1804 voorgesteld door Latreille.