De paarse wespenorchis (Epipactis purpurata) is een Europese orchidee uit het geslacht Epipactis (wespenorchissen).
Het is een soort die zeer atypisch is voor orchideeën en vooral voorkomt in donkere bossen. Ze is zeer zeldzaam in België.
De botanische naam Epipactis werd reeds door Theophrastos van Eresos, een filosoof en botanicus uit de Griekse oudheid gebruikt, maar waarschijnlijk voor een andere plant. De botanische naam Epipactis werd in 1757 door Johann Gottfried Zinn, een hoogleraar in de plantkunde aan de Georg-August-Universität Göttingen, aan dit geslacht toegekend.
De soortaanduiding purpurata is afkomstig uit het Latijn en slaat, net als de Nederlandstalige naam, op de kleur van de bloem.
De paarse wespenorchis is een overblijvende, niet-winterharde geofyt. Het is een middelgrote (maximaal 70 cm hoge) stevige plant met een dikke, volledig violet of paars aangelopen en naar boven toe grijs-viltig behaarde bloemstengel, meerdere verspreid staande ongevlekte bladeren en een tamelijk dichte, rijkbebloemde cilindrische tros met paars-bleke bloemen. De planten staan meestal in groepjes bijeen.
Langs de stengel staan talrijke lancetvormige bladeren, groen met een paarse schijn, in een dichte spiraal. De onderste twee bladeren zijn steeds kleiner dan de hogere. De maximale grootte is 10 cm, maar blijft meestal kleiner. De schutbladen zijn langer dan de vruchtbeginsels.
De bloemen zijn vrij klein maar staan steeds volledig geopend. De kelkbladen en kroonbladen zijn lang elliptisch, groot in verhouding tot de lip, donkergroen aan de buitenkant en lichter groen met roze binnenin. De lip bestaat uit twee delen, een hypochiel en een epichiel (typisch voor wespenorchissen), lichtroze tot wit. Ook de binnenkant van het hypochiel is (in vergelijking met andere wespenorchissen) licht gekleurd. Het gynostemium bezit een duidelijk rostellum, een goed ontwikkeld clinander en een functioneel viscarium. Het vruchtbeginsel is licht behaard, met een purper aangelopen basis.
De bloeitijd is van midden juli tot eind augustus.
De paarse wespenorchis is weinig variabel van vorm. Wel komen volledig chlorotische planten voor, deze zijn helemaal roze of paars gekleurd (forma rosea).
De paarse wespenorchis leeft voornamelijk in donkere bossen waar weinig insecten voorkomen. Om toch zo veel mogelijk op te vallen, heeft de plant zeer lichte kelk- en kroonbladen die ieder straaltje zonlicht opvangen en als een lichte plek in het bos van ver zichtbaar zijn. Verder geeft de plant een (voor insecten) sterke geur af.
Bestuiving gebeurt meestal door wespen zoals de middelste wesp (Dolicovespula media) en de Franse veldwesp Polistes dominulus. De plant is volledig allogaam.
De paarse wespenorchis is een soort van donkere loofbossen (meestal eiken- of beukenbossen) met weinig ondergroei, op vochtige, dikwijls kleiige bosbodems. Dikwijls in het gezelschap van het vogelnestje (Neottia nidus-avis) en het bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasonium).
De paarse wespenorchis komt voor in de gematigd klimaatzones van West- en Midden-Europa, van zuidelijk Groot-Brittannië en Frankrijk tot in Litouwen en Roemenië.
Over heel het verspreidingsgebied is de paarse wespenorchis zeldzaam en slechts plaatselijk voorkomend.
Hij is op enkele plekken in het zuiden van België aangetroffen.
De paarse wespenorchis behoort tot het geslacht van de wespenorchissen, waarvan een tiental sterk gelijkende soorten in België en Nederland voorkomen.
Door zijn specifiek habitat kan de paarse wespenorchis echter met geen van deze verward worden. De meest gelijkende, de brede wespenorchis, heeft rondere en grotere bladeren en een binnenin donker gekleurd hypochiel.
De soort staat op de lijst van wettelijk beschermde planten in België.
In Frankrijk is de soort beschermd op regionaal niveau, in Luxemburg op nationaal niveau.
Bronnen, noten en/of referentiesDe paarse wespenorchis (Epipactis purpurata) is een Europese orchidee uit het geslacht Epipactis (wespenorchissen).
Het is een soort die zeer atypisch is voor orchideeën en vooral voorkomt in donkere bossen. Ze is zeer zeldzaam in België.