L'escopinya verrucosa o petxina ratllada, ou ratllat o petxina de Montserrat (Acanthocardia tuberculata) és un mol·lusc bivalve marí comestible però no gaire apreciat.
Part sud del mar del Nord, fins al Mediterrani i nord-oest d'Àfrica.
Fa fins a 9 cm de llargada, viuen a una fondària de fins a 80 m en zones de sorra grossa, sota la influència dels corrents. Sovint es troba la seva closca a les platges. La closca és sòlida i gruixuda amb costelles força sortints, és de color crema amb taques rosades i marrons, sense espines i l'interior és blanc.
L'escopinya verrucosa o petxina ratllada, ou ratllat o petxina de Montserrat (Acanthocardia tuberculata) és un mol·lusc bivalve marí comestible però no gaire apreciat.
Die Warzige Herzmuschel (Acanthocardia tuberculata) ist eine Muschelart aus der Ordnung der Cardiida.
Das Gehäuse der Warzigen Herzmuschel erreicht einen Durchmesser von 3 bis 9 Zentimeter. Die Oberfläche ist mit 20 bis 24 Rippen ornamentiert, die manchmal auch Stacheln tragen. Das Schloss weist in der rechten Klappe zwei Kardinalzähne und zwei vordere Seitenzähne und einen hinteren Seitenzahn auf. In der linken Klappe befinden sich zwei etwa gleich große Kardinalzähne. Das Gehäuse klafft am hinteren Ende geringfügig. Der vordere und hintere Schließmuskel sind annähernd gleich groß (isomyar). Die Siphonen sind relativ kurz und die Mantellinie ist ganzrandig (integripalliat).
Das Verbreitungsgebiet der Art erstreckt sich Südnorwegen bis Marokko. Sie dringt auch in das Mittelmeer vor und hat ihr Verbreitungsmaximum im Mittelmeer.
Der Lebensraum der Warzigen Herzmuschel sind schlickige, sandige oder auch Kiessubstrate von der Gezeitenzone bis zum Kontinentalschelf in über 100 m Tiefe.
Die Warzige Herzmuschel wird im Mediterrangebiet gefischt und gegessen. Die Klappen werden wie auch die von anderen Herzmuschelarten zur Herstellung von Schmuckgegenständen benutzt.
Die Warzige Herzmuschel (Acanthocardia tuberculata) ist eine Muschelart aus der Ordnung der Cardiida.
Acanthocardia tuberculata, the rough cockle, is a species of saltwater clam, a cockle, a marine bivalve mollusc in the family Cardiidae. The genus Acanthocardia is present from the Upper Oligocene to the Recent.
The shell of Acanthocardia tuberculata can reach a size of about 95 mm. This shell is robust, equivalve, inflated and slightly inequilateral, with crenulated margins. The surface shows 18-20 strong radial ribs, with rows of spiny nodules. The basic coloration is usually pale brown with alternating darker concentric bands.
Right and left valve of the same specimen:
Right valve
Left valve
Acanthocardia tuberculata can be found in the Mediterranean Sea and in the Northeast Atlantic Ocean. This species is present in the continental shelf from low tide to 200 m. Like most other bivalves, these mollusks are suspension feeders filtering phytoplankton.
Illustration of Acanthocardia tuberculata from Natural History: Mollusca (1854), p. 271
Acanthocardia tuberculata, the rough cockle, is a species of saltwater clam, a cockle, a marine bivalve mollusc in the family Cardiidae. The genus Acanthocardia is present from the Upper Oligocene to the Recent.
Acanthocardia tuberculata
La bucarde tuberculée (Acanthocardia tuberculata) est une espèce de mollusques bivalves de la famille des coques.
Elle mesure jusqu'à 7 cm de diamètre.
Elle est présente en Méditerranée, en mer Noire, dans le nord-est de l'Atlantique, dans la Manche, la mer du Nord, ainsi que dans quelques zones de la mer Baltique[1].
Elle vit enfouie dans le sable à environ 10 cm de profondeur, dans des endroits où il reste toujours un peu d'eau, souvent sur la pente qui descend vers le plus profond.
Bucarde, coque tuberculée, bucarde à verrues, langue rouge[2].
(en) Tuberculate cockle, rough cockle ; (es) Corruco ; (nl) Fossiele hartschelp, geknobbelde hartschelp, karthageense hartschelp ; (de) Knotige Hermuschel, Dickrippige Herzmuschel[2].
Noms parfois utilisés mais non valides :
Acanthocardia tuberculata
La bucarde tuberculée (Acanthocardia tuberculata) est une espèce de mollusques bivalves de la famille des coques.
O marolo ou berberecho marolo (Acanthocardia tuberculata, Linnaeus 1758; antes Cardium tuberculatum) é un molusco bivalvo da familia dos Cárdidos (Cardiidae), da orde Veneroida.
Semella un berberecho de gran tamaño. Ten unha cuncha forte, sólida, equivalva, cun perfil ovalado ou redondeado, lixeiramente inequilateral. Chega a medir 9–10 cm de diámetro e uns 4 cm de grosor.
Presenta 21-22 costelas radiais fortes e dotadas de espiñas romas -tamén descritas como nódulos- na zona próxima ás marxes, atenuadas na zona central. As liñas de crecemento son claramente visibles. No interior, a marxe está percorrida por sucos que corresponden coas costelas.
A cor é castaña que ás veces tira a avermellada, con bandas irregulares concéntricas máis escuras que a cor do fondo.
Distribúese pola costa europea do Atlántico, desde Escandinavia ata o estreito de Xibraltar, penetrando en boa parte do Mediterráneo.
Vive nas costas abertas, en áreas de fondos de limo ou cascallo, na franxa infralitoral e ata os 10 metros de profundidade.
É un molusco comestible pero moi escaso. As capturas que se poidan producir destínanse á elaboración de conservas co nome castelán de langostillo.
Co nome de marolo Ríos Panisse recolleu tamén outros moluscos cárdidos (coma o berberecho bravo (Acanthocardia echinata), o carneiro (Venus verrucosa) e outros). Todos eles, incluído a que nos ocupa, reciben tamén outros nomes comúns como carneiro, cascarneiro ou carneirolo.
O marolo ou berberecho marolo (Acanthocardia tuberculata, Linnaeus 1758; antes Cardium tuberculatum) é un molusco bivalvo da familia dos Cárdidos (Cardiidae), da orde Veneroida.
De Geknobbelde hartschelp (Acanthocardia tuberculata) is een in zee levende tweekleppige weekdiersoort uit de familie van de Cardiidae.
De Geknobbelde hartschelp bezit een stevige dikke, bijna ronde schelp. De umbo steekt duidelijk uit en ligt net voor het midden van de schelp. Vanuit de top lopen tot maximaal 22-24 brede radiale ribben. De ribben hebben een afgerond rechthoekige doorsnede. De ruimten tussen de vrij hoge ribben zijn duidelijk smaller dan de ribben zelf en zijn aan de voorzijde van de schelp soms bijna tot groeven versmald. Aan de achterzijde van de schelp zijn de ribben wat smaller. Over en tussen de ribben is een sculptuur van vrij ruwe concentrische dwarslijntjes aanwezig. Over het midden van de ribben loopt een zwakke groef waarin op regelmatige afstand brede knobbels staan. De knobbels zijn bij de voorrand van de schelp iets duidelijker ontwikkeld terwijl het aan de achterzijde meer kleine stekels zijn. Knobbels kunnen op sommige ribben ook geheel afwezig zijn en in dat geval zijn die ribben volledig glad. De groeven aan de binnenkant van de schelp (de 'holle ribben') zijn alleen duidelijk zichtbaar bij de schelprand, naar de top toe vervagen ze. De Geknobbelde hartschelp heeft een heterodont slot: in de linkerklep 2 en in de rechterklep 1 cardinale tand en 2 laterale tanden in beide kleppen.
De schelp is geelwit tot bruin van kleur en heeft vaak donkerbruine banden of vlekken. De binnenzijde is wit, porseleinachtig glanzend. Strandmateriaal is vaak lichtbruin of lichtblauwgrijs verkleurd.
De dieren leven ingegraven in een zand- of modderbodem, uitsluitend sublitoraal. Ze komen voor vanaf iets beneden de laagste laagwaterlijn tot enkele tientallen meters waterdiepte. De soort behoort tot de infauna en filtert het voedsel uit het zeewater.
Dit is een zuidelijke soort die tegenwoordig niet in de Noordzee leeft. De noordgrens ligt in Het Kanaal. Op het Noordzeestrand aangespoelde losse kleppen zijn fossiel.
De Geknobbelde hartschelp is in het Noordzeebekken alleen uit het Eemien bekend. Exemplaren die op het Noordzeestrand aanspoelen hebben alle deze ouderdom.
.jpg)
De Geknobbelde hartschelp (Acanthocardia tuberculata) is een in zee levende tweekleppige weekdiersoort uit de familie van de Cardiidae.
Progasta srčanka (znanstveno ime Acanthocardia tuberculata) je morska školjka iz družine srčank, ki je razširjena tudi v Jadranskem morju.
Lupina progaste srčanke meri v premeru med 30 do 90 mm, običajno krog 50 mm. Na površini lupine je med 18 in 20 radialnih rebrastih grebenov. Živi plitvo zakopana v mehko morsko dno do 200 metrov globoko. Običajno se najraje zadržuje v globinah od 5 do 15 m. Na površini mesto, kjer je zakopana izdajata samo dve majhni odprtinici.[1]
Progasta srčanka (znanstveno ime Acanthocardia tuberculata) je morska školjka iz družine srčank, ki je razširjena tudi v Jadranskem morju.
