Dichaea is een groot geslacht met meer dan honderd soorten orchideeën uit de onderfamilie Epidendroideae.
Het is het grootste geslacht in de subtribus Zygopetalinae, tevens het geslacht met de meest uitgesproken kenmerken, maar toch vrijwel onbekend bij orchideeënliefhebbers. Het zijn epifytische planten van vochtige en beschaduwde tropische montane regenwouden uit Midden- en Zuid-Amerika (van Mexico tot Brazilië), met voor de subtribus ongewone bladstengels met twee rijen kleine, overstaande bladeren, en een bloeiwijze met kleine maar welruikende bloemen.
De botanische naam Dichaea heeft betrekking op de bladeren die in twee overstaande rijen op de stengel geplaatst zijn.
Dichaea zijn epifytische planten zonder pseudobulben, met een pseudomonopodiale bladstengel met twee rijen dicht op elkaar staande kleine ovale bladeren, waarop opeenvolgende okselstandige, afhangende of rechtstaande, eenbloemige bloeistengels ontstaan.
De bloemen zijn zeer welruikend, met gelijkvormige, holle, ovale tot lancetvormige kelk- en kroonbladen en een drielobbige tot ankervormige bloemlip. Het gynostemium is recht, met een eindstandig helmhokje en vier stevige, wasachtige pollinia.
De bloemen worden bestoven door bijen van de tribus Euglossini.
Dichaea is volgens DNA-onderzoek uit 2005 door W.M. Whitten et al.[1] een monofyletisch geslacht, duidelijk gescheiden van de ander geslachten van de Zygopetalinae, met een opvallende divergentie van de nucleotidensequenties tussen de verschillende soorten.
Het geslacht omvat meer dan 115 soorten. De typesoort is Dichaea pendula.
Dichaea is een groot geslacht met meer dan honderd soorten orchideeën uit de onderfamilie Epidendroideae.
Het is het grootste geslacht in de subtribus Zygopetalinae, tevens het geslacht met de meest uitgesproken kenmerken, maar toch vrijwel onbekend bij orchideeënliefhebbers. Het zijn epifytische planten van vochtige en beschaduwde tropische montane regenwouden uit Midden- en Zuid-Amerika (van Mexico tot Brazilië), met voor de subtribus ongewone bladstengels met twee rijen kleine, overstaande bladeren, en een bloeiwijze met kleine maar welruikende bloemen.