Physcia is een geslacht van korstmossen behorend tot de familie Physciaceae van de ascomyceten.[1] Het geslacht telt 73 soorten.[2] De korstmossen van het geslacht Physcia komen voor op stenen, de bast van bomen en struiken en op dood hout.
De 2 - 8 cm grote thallus is bladachtig, gelobd, onregelmatig gevormd, rozetvormig of uit een geheel bestaand. Soms vloeien de kolonies samen. De bovenkant is groenachtig grijs of lichtgrijs tot donkergrijs, gewoonlijk bedekt met een witte laag (pruina).
Het vruchtlichaam van de schimmel is een bruin tot zwart, hol tot vlak of iets bol apothecium. Het epihymenium, de laag boven het hymenium, is lichtbruin. Het hymenium en hypothecium zijn kleurloos. De parafysen zijn onvertakt of aan de toppen spaarzaam vertakt. De lichtbruine top van de parafyse is knuppelvormig met een dunne donkerbruine kap. De goed ontwikkelde medulla (merg) is wit of deels geel.
De sporenzakjes zijn cilindrisch tot knuppelvormig en hebben acht ascosporen. De grijsbruine tot bruine of donkerbruine, spoelvormige, dikwandige ascosporen hebben een tussenwand.
Dwarsdoorsnde van het apothecium van Physcia pulverulenta. (Volgens Nienburg, 1913.) t = hymenium, sp=asci, p=parafyse, e=epithecium, h=hypothecium, pt=parathecium of rand, a=algenlaag, m=medulla, r=cortex
Apothecia van Physcia stellaris
Physcia is een geslacht van korstmossen behorend tot de familie Physciaceae van de ascomyceten. Het geslacht telt 73 soorten. De korstmossen van het geslacht Physcia komen voor op stenen, de bast van bomen en struiken en op dood hout.
De 2 - 8 cm grote thallus is bladachtig, gelobd, onregelmatig gevormd, rozetvormig of uit een geheel bestaand. Soms vloeien de kolonies samen. De bovenkant is groenachtig grijs of lichtgrijs tot donkergrijs, gewoonlijk bedekt met een witte laag (pruina).
Het vruchtlichaam van de schimmel is een bruin tot zwart, hol tot vlak of iets bol apothecium. Het epihymenium, de laag boven het hymenium, is lichtbruin. Het hymenium en hypothecium zijn kleurloos. De parafysen zijn onvertakt of aan de toppen spaarzaam vertakt. De lichtbruine top van de parafyse is knuppelvormig met een dunne donkerbruine kap. De goed ontwikkelde medulla (merg) is wit of deels geel.
De sporenzakjes zijn cilindrisch tot knuppelvormig en hebben acht ascosporen. De grijsbruine tot bruine of donkerbruine, spoelvormige, dikwandige ascosporen hebben een tussenwand.
Dwarsdoorsnde van het apothecium van Physcia pulverulenta. (Volgens Nienburg, 1913.) t = hymenium, sp=asci, p=parafyse, e=epithecium, h=hypothecium, pt=parathecium of rand, a=algenlaag, m=medulla, r=cortex
Apothecia van Physcia stellaris