Pseudomys delicatulus és una espècie de rosegador de la família dels múrids. Viu a Austràlia i Papua Nova Guinea. El seu hàbitat natural són les zones obertes sorrenques, ben drenades i amb poca cobertura vegetal. Es creu que no hi ha cap amenaça significativa per a la supervivència d'aquesta espècie.[1] El seu nom específic, delicatulus, significa 'delicadet' en llatí.[2]
Pseudomys delicatulus és una espècie de rosegador de la família dels múrids. Viu a Austràlia i Papua Nova Guinea. El seu hàbitat natural són les zones obertes sorrenques, ben drenades i amb poca cobertura vegetal. Es creu que no hi ha cap amenaça significativa per a la supervivència d'aquesta espècie. El seu nom específic, delicatulus, significa 'delicadet' en llatí.
Die Kleine Australienmaus (Pseudomys delicatulus) ist ein Nagetier in der Gattung der Australischen Mäuse.[1]
Mit einer Kopf-Rumpf-Länge von 55 bis 75 mm, einer Schwanzlänge von 55 bis 80 mm und einem Gewicht von 6 bis 15 g ist die Art einer der kleinsten Vertreter ihrer Gattung. Sie hat 14 bis 19 mm lange Hinterfüße und 10 bis 12 mm lange Ohren. Auf der Oberseite hat das Fell eine gelbbraune bis graubraune Farbe. Die Grenze zur cremefarbenen bis weißen Unterseite ist deutlich.[2]
Die Art hat zwei größere Populationen in Australien. Die erste im Norden von Western Australia, im Norden des Northern Territory sowie im Nordwesten von Queensland. Das Gebiet der anderen Population reicht von Cape York Peninsula über den Osten von Queensland bis in den Nordosten New South Wales. Eine dritte Population kommt im Südwesten von Papua-Neuguinea vor. Die Kleine Australienmaus kann auch auf mehreren kleinen australischen Inseln in der Region angetroffen werden. Als Habitat dienen offene sandige Flächen mit verstreutem Grasbewuchs. Die Art besucht weiterhin Savannen mit offenen Baumbeständen, die intensiv zur Viehhaltung genutzt werden.[3]
Die Kleine Australienmaus gräbt ein mehr oder weniger komplexes Tunnelsystem, in dem sie am Tage ruht. Gelegentlich können sich bis zu vier Exemplare in einem Bau aufhalten. Die Art sucht in der Nacht am Boden nach Nahrung, die hauptsächlich aus Samen von Gräsern und anderen Pflanzen besteht. Zusätzlich werden Früchte, Blätter, Kräuterstängel sowie wirbellose Tiere gefressen.[2]
Allgemein erfolgt die Fortpflanzung im Norden von Australien in der Trockenzeit, während die meisten Paarungen im Süden von Australien auf den Frühling und Sommer fallen. In manchen Bereichen hängt die Paarungszeit eher vom Nahrungsangebot ab, als von der Jahreszeit. Weibchen haben pro Jahr mehrere Würfe mit 3 bis 4 Nachkommen pro Wurf, die nach etwa 30 Tagen Trächtigkeit geboren werden.[2] Nach Grasbränden steigt die Population in betroffenen Gebieten sprunghaft an.[3]
Für den Bestand liegen keine Bedrohungen vor. Die Kleine Australienmaus wird von der IUCN als nicht gefährdet (Least Concern) gelistet.[3]
Die Kleine Australienmaus (Pseudomys delicatulus) ist ein Nagetier in der Gattung der Australischen Mäuse.
The little native mouse (Pseudomys delicatulus), also known as the delicate mouse, is a species of rodent in the family Muridae. The Kunwinjku people of western Arnhem Land call this little creature kijbuk.[2]
It is found in Western Australia, the Northern Territory, Queensland, New South Wales and Papua New Guinea.
The little native mouse has fur that is yellow-brown to grey-brown above and white underneath.[3] It is the smallest of all Australian native mice with a head and body length of 55–75 mm with adults of both sexes being roughly the same in size, weight (6–15 g) and colour.[4] In Arnhem Land, the only place the species has been studied at length, breeding takes place in July and August. Two to four young are born in a grass-lined nesting chamber after a gestation of 28–31 days. At birth the eyes are shut and the ears tightly folded back, they develop quickly and are independent of the mother around four weeks of age.[5]
The species is found in sandy, well drained, sparsely covered savanna.[1] The animal lives in hollow logs, under pieces of bark, or in burrows, the design of which varies with local conditions: in hard granite sand ridges the burrow is shallow, intricately constructed retreats with many false passages and one main nesting chamber; in sandy conditions the burrows are deep simple structures around two metres long and with only one main chamber. It occasionally excavates burrows in termite mounds.[3]
Grass seeds from native grasses comprise most of their diet.
The little native mouse (Pseudomys delicatulus), also known as the delicate mouse, is a species of rodent in the family Muridae. The Kunwinjku people of western Arnhem Land call this little creature kijbuk.
It is found in Western Australia, the Northern Territory, Queensland, New South Wales and Papua New Guinea.
Pseudomys delicatulus Pseudomys generoko animalia da. Karraskarien barruko Murinae azpifamilia eta Muridae familian sailkatuta dago.
Pseudomys delicatulus Pseudomys generoko animalia da. Karraskarien barruko Murinae azpifamilia eta Muridae familian sailkatuta dago.
Il topo australiano delicato (Pseudomys delicatulus Gould, 1842) è un roditore della famiglia dei Muridi diffuso in Australia e Nuova Guinea.[1][2]
Roditore di piccole dimensioni, con la lunghezza della testa e del corpo tra 50,2 e 61,7 mm, la lunghezza della coda tra 61,1 e 84,1 mm, la lunghezza del piede tra 15,2 e 17,2 mm, la lunghezza delle orecchie tra 10,6 e 12,8 mm e un peso fino a 12 g.[3]
Il corpo è gracile. Le parti superiori variano dal bruno-giallastro al grigio-giallastro, con dei riflessi più accesi sul muso e lungo i fianchi. Sono presenti degli anelli scuri intorno agli occhi, grandi e sporgenti. Le guance sono bianche. Le parti ventrali sono bianco-giallastre, con la base dei peli grigia, tranne che sul petto. La coda è più lunga della testa e del corpo, marrone chiaro sopra, bianca sotto. Sono presenti 24-25 anelli di scaglie per centimetro. La pianta dei piedi ha dei peli e dei piccoli granuli tra i cuscinetti posteriori. Il cariotipo è 2n=48 FN=56-58.
È una specie notturna e terricola. Costruisce tane semplici o si rifugia in alberi caduti
Si nutre principalmente di semi, frutta, parti vegetali e alcuni insetti
Si riproduce durante tutto l'anno se le condizioni ambientali sono favorevoli. Le femmine danno alla luce 2-4 piccoli ogni 5 settimane. I giovani diventano indipendenti dopo 3-4 settimane.
Questa specie è diffusa nella Nuova Guinea sud-orientale, Australia settentrionale e orientale ed alcune isole vicine.
Vive in zone erbose su terreni sabbiosi e ben drenati. Può sopravvivere anche in savane alberate degradate e convertite al pascolo.
Sono state riconosciute 2 sottospecie:
La IUCN Red List, considerato il vasto areale, la presenza in diverse aree protette, la popolazione numerosa e la tolleranza al degrado del proprio habitat, classifica P.delicatulus come specie a rischio minimo (LC).[1]
Il topo australiano delicato (Pseudomys delicatulus Gould, 1842) è un roditore della famiglia dei Muridi diffuso in Australia e Nuova Guinea.
Pseudomys delicatulus is een knaagdier uit het geslacht Pseudomys dat voorkomt in Australië en Nieuw-Guinea. Zijn Australische verspreidingsgebied loopt in een brede strook langs de noordelijke kust van Noordwest-West-Australië tot Zuidoost-Queensland. In Nieuw-Guinea komt hij voor in het Morehead-gebied in de vlaktes van de Fly River. De soort leeft in open gebieden met dunne vegetatie.
Dit is een zeer kleine soort. De rug is geelbruin, het gezicht en de flanken zijn lichter. De buik, de onderkant van het gezicht en de nek zijn wit of crèmekleurig. De voeten en de neus zijn roze. Om het oog zit een donkere ring. De staart is van boven lichtbruin en wit van onder. De kop-romplengte bedraagt 50 tot 62 mm, de staartlengte 61 tot 84 mm, de achtervoetlengte 15 tot 17 mm, de oorlengte 11 tot 13 mm en het gewicht 6 tot 12 gram. Vrouwtjes hebben 2+2=4 mammae. De schedel is tot 20,5 mm lang.
Deze soort leeft op de grond en is 's nachts actief. Het dier eet zaden, fruit, wortels en insecten. Hij slaapt in een hol. De muis kan altijd paren; het vrouwtje kan elke vijf weken twee tot drie jongen voortbrengen.
Pseudomys delicatulus is een knaagdier uit het geslacht Pseudomys dat voorkomt in Australië en Nieuw-Guinea. Zijn Australische verspreidingsgebied loopt in een brede strook langs de noordelijke kust van Noordwest-West-Australië tot Zuidoost-Queensland. In Nieuw-Guinea komt hij voor in het Morehead-gebied in de vlaktes van de Fly River. De soort leeft in open gebieden met dunne vegetatie.
Dit is een zeer kleine soort. De rug is geelbruin, het gezicht en de flanken zijn lichter. De buik, de onderkant van het gezicht en de nek zijn wit of crèmekleurig. De voeten en de neus zijn roze. Om het oog zit een donkere ring. De staart is van boven lichtbruin en wit van onder. De kop-romplengte bedraagt 50 tot 62 mm, de staartlengte 61 tot 84 mm, de achtervoetlengte 15 tot 17 mm, de oorlengte 11 tot 13 mm en het gewicht 6 tot 12 gram. Vrouwtjes hebben 2+2=4 mammae. De schedel is tot 20,5 mm lang.
Deze soort leeft op de grond en is 's nachts actief. Het dier eet zaden, fruit, wortels en insecten. Hij slaapt in een hol. De muis kan altijd paren; het vrouwtje kan elke vijf weken twee tot drie jongen voortbrengen.
Pseudomysz delikatna[3] (Pseudomys delicatulus) – gatunek gryzonia z rodziny myszowatych, występujący w Australii i na Nowej Gwinei[2][4].
Gatunek ten został opisany naukowo w 1842 roku przez Johna Goulda[4][5]. Miejsce typowe to Port Essington w Terytorium Północnym w Australii[4]. Analizy budowy plemników i badania elektroforetyczne enzymów wskazują na pokrewieństwo tego gatunku z pseudomyszą malutką (P. novaehollandiae) i pseudomyszą pośrednią (P. pilligaensis)[4]. Zwierzęta opisane jako pseudomysz pośrednia mogą w rzeczywistości być populacją pseudomyszy delikatnej, która w przeszłości krzyżowała się z pseudomyszą malutką[2]. Do tej samej podgrupy blisko spokrewnionych gatunków zaliczane są także pseudomysz akacjowa (P. bolami), pseudomysz piaskowa (P. hermannsburgensis) i jeden nieopisany gatunek[6]. Populacje pseudomyszy delikatnej z Queenslandu i Terytorium Północnego mogą być allopatrycznymi podgatunkami, a te żyjące na zachodzie zasięgu nawet oddzielnym gatunkiem[6][2].
Nazwa łacińska Pseudomys pochodzi od stgr. ψευδής pseudes – fałszywa oraz μῦς mus – mysz[7]. W wydanej w 2015 roku przez Muzeum i Instytut Zoologii Polskiej Akademii Nauk publikacji „Polskie nazewnictwo ssaków świata” gatunkowi nadano nazwę pseudomysz delikatna[3]. W Australii zwierzę nosi angielską nazwę delicate mouse[8] oraz aborygeńską nazwę Molinipi[9].
Pseudomysz delikatna występuje w północnej i wschodniej części kontynentu australijskiego, od Port Hedland w Australii Zachodniej po Bundaberg w Queenslandzie, oraz na przybrzeżnych wyspach takich jak Groote Eylandt, Wyspa Melville’a i Wielka Wyspa Piaszczysta. Stwierdzono jej obecność także w Nowej Południowej Walii, daleko na południe od wcześniej znanych miejsc występowania. Populacja żyje także po drugiej stronie Cieśniny Torresa, w Papui-Nowej Gwinei, na południe od rzeki Fly[2][4]. Jej zasięg jest duży, ale nieciągły[2].
Pseudomysz delikatna jest spotykana na piaszczystych, otwartych obszarach, z których woda deszczowa może łatwo odpływać, rzadko porośniętych trawami. Jest w stanie przetrwać na rzadko porośniętej drzewami sawannie, zdegradowanej przez ludzką działalność i intensywny wypas[2].
Jest to najmniejszy z rodzimych australijskich gryzoni, o masie od 6 do 15 gramów, choć zazwyczaj nie przekracza 10 g[6][8]. Wierzch jej ciała jest żółtobrązowy do szarobrązowego, spód ciała jest biały lub kremowy[8], podobnie jak boki pyszczka i stopy[5]. Boki ciała mają żółtawe zabarwienie; futro jest miękkie i krótkie. Stopy są smukłe, cienki ogon jest prawie równej długości co ciało z głową. Jest ubarwiona podobnie do europejskiej myszarki zaroślowej (Apodemus sylvaticus)[5].
Pseudomysz delikatna żywi się głównie nasionami traw. Prowadzi naziemny tryb życia, kopie nieskomplikowane nory o głębokości do 40 cm. Czasem buduje je w termitierach[8]. Rozród jest zależny od dostępności pokarmu, samice mogą w ciągu roku wydać na świat kilka miotów po 3–4 młode[2].
Trend zmian liczebności pseudomyszy delikatnej nie jest znany. Wiadomo, że wzrasta ona znacząco po pożarach traw. Nie są znane poważne zagrożenia dla istnienia gatunku i występuje on w wielu obszarach chronionych, takich jak Park Narodowy Kakadu[2]. Gryzonie te mogą padać ofiarą introdukowanych drapieżników, lisów rudych i kotów domowych[8]. Międzynarodowa Unia Ochrony Przyrody uznaje pseudomysz delikatną za gatunek najmniejszej troski[2]. W Nowej Południowej Walii, gdzie stwierdzono jej występowanie tylko przy granicy z Queenslandem, jest zaliczona do gatunków zagrożonych wyginięciem (ang. endangered)[8].
Pseudomysz delikatna (Pseudomys delicatulus) – gatunek gryzonia z rodziny myszowatych, występujący w Australii i na Nowej Gwinei.
Pseudomys delicatulus é uma espécie de roedor da família Muridae.
Pode ser encontrada nos seguintes países: Austrália e Papua-Nova Guiné.
Pseudomys delicatulus é uma espécie de roedor da família Muridae.
Pode ser encontrada nos seguintes países: Austrália e Papua-Nova Guiné.
Pseudomys delicatulus[2] är en däggdjursart som först beskrevs av Gould 1842. Pseudomys delicatulus ingår i släktet australmöss och familjen råttdjur.[3][4] IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig.[1] Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.[3]
Denna gnagare förekommer i norra och nordöstra Australien samt på södra Nya Guinea och på flera mindre öar i regionen. Habitatet utgörs främst av gräsmarker med glest fördelad växtlighet och dessutom besöks savanner med några träd som domineras av gräs. Varje år föds vanligen flera kullar. Antalet ungar per kull är oftast tre eller fyra.[1]
Pseudomys delicatulus är en däggdjursart som först beskrevs av Gould 1842. Pseudomys delicatulus ingår i släktet australmöss och familjen råttdjur. IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.
Denna gnagare förekommer i norra och nordöstra Australien samt på södra Nya Guinea och på flera mindre öar i regionen. Habitatet utgörs främst av gräsmarker med glest fördelad växtlighet och dessutom besöks savanner med några träd som domineras av gräs. Varje år föds vanligen flera kullar. Antalet ungar per kull är oftast tre eller fyra.
Pseudomys delicatulus là một loài động vật có vú trong họ Chuột, bộ Gặm nhấm. Loài này được Gould mô tả năm 1842.[2]
Pseudomys delicatulus là một loài động vật có vú trong họ Chuột, bộ Gặm nhấm. Loài này được Gould mô tả năm 1842.
작은토착쥐 또는 델리키트쥐(Pseudomys delicatulus)는 쥐과에 속하는 설치류의 일종이다.[2] 오스트레일리아 웨스턴오스트레일리아주와 노던 준주, 퀸즐랜드주, 뉴사우스웨일스주, 파푸아뉴기니에서 발견된다.
작은토착쥐는 등 쪽이 노랑-갈색부터 회색-갈색 털을 갖고 있으며, 배 쪽은 희다.[3] 몸길이가 55~75mm로 오스트레일리아에서 가장 작은 토착쥐로 다 자란 암수 모두 크기와 몸무게(6~15g), 털 색 등이 거의 같다.[4] 아른험랜드가 번식 기간이 알려진 유일한 장소로 7월과 8월에 번식을 한다. 풀이 줄지어 자라는 둥지에서 약 28~31일의 임신 기간 이후에 2~4마리의 새끼를 낳는다. 눈을 뜨지 못하고 귀는 완전히 뒤로 접혀진 상태로 태어나고 빨리 자라서 생후 약 4주가 되면 어미로부터 독립한다.[5]
물이 잘 빠지는 모래흙 지역과 간헐적으로 사바나 지대에서도 발견된다.[1] 속이 빈 나무 구멍 속과 나무 껍질 아래 또는 굴 속에서 살고 지역 조건에 따라 다양한 곳에서 서식한다. 딱딱한 화강암 모래 능선 지역에서는 얕고 복잡하게 굴을 파고 여러 개의 가짜 통로와 하나의 주요 보금자리 둥지로 이루어진 굴 속에 숨는다. 모래흙 지역에서는 단지 하나의 주요 둥지를 가진 약 2m 길이의 깊고 단순한 구조의 굴을 판다. 때로는 흰개미 흙더미에 굴을 파기도 한다.[3]
작은토착쥐 먹이의 대부분은 식물 씨앗이다.