Coregonus lucinensis és una espècie de peix de la família dels salmònids i de l'ordre dels salmoniformes.
Es troba a Europa: és una espècie de peix endèmica d'Alemanya.[3]
Menja quironòmids i Mysis relicta.[3]
Coregonus lucinensis és una espècie de peix de la família dels salmònids i de l'ordre dels salmoniformes.
Die Luzin-Maräne (Coregonus lucinensis) ist ein Süßwasserfisch aus der Unterfamilie Coregoninae. Sie kommt nur im Breiten Luzin in Mecklenburg-Vorpommern vor. Durch das Anlanden der Fische mit Stellnetzen aus großer Tiefe (ca. 50 m) geben diese ein quietschendes Geräusch von sich, da dann die Luft auf Grund der unterschiedlichen Druckverhältnisse aus der Schwimmblase entweicht. Deshalb werden die Fische von Einheimischen Luzin-Quietschbauch oder Quietschbükers genannt.
Die Luzin-Maräne sieht den anderen Coregoninae durch ihre heringsartige Gestalt und ihre zahlreichen kleinen Rundschuppen mit Silberglanz sowie durch ihre Fettflosse ähnlich. Sie ist allerdings deutlich kleiner als der Durchschnitt der Gattung, denn die maximale Länge beträgt 160 mm. Außerdem ist sie vergleichsweise dickbauchig und hat verhältnismäßig große Augen.
Da sie nur im Breiten Luzin vorkommt, ist sie somit möglicherweise die einzige in Mecklenburg-Vorpommern endemische Wirbeltierart; allerdings könnte es sich bei der Schaalseemaräne (Coregonus holsatus) im Drewitzer See ebenfalls um einen, wenn auch allochthonen, Endemiten handeln.
Normalerweise hält sich die Luzin-Maräne in tieferen Wasserregionen zwischen 20 und 58 m Tiefe auf, was auch ihre geringe Größe und ihre großen Augen erklärt. In flachere Gewässerabschnitte wandert sie nur zur Fortpflanzung. Ihre Laichzeit liegt zwischen April und Juli. Hauptsächlich ernährt sie sich von der Schwebegarnele (Mysis relicta).[1]
Die Luzin-Maräne wird fischereilich nicht speziell genutzt. Aufgrund ihres geringen Verbreitungsgebietes steht sie auf der Roten Liste der IUCN als „Vulnerable (VU)“.
Die Luzin-Maräne (Coregonus lucinensis) ist ein Süßwasserfisch aus der Unterfamilie Coregoninae. Sie kommt nur im Breiten Luzin in Mecklenburg-Vorpommern vor. Durch das Anlanden der Fische mit Stellnetzen aus großer Tiefe (ca. 50 m) geben diese ein quietschendes Geräusch von sich, da dann die Luft auf Grund der unterschiedlichen Druckverhältnisse aus der Schwimmblase entweicht. Deshalb werden die Fische von Einheimischen Luzin-Quietschbauch oder Quietschbükers genannt.
Coregonus lucinensis es una especie de pez de la familia Salmonidae en el orden de los Salmoniformes.
Se encuentra en Europa: es una especie endémica de Alemania.[1]
Come quironómidos y Mysis relicta .
Coregonus lucinensis es una especie de pez de la familia Salmonidae en el orden de los Salmoniformes.
Coregonus lucinensis Coregonus generoko animalia da. Arrainen barruko Salmonidae familian sailkatzen da.
Coregonus lucinensis Coregonus generoko animalia da. Arrainen barruko Salmonidae familian sailkatzen da.
Coregonus lucinensis (Duits: Luzin-Maräne) is een straalvinnige vissensoort uit de familie van de zalmen (Salmonidae) en de onderfamilie houtingen. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1933 door August Thienemann als ondersoort van de kleine marene (C. albula lucinensis). De Luzin-Maräne is een endemische vissoort in Duitsland.[2]
Deze houtingsoort wordt hoogstens 16 cm. De vis verschilt van andere soorten houtingen zoals de kleine marene door zijn kleine formaat en bij zorgvuldig meting van tal van lichaamskenmerken in hun verhouding tot de lengte van de vis. Er zijn 72 tot 82 schubben op de zijlijn.[3]
Coregonus lucinensis komt alleen voor in een klein meer (Breiter Luzin, 3,54 km²), in de Duitse deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren. De vis verblijft in diep (20 tot 58 m) open water en paait in mei en juni. De vis foerageert op de bodem, voornamelijk op larven van dansmuggen en aasgarnalen.[3]
De soort staat als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN omdat de populatie in de jaren 1970 sterk achteruitging door eutrofiëring. Daarna verbeterde de waterkwaliteit en nemen de aantallen weer toe, maar de introductie van verwante soorten houtingen in het meer kan schadelijk zijn voor het voorbestaan van deze soort.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesCoregonus lucinensis (Duits: Luzin-Maräne) is een straalvinnige vissensoort uit de familie van de zalmen (Salmonidae) en de onderfamilie houtingen. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1933 door August Thienemann als ondersoort van de kleine marene (C. albula lucinensis). De Luzin-Maräne is een endemische vissoort in Duitsland.