Coregonus atterensis és una espècie de peix de la família dels salmònids i de l'ordre dels salmoniformes.
Els mascles poden assolir els 40 cm de llargària total.[3][4]
Fresa a les aigües obertes.[3]
Menja zooplàncton i invertebrats bentònics.[5]
Viu entre 10-30 m de fondària.[3]
Es troba a Europa: llacs Attersee i Mondsee (Àustria).[3]
Coregonus atterensis és una espècie de peix de la família dels salmònids i de l'ordre dels salmoniformes.
Die Attersee-Reinanke (Coregonus atterensis) ist ein Süßwasserfisch aus der Unterfamilie Coregoninae.
Die Attersee-Reinanke weist, wie auch die meisten anderen Maränen, eine heringsartige Gestalt sowie auch eine Fettflosse auf. Sie verfügt des Weiteren über eine Vielzahl silbriger Rundschuppen und erreicht höchstens eine Länge von 40 cm.
Die Attersee-Reinanke kommt endemisch im Attersee in Österreich, im Millstätter See und im Ossiacher See vor. Ob es sich bei der Population im Mondsee auch um C. atterensis handelt, ist fraglich. Möglicherweise wurden diese Anfang des 20. Jahrhunderts aus dem Attersee in den Mondsee eingeführt. Die Tatsache, dass die Laichzeit im Mondsee einen Monat früher stattfindet als die im Attersee, verstärkt noch die Zweifel.
Die Attersee-Reinanke lebt pelagisch und hält sich für gewöhnlich nicht tiefer als 30 m unter der Wasseroberfläche auf. Sie laicht im Attersee von Februar bis März in 20–40 m Tiefe, im Mondsee von Dezember bis Januar in Küstennähe. Der Laich sinkt zu Boden. Die Reinanken im Mondsee erreichen ein Alter von bis zu sechs Jahren. Bevorzugt ernähren sie sich von Zooplankton, verzehren aber auch in geringen Mengen am Boden lebende Wirbellose. Die Exemplare im Attersee werden üblicherweise mit vier, die im Mondsee bereits mit drei Jahren geschlechtsreif.
Auf der Roten Liste der IUCN ist die Attersee-Reinanke als „Vulnerable (VU)“ (gefährdet) gelistet. Dies resultiert allein schon aus ihrem kleinen Verbreitungsgebiet. Außerdem machen ihr noch die zusätzlich eingeführten Arten der Gattung Coregonus zu schaffen, da sie zum einen für Konkurrenzdruck, zum anderen für Hybridbildung verantwortlich sind. Die Attersee-Reinanke wird als Speisefisch geschätzt.
Die Attersee-Reinanke (Coregonus atterensis) ist ein Süßwasserfisch aus der Unterfamilie Coregoninae.
Coregonus atterensis es una especie de pez de la familia Salmonidae en el orden de los Salmoniformes.
Come zoo plancton e invertebrados bentónicos.
Vive entre 10-30 m de profundidad.
Se encuentra en Europa: lagos lago Attersee y lago Mondsee (Austria).
Coregonus atterensis es una especie de pez de la familia Salmonidae en el orden de los Salmoniformes.
Coregonus atterensis Coregonus generoko animalia da. Arrainen barruko Salmonidae familian sailkatzen da.
Coregonus atterensis Coregonus generoko animalia da. Arrainen barruko Salmonidae familian sailkatzen da.
Coregonus atterensis is een straalvinnige vissensoort uit de familie van de zalmen (Salmonidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1997 door Maurice Kottelat. Het is een endemische vissoort in Oostenrijk die daar Reinanke wordt genoemd.
De vis kan maximaal 40 cm lang worden. De kenmerken van deze houting die hem onderscheiden van andere soorten houting in deze wateren zijn: 21 tot 32 kieuwboogaanhangsels (in de Attersee) en 28 tot 32 in de Mondsee, verder donkere vinnen, een puntige snuit en een bijna eindstandige maar iets naar beneden gerichte bek en 73 tot 92 (gemiddeld 81) schubben op de zijlijn.[2][3]
De vis komt alleen voor in de Attersee en de mogelijk nog in de Mondsee in Oostenrijk. Het is een vis die zich uitsluitend in open water ophoudt, boven diep (10 tot 30 m) water. De vis paait ook in open water, het viskuit wordt dicht onder het wateroppervlak afgezet boven diep water. De paai vindt in de Mondsee plaats in de winter, van eind december tot in januari, in de Attersee van februari tot half maart. De eieren zakken vervolgens naar de bodem. De volwassen vis foerageert op zoöplankton maar ook wel op ongewervelde dieren op de waterbodem.[2]
De soort is nu schaars in de Attersee en de populatie in de Mondsee moet nader worden onderzocht. De houtingpopulaties worden nu gedomineerd door houtingsoorten die later zijn geïntroduceerd. Om deze reden staat deze soort als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesCoregonus atterensis is een straalvinnige vissensoort uit de familie van de zalmen (Salmonidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1997 door Maurice Kottelat. Het is een endemische vissoort in Oostenrijk die daar Reinanke wordt genoemd.
阿特爾澤白鮭,為輻鰭魚綱鮭形目鮭科的一種,被IUCN列為次級保育類動物,分布於奧地利間的Attersee與Mondsee湖,體長可達40公分,棲息深度在水深10至30公尺,繁殖期在水淺處產卵,屬肉食性,以水生昆蟲等為食,可做為食用魚。