De paarssteelschijnridderzwam (Lepista personata) is een vrij algemeen voorkomende paddenstoel uit de familie Tricholomataceae. De soort lijkt op de paarse schijnridderzwam (Lepista nuda), maar die heeft een lila hoed. Een andere verwante soort is de vaalpaarse schijnridderzwam (Lepista sordida).
De paarssteelschijnridderzwam heeft een licht grijze tot beige-bruine hoed, die bij jonge exemplaren bol is en later ingedeukt kan worden. De hoedrand kan daarbij een golvend patroon vertonen. De hoed is glad en kan een diameter van 8 tot 10 centimeter bereiken. Het witte vruchtvlees heeft een vaste textuur.
De steel is lichtpaars van kleur, wordt tot 6 tot 7 centimeter hoog, 2 tot 3 centimeter in diameter en is bedekt met ruwe vezels. De lamellen zijn crèmekleurig tot bruin, zelden met een zwakke lila gloed. Ze kunnen afhankelijk van exemplaar tot exemplaar aan de steel vastzitten of niet.
De sporen zijn paars en ellipsvormig. De diameter ervan varieert van 4 tot 8 micrometer. De spore-afdruk is lichtpaars.
De paarssteelschijnridderzwam is eetbaar, maar kan bij individuen allergische reacties veroorzaken. Deze treden voornamelijk op wanneer de paddenstoel rauw wordt geconsumeerd. Een bijkomend gevolg van het rauw eten is indigestie. De zwammen kunnen verwerkt worden in een omelet of gebakken worden in boter.
De paarssteelschijnridderzwam groeit in de herfst en de vroege winter en komt voor in parken, tuinen, bossen en weilanden. De paddenstoel groeit overwegend op humusrijke of voedselrijke bodems. Hij komt in rijen en kringen voor. Hoewel de soort voorkomt over geheel Europa, is ze op sommige plaatsen zeldzaam. Ze komt sporadisch voor in Noord-Amerika.
De paddenstoel kent talrijke synoniemen:
De paarssteelschijnridderzwam (Lepista personata) is een vrij algemeen voorkomende paddenstoel uit de familie Tricholomataceae. De soort lijkt op de paarse schijnridderzwam (Lepista nuda), maar die heeft een lila hoed. Een andere verwante soort is de vaalpaarse schijnridderzwam (Lepista sordida).