De winterbloeiende kers (Prunus subhirtella) is een sierkers, die behoort tot de rozenfamilie. De boom wordt vegetatief vermeerderd door zomerstek of geënt op een onderstam en aangeplant in lanen, parken en plantsoenen.
Soort
De boom wordt tot 12 meter hoog en vormt een brede, dichte kroon. Het frisgroene, 3 – 8 cm lange, eironde, behaarde blad heeft een dubbelgezaagde rand en een 2 cm lange bladsteel.
De boom bloeit voordat het blad tevoorschijn komt vanaf maart met witte of lichtroze bloemen. De bloemen zijn 15 mm groot en staan met 2 - 5 in bloemschermen bij elkaar.
De purpere tot zwarte, eironde vrucht is 9 mm groot.
Rassen
- Autumnalis is in 1901 vanuit Japan in Engeland ingevoerd. De boom wordt tot 7 meter hoog en vormt een brede, waaiervormige, afgeplatte kroon. De boom bloeit als het niet vriest van november tot april met halfgevulde bloemen. De bloemen verbloeien van roze naar meer wit en hebben roze meeldraden. Er worden zelden vruchten gevormd. Dit ras is gevoelig voor tak- en bloesemsterfte.
- Autumnalis Rosea vormt een tot 7 meter hoge boom en vormt een brede, waaiervormige, afgeplatte kroon. De boom bloeit als het niet vriest van november tot april met halfgevulde, 2 cm grote bloemen. De bloemen verbloeien van donkerroze naar lichtroze. In de winter zitten de bloemtrossen, maar tijdens het verschijnen van het blad zijn de bloemtrossen gesteeld. Het jonge blad is iets bronskleurig. Er worden weinig, onopvallende vruchten gevormd. In de winter geplukte takken van dit ras kunnen in bloei getrokken worden. Dit ras heeft de Award of Garden Merit van de Royal Horticultural Society's in 2013 gekregen.[1]
- Pendula is een brede treurboom met neerhangende takken. De 1 cm grote bloemen zijn lichtroze. Er worden weinig, ronde, glimmend zwarte vruchten gevormd.
Ziekten
De winterbloeiende kers is gevoelig voor tak- en bloesemsterfte (Monilinia fructigena en Monilinia laxa).
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties