Vetkruid (Sedum) is een geslacht uit de vetplantenfamilie (Crassulaceae) met vierhonderd tot vijfhonderd soorten.
In het Duits worden de planten 'Fetthennen' genoemd, vermoedelijk afgeleid van hennen en kuikens, en verwijzend naar de gemakkelijke manier van zijdelings afleggen voor vermenigvuldiging. In het Engels worden veel soorten als stonecrop aangeduid.
De soorten komen voor op het gehele noordelijk halfrond. De planten zijn succulenten die water in hun bladeren opslaan. De bloem heeft meestal vijf kroonbladen, een enkele keer vier of zes. Er zijn twee keer zoveel meeldraden als kroonbladen.
De planten hebben een aangepaste stofwisseling. Kooldioxide wordt 's nachts door huidmondjes opgenomen en in appelzuur verwerkt. Overdag staat het dan ter beschikking van fotosynthese. De scherpte van de smaak door appelzuur neemt gedurende de dag af. De huidmondjes in de bladeren zijn zoals bij veel vetplanten alleen 's nachts geopend om gedurende de hete en droge dag verlies van vocht te minimaliseren.
In de Benelux komt een aantal soorten in het wild voor, waaronder:
Hiernaast zijn hier beschreven:
Andere soorten zijn:
Veel Sedum-soorten worden gekweekt als tuinplant ter wille van de kleurige bloemen, de gemakkelijke kweek, de geringe benodigde verzorging en het aantrekkelijke uiterlijk.
De eisen kunnen wel sterk uiteenlopen: sommige soorten zijn warmteminnend en kunnen slecht tegen vorst, andere soorten zijn zeer vorstbestendig maar kunnen weer slecht tegen een warm klimaat.
De planten worden gebruikt als dakbegroeiing.
Adromischus · Aeonium · Aichryson · Chiastophyllum · Cotyledon · Crassula · Diamorpha · Dudleya · Echeveria · Graptopetalum · Greenovia · Hylotelephium · Hypagophytum · Jovibarba · Kalanchoe (Kalanchoë) · Lenophyllum · Monanthes · Orostachys · Pachyphytum · Perrierosedum · Phedimus · Pistorinia · Prometheum · Pseudosedum · Rhodiola · Rosularia · Sedum (Vetkruid) · Sempervivum (Huislook) · Thompsonella · Tylecodon · Umbilicus · Villadia
Vetkruid (Sedum) is een geslacht uit de vetplantenfamilie (Crassulaceae) met vierhonderd tot vijfhonderd soorten.
In het Duits worden de planten 'Fetthennen' genoemd, vermoedelijk afgeleid van hennen en kuikens, en verwijzend naar de gemakkelijke manier van zijdelings afleggen voor vermenigvuldiging. In het Engels worden veel soorten als stonecrop aangeduid.
De soorten komen voor op het gehele noordelijk halfrond. De planten zijn succulenten die water in hun bladeren opslaan. De bloem heeft meestal vijf kroonbladen, een enkele keer vier of zes. Er zijn twee keer zoveel meeldraden als kroonbladen.
De planten hebben een aangepaste stofwisseling. Kooldioxide wordt 's nachts door huidmondjes opgenomen en in appelzuur verwerkt. Overdag staat het dan ter beschikking van fotosynthese. De scherpte van de smaak door appelzuur neemt gedurende de dag af. De huidmondjes in de bladeren zijn zoals bij veel vetplanten alleen 's nachts geopend om gedurende de hete en droge dag verlies van vocht te minimaliseren.
In de Benelux komt een aantal soorten in het wild voor, waaronder:
Hemelsleutel (Sedum telephium) Muurpeper (Sedum acre) Roze vetkruid (Sedum spurium) Wit vetkruid (Sedum album) Tripmadam (Sedum reflexum) Zacht vetkruid (Sedum sexangulare)Hiernaast zijn hier beschreven:
Sedum cepaea Omgebogen vetkruid Sedum hispanicum Spaans vetkruid Sedum iwarenge Sedum roseum Sedum sexangulare Zacht vetkruid Sedum spectabile Sedum villosum Sedum caeruleum Sedum anacampseros Liefdesvetkruid Sedum albumAndere soorten zijn:
Alpen vetkruid (Sedum montanum) Dik vetkruid (Sedum dasyphyllum) Sierlijk vetkruid (Sedum forsterianum)