Antechinus adustus is een buidelmuis uit het geslacht Antechinus die voorkomt in tropisch bos in Queensland van Paluma tot Mount Spurgeon, op minstens 800 m hoogte. Dit dier leeft op de grond en eet insecten. Na de paartijd van eind juni tot eind juli sterven alle mannetjes. In het begin van augustus hebben sommige vrouwtjes al jongen in hun buidel, waar ze vier tot vijf weken blijven. Tot eind november worden de jongen gezoogd. Deze soort werd tot 2000 als een ondersoort van Stuarts breedvoetbuidelmuis (A. stuartii) gezien.
Deze soort lijkt op Stuarts breedvoetbuidelmuis, maar heeft een donkerdere en langere vacht. De bovenkant is bruinachtig, de onderkant geelbruin. De dunne staart is lichtbruin van kleur. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 119 mm, de staartlengte 89 tot 103 mm en het gewicht voor vrouwtjes 21 tot 34 g en 30 tot 42 g voor mannetjes. Vrouwtjes hebben 6 mammae.
Antechinus adustus is een buidelmuis uit het geslacht Antechinus die voorkomt in tropisch bos in Queensland van Paluma tot Mount Spurgeon, op minstens 800 m hoogte. Dit dier leeft op de grond en eet insecten. Na de paartijd van eind juni tot eind juli sterven alle mannetjes. In het begin van augustus hebben sommige vrouwtjes al jongen in hun buidel, waar ze vier tot vijf weken blijven. Tot eind november worden de jongen gezoogd. Deze soort werd tot 2000 als een ondersoort van Stuarts breedvoetbuidelmuis (A. stuartii) gezien.
Deze soort lijkt op Stuarts breedvoetbuidelmuis, maar heeft een donkerdere en langere vacht. De bovenkant is bruinachtig, de onderkant geelbruin. De dunne staart is lichtbruin van kleur. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 119 mm, de staartlengte 89 tot 103 mm en het gewicht voor vrouwtjes 21 tot 34 g en 30 tot 42 g voor mannetjes. Vrouwtjes hebben 6 mammae.