De vliervlinder (Ourapteryx sambucaria) is een opvallend grote, zeer lichtkleurige spanner.
De oogvlekken aan de punten van de achtervleugels wekken de indruk dat de kop aan de achterkant zit. De vleugels zijn tot 2,5 cm lang en bedekken het, bij de vrouwtjes dikke en bij de mannetjes slanke, achterlijf helemaal.
De vliervlinder komt voor in Europa en in de gematigde gebieden van Azië en is in Nederland vrij algemeen voorkomend in tuinen, parken, vochtige loofbossen met vlierstruiken of andere dichte struiken zoals bosrank. Hij is waar te nemen van juni tot en met augustus.
De vliervlinder rust overdag op schaduwrijke plekken en vliegt 's nachts.
De waardplanten zijn sleedoorn, meidoorn, klimop, vlier, bosrank en liguster.
De vliervlinder (Ourapteryx sambucaria) is een opvallend grote, zeer lichtkleurige spanner.