Gewoon dikkopmos (Brachythecium rutabulum) is een soort mos van het geslacht Brachythecium (dikkopmossen).
Het is een algemene, kosmopolitische soort die voorkomt in uiteenlopende biotopen en op zeer verschillende substraten.
De botanische naam Brachythecium is afkomstig van het Oudgrieks βραχύς, brachus (kort), en θήκη, thēkē (doos). De soortaanduiding rutabulum zou afkomstig zijn van het Latijnse rutrum en betekent 'pook' of 'vaan'.[bron?]
Het gewoon dikkopmos is een mattenvormende plant met een liggende stengel, tot 15 cm lang, onregelmatig vertakt. De stengelblaadjes zijn geel- tot grasgroen, tot 3 mm lang, eirond met spitse top, met een nerf tot halverwege het blad en met een fijn getande bladrand. Aan de top van de stengel zijn de blaadjes aanliggend, waardoor de toppen een karakteristieke, lichtgroene kleur vertonen.
Het gewoon dikkopmos geeft overvloedig sporofyten. Het sporenkapsel of sporogoon is aanvankelijk groen, bij rijpheid roodbruin, gekromd, horizontaal of schuin op een ruwe, tot 10 cm lange steel.
Het gewoon dikkopmos groeit op allerlei substraten, op (meestal voedselrijke) bodem, dood hout, schors, rotsen, stenen muren, op afval, en zowel op open als op beschaduwde plaatsen. Het is een zeer algemene plant in gazons.
Het gewoon dikkopmos is algemeen voorkomend en wereldwijd verspreid.
Bronnen, noten en/of referentiesGewoon dikkopmos (Brachythecium rutabulum) is een soort mos van het geslacht Brachythecium (dikkopmossen).
Het is een algemene, kosmopolitische soort die voorkomt in uiteenlopende biotopen en op zeer verschillende substraten.