Guaiacum (soms foutief: Guajacum) is een klein genus in de familie Zygophyllaceae. Het bestaat uit zo'n vier tot zes soorten van harshoudende, overblijvende struiken en bomen uit de tropische en subtropische gebieden van Amerika. De bomen kennen een trage groei en kunnen tot een twintig meter hoog worden, maar gewoonlijk halen ze niet meer dan de helft van die hoogte.
De leden van dit genus hebben echter ook gewaardeerde bloemen[1]. Guaiacum officinale is de nationale bloem van Jamaica.[2] De andere bekende soort Guaiacum sanctum is de nationale boom van de Bahama's.[3] In Florida en Californië worden Guaiacumsoorten gekweekt als sierplant. Plaatselijk gelden ze als invasieve soorten.
Guaiacumsoorten zijn vooral bekend als leverancier van het harde, bruingroene pokhout (tegenwoordig ook weleens guajakhout genoemd), de reden dat alle Guaiacumsoorten tegenwoordig op de lijst van CITES staan.[4]
Guaiacum (soms foutief: Guajacum) is een klein genus in de familie Zygophyllaceae. Het bestaat uit zo'n vier tot zes soorten van harshoudende, overblijvende struiken en bomen uit de tropische en subtropische gebieden van Amerika. De bomen kennen een trage groei en kunnen tot een twintig meter hoog worden, maar gewoonlijk halen ze niet meer dan de helft van die hoogte.
De leden van dit genus hebben echter ook gewaardeerde bloemen. Guaiacum officinale is de nationale bloem van Jamaica. De andere bekende soort Guaiacum sanctum is de nationale boom van de Bahama's. In Florida en Californië worden Guaiacumsoorten gekweekt als sierplant. Plaatselijk gelden ze als invasieve soorten.
Guaiacumsoorten zijn vooral bekend als leverancier van het harde, bruingroene pokhout (tegenwoordig ook weleens guajakhout genoemd), de reden dat alle Guaiacumsoorten tegenwoordig op de lijst van CITES staan.