De kleine woestijnspringmuis (Jaculus jaculus) is een zoogdier uit de familie van de jerboa's (Dipodidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Mus jaculus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.[2]
Sinds 1 juli 2017 is in Nederland het houden van de kleine woestijnspringmuis verboden. De soort staat op de lijst van "niet aangewezen diersoorten" van het Ministerie van Economische Zaken.
De rug is oranjebruin, de buik is wit en de flanken grijsoranje met een witte band over de heup. De lichaamslengte bedraagt 10 tot 12 cm, de staartlengte 16 tot 20 cm en het gewicht 45 tot 75 gram.
Deze renmuis heeft lange, drietenige achterpoten aan een harig kussen, waarmee het dier zich op het woestijnzand goed kan voortbewegen. Het hipt op de achterpoten, waarbij de lange staart wordt gebruikt voor het evenwicht. Deze dieren gaan ’s nachts op zoek naar voedsel, dat bestaat uit zaden, wortels en bladen. Overdag sluiten ze hun hol af om de hitte en roofdieren te weren.
Deze soort komt algemeen voor in woestijnachtige gebieden van Noord-Afrika tot West-Azië
Bronnen, noten en/of referentiesDe kleine woestijnspringmuis (Jaculus jaculus) is een zoogdier uit de familie van de jerboa's (Dipodidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Mus jaculus in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.
Sinds 1 juli 2017 is in Nederland het houden van de kleine woestijnspringmuis verboden. De soort staat op de lijst van "niet aangewezen diersoorten" van het Ministerie van Economische Zaken.