Canis is een geslacht van zoogdieren uit de familie hondachtigen waar onder andere de coyote, jakhalzen, wolf en hond bij horen. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.[1] Er zijn zeven tot negen moderne soorten – het aantal hangt ervan af of men hond en dingo als aparte soorten beschouwt of als ondersoorten van de wolf.
De soorten verschillen in grootte van de zadeljakhals, die tot 13,5 kilogram zwaar wordt, tot de wolf, die wel 75 kilogram zwaar kan worden. Huishonden kennen nog grotere verschillen, van de chihuahua, die slechts 500 gram zwaar kan zijn, tot de Ierse wolfshond en de Duitse dog, die 80 kilogram zwaar kunnen worden.
De leden van het geslacht Canis leven in Noord-Amerika, Europa, Azië en Afrika. De gewone wolf heeft van alle wilde soorten het grootste verspreidingsgebied, dat zich uitstrekt van Spanje en Zweden via Siberië, Arabië en Noord-India tot Groenland en Mexico. De meeste soorten leven in open gebieden als prairies en savannes, maar de wolven leven voornamelijk in wouden.
Het geslacht omvat de volgende soorten:
De volgende soorten zijn uitgestorven:
Canis is een geslacht van zoogdieren uit de familie hondachtigen waar onder andere de coyote, jakhalzen, wolf en hond bij horen. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Er zijn zeven tot negen moderne soorten – het aantal hangt ervan af of men hond en dingo als aparte soorten beschouwt of als ondersoorten van de wolf.