Phyllocladus is de botanische naam van een geslacht van coniferen. Het geslacht wordt ingedeeld hetzij in de eigen familie Phyllocladaceae hetzij in de familie Podocarpaceae. Zij zijn morfologisch aanmerkelijk verschillend van de andere geslachten in die familie Podocarpaceae, maar modern onderzoek toont aan dat zij toch binnen die familie vallen.
Het geslacht komt voornamelijk voor op het zuidelijk halfrond, met name in Nieuw-Zeeland, Tasmanië en Maleisië.
De bomen kunnen 10-30 m hoog worden. De bladeren zijn dun, uiterst klein, schaalachtig, lang en maar een korte tijd groen. Ze worden al snel bruin. De meeste fotosynthese vindt plaats via de phyllocladen; deze ontwikkelen zich in de oksels van de schaalbladeren, en zijn enkelvoudig of samengesteld (afhankelijk van de soort). De zaadkegels zijn besachtig, gelijkaardig aan die van verscheidene andere Podocarpaceae-geslachten, in het bijzonder Halocarpus en Prumnopitys. De zaden worden verspreid door vogels.
Het geslacht Phyllocladus bestaat uit de volgende soorten:
Phyllocladus is de botanische naam van een geslacht van coniferen. Het geslacht wordt ingedeeld hetzij in de eigen familie Phyllocladaceae hetzij in de familie Podocarpaceae. Zij zijn morfologisch aanmerkelijk verschillend van de andere geslachten in die familie Podocarpaceae, maar modern onderzoek toont aan dat zij toch binnen die familie vallen.
Het geslacht komt voornamelijk voor op het zuidelijk halfrond, met name in Nieuw-Zeeland, Tasmanië en Maleisië.
De bomen kunnen 10-30 m hoog worden. De bladeren zijn dun, uiterst klein, schaalachtig, lang en maar een korte tijd groen. Ze worden al snel bruin. De meeste fotosynthese vindt plaats via de phyllocladen; deze ontwikkelen zich in de oksels van de schaalbladeren, en zijn enkelvoudig of samengesteld (afhankelijk van de soort). De zaadkegels zijn besachtig, gelijkaardig aan die van verscheidene andere Podocarpaceae-geslachten, in het bijzonder Halocarpus en Prumnopitys. De zaden worden verspreid door vogels.