dcsimg
Image of <i>Cladina confusa</i> (R. Santesson) Follmann & Ahti
Unresolved name

Cladina

Rendiermos ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Rendiermos (Cladina) is een subgenus behorende tot het geslacht Cladonia. De naam Cladina wordt echter regelmatig als geslachtsnaam voor rendiermos gebruikt. De rendiermossen behoren tot de korstmossen, zijn struikvormig, groen-grijs gekleurd en hebben holle mergloze vertakkingen.

De naam rendiermos is afgeleid van de vorm van de 'plant' die op een hertengewei lijkt. In sommige gebieden, zoals in Lapland, is rendiermos het hoofdvoedsel van het rendier.

Hoewel rendiermos op een plant lijkt bestaat deze uit een innige mutualistische symbiose van twee verschillende typen van organismen: een schimmel en een groenwier (van het geslacht Trebouxia). De korstmosplant als geheel wordt thallus genoemd. Het rendiermos heeft soms een bladachtig thallus, dat aan de onderkant met rizinen op de grond is vastgehecht. De eencellige groenwieren worden beschermd door een taaie korst, die bestaat uit een vlechtwerk van schimmeldraden. De groenwieren maken het voor de schimmel mogelijk om onder zeer voedselarme omstandigheden te kunnen leven. De algen halen hun energie uit de fotosynthese en de schimmel is in staat om de benodigde mineralen aan de ondergrond te onttrekken.

De "takjes" zijn hol buisvormig en hebben een bruingekleurde spitse top. De wand van de "takken" bestaat uit taai en hard schimmelweefsel met daarbinnen een algenlaag van groenwieren. Aan de takjes zitten weer uit schimmeldraden bestaande bladvormige structuren.

Rendiermos wordt veel gebruikt in kerststukjes en miniatuurboompjes voor modelspoorbanen.

Rendiermos-soorten produceren usninezuur. Men neemt aan dat het de korstmossen tegen ultraviolette straling beschermt en door zijn intens bittere smaak korstmossen beschermt tegen begrazing.

Soorten

De wetenschappelijke naam Cladina wordt in Nederland veel gebruikt, internationaal is ook Cladonia voor deze soorten veel in gebruik.

  • Open rendiermos (Cladina portentosa) komt het meeste in Nederland voor en is zeer variabel van vorm. De soort komt voor in duinen, op heidevelden, stuifzanden, schraal grasland en ook in dennebossen op arme grond. Maar gaat in deze dennenbossen sterk achteruit.
  • Gebogen rendiermos (Cladina arbuscula) wordt zo genoemd omdat de takjes in één richting staan gekromd. De takjes zijn witachtig tot grijs. Het thallus is tegen de ondergrond aangedrukt. Dit rendiermos komt na het open rendiermos het meeste voor in Nederland. Het groeit in droge sparrenbossen en op heidevelden. Staat op de Nederlandse Rode Lijst.
  • Echt rendiermos (Cladina rangiferina) komt juist voor op grond die voedselrijk en kalkrijk is.
  • Sierlijk rendiermos (Cladina ciliata). Staat op de Nederlandse Rode Lijst.
  • Kerststukjes-rendiermos (Cladina stellaris)
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Rendiermos: Brief Summary ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Rendiermos (Cladina) is een subgenus behorende tot het geslacht Cladonia. De naam Cladina wordt echter regelmatig als geslachtsnaam voor rendiermos gebruikt. De rendiermossen behoren tot de korstmossen, zijn struikvormig, groen-grijs gekleurd en hebben holle mergloze vertakkingen.

De naam rendiermos is afgeleid van de vorm van de 'plant' die op een hertengewei lijkt. In sommige gebieden, zoals in Lapland, is rendiermos het hoofdvoedsel van het rendier.

Hoewel rendiermos op een plant lijkt bestaat deze uit een innige mutualistische symbiose van twee verschillende typen van organismen: een schimmel en een groenwier (van het geslacht Trebouxia). De korstmosplant als geheel wordt thallus genoemd. Het rendiermos heeft soms een bladachtig thallus, dat aan de onderkant met rizinen op de grond is vastgehecht. De eencellige groenwieren worden beschermd door een taaie korst, die bestaat uit een vlechtwerk van schimmeldraden. De groenwieren maken het voor de schimmel mogelijk om onder zeer voedselarme omstandigheden te kunnen leven. De algen halen hun energie uit de fotosynthese en de schimmel is in staat om de benodigde mineralen aan de ondergrond te onttrekken.

De "takjes" zijn hol buisvormig en hebben een bruingekleurde spitse top. De wand van de "takken" bestaat uit taai en hard schimmelweefsel met daarbinnen een algenlaag van groenwieren. Aan de takjes zitten weer uit schimmeldraden bestaande bladvormige structuren.

Rendiermos wordt veel gebruikt in kerststukjes en miniatuurboompjes voor modelspoorbanen.

Rendiermos-soorten produceren usninezuur. Men neemt aan dat het de korstmossen tegen ultraviolette straling beschermt en door zijn intens bittere smaak korstmossen beschermt tegen begrazing.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Reinlav ( Norwegian )

provided by wikipedia NO

Reinlav er en fellesbetegnelse på en rekke lavarter i slekten begerlav (Cladonia), tilhørende underslekten Cladina.

Reinlavens thallus (sopplegeme) er løst festet til underlaget og høyden varierer for de ulike artene fra 3-5 cm opp til 10-15 cm. Den vokser næringsfattig mark og er tilpasset ekstreme temperaturforskjeller. Enkelte arter vokser i store mengder i fjellstrøk, i skog og på tundraen på den nordlige halvkule, om vinteren er den hovednæringen for reinen som dekker opp til 90 % av sitt næringsbehov med reinlav. Grå og lys reinlav vokser i tette matter og kan dekke store områder.Foruten å være næring for rein har enkelte arter (spesielt kvitkrull) også vært nyttet til tettemateriale i hus og det sankes idag til pynteformål. Noen av artene vokser også i typiske kyststrøk. Det finnes ca. 7 arter i Norge.

Litteratur

Eksterne lenker

biologistubbDenne biologirelaterte artikkelen er foreløpig kort eller mangelfull, og du kan hjelpe Wikipedia ved å utvide den.
Det finnes mer utfyllende artikkel/artikler på .
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia forfattere og redaktører
original
visit source
partner site
wikipedia NO

Reinlav: Brief Summary ( Norwegian )

provided by wikipedia NO

Reinlav er en fellesbetegnelse på en rekke lavarter i slekten begerlav (Cladonia), tilhørende underslekten Cladina.

Reinlavens thallus (sopplegeme) er løst festet til underlaget og høyden varierer for de ulike artene fra 3-5 cm opp til 10-15 cm. Den vokser næringsfattig mark og er tilpasset ekstreme temperaturforskjeller. Enkelte arter vokser i store mengder i fjellstrøk, i skog og på tundraen på den nordlige halvkule, om vinteren er den hovednæringen for reinen som dekker opp til 90 % av sitt næringsbehov med reinlav. Grå og lys reinlav vokser i tette matter og kan dekke store områder.Foruten å være næring for rein har enkelte arter (spesielt kvitkrull) også vært nyttet til tettemateriale i hus og det sankes idag til pynteformål. Noen av artene vokser også i typiske kyststrøk. Det finnes ca. 7 arter i Norge.

 src=

Fjellreinlav

 src=

Grå reinlav

 src=

Lys reinlav

 src=

Gaffelreinlav

 src=

Kystreinlav

 src=

Kvitkrull

 src=

Grå reinlav (øverst t.v.), lys reinlav (i midten), kvitkrull (øverst t.h.)

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia forfattere og redaktører
original
visit source
partner site
wikipedia NO

Renlavar ( Swedish )

provided by wikipedia SV
 src=
Fönsterlav, Cladonia stellaris.

Renlavar är en grupp av marklevande busklavar som hör till släktet Cladonia. Eftersom de skiljer sig från de flesta andra arter av Cladonia genom att sakna bark samt vara rikt förgrenade har de ibland förts till ett eget släkte, Cladina.[1]

Arter i Sverige

 src=
Grå renlav, Cladonia rangiferina.

Följande svenska arter brukar kallas för renlavar:

Flera arter säljs som dekoration till exempelvis ljusstakar, då ofta under namnet vitmossa, som emellertid egentligen är namnet på mossor av släktet Sphagnum. Eftersom den växer så långsamt är inte tillåtet enligt svensk allemansrätt att samla in stora mängder lavar eller mossor utan markägarens tillstånd.

Livsmiljöer

 src=
Tallskog på torr, sandig mark i norra Tyskland där bottenskiktet domineras av renlavar.

Renlavar kan dominera bottenskiktet i tallskog på torr, sandig mark, men är även vanliga på hällmark.[2] Skog där renlavarna helt dominerar markvegetationen kallas i Finland för lavmo,[3] i Sverige för tallhed[2] eller lavmark.[4]

Betesväxter

Marklavar, främst renlavar och påskrislavar, utgör under vintern renens viktigaste föda. Det gäller särskilt gulvit renlav och grå renlav. Fönsterlav verkar vara mindre smaklig men spelar ändå en viktig roll. Tallskogar med mycket marklav är därför mycket betydelsefulla vinterbetesmarker.[5]

Näringsinnehåll i några olika renlavar (% av torrsubstans)[6] Lavart Protein Fett Fibrer† Socker och stärkelse†† Fönsterlav 3,0 2,7 21,8 65,2 Grå och gulvit renlav 2,5 2,4 31,8 57,7

† Egentligen växttråd

†† Egentligen kvävefria extraktivämnen

Referenser

Noter

  1. ^ Moberg, Roland; Holmåsen Ingmar (1982). Lavar: en fälthandbok. Stockholm: Interpublishing. Libris 7790765. ISBN 91-970221-7-9
  2. ^ [a b] Dahl Erik, Norén Börje, Sjörs Hugo, red (1971). Biologi. 10, Ekologisk botanik. Stockholm: Almqvist & Wiksell. Libris 8198391
  3. ^ Kuusipalo, Jussi; Zilliacus Berndt (2000). Skogstyperna i Finland. Helsingfors: Utbildningsstyrelsen. Libris 7850142. ISBN 952-13-0356-5
  4. ^ Hägglund, Björn; Lundmark Jan-Erik (1981). Handledning i bonitering med Skogshögskolans boniteringssystem. D. 3, Markvegetationstyper, skogsmarksflora. Jönköping: Skogsstyr. Libris 263039. ISBN 91-85748-14-5
  5. ^ Ekonomisk renskötsel: godkänd av Kungl. Lantbruksstyrelsen : en kursbok från LTK. Stockholm: LT. 1966. sid. 77–78. Libris 8213607
  6. ^ Renbetesmarksutredningen; Tottie Anders (1966). Renbetesmarkerna: betänkande. Statens offentliga utredningar, 0375-250X ; 1966:12. Stockholm. sid. 72. Libris 8210371
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia författare och redaktörer
original
visit source
partner site
wikipedia SV

Renlavar: Brief Summary ( Swedish )

provided by wikipedia SV
 src= Fönsterlav, Cladonia stellaris.

Renlavar är en grupp av marklevande busklavar som hör till släktet Cladonia. Eftersom de skiljer sig från de flesta andra arter av Cladonia genom att sakna bark samt vara rikt förgrenade har de ibland förts till ett eget släkte, Cladina.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia författare och redaktörer
original
visit source
partner site
wikipedia SV