Die Meerkatzenartigen (Cercopithecini) oder Meerkatzen im weiteren Sinn sind eine Gattungsgruppe aus der Primatenfamilie der Meerkatzenverwandten (Cercopithecidae).
Diese Gruppe umfasst rund 35 Arten in sechs Gattungen, die allesamt in Afrika südlich der Sahara verbreitet sind.
Merkmale dieser Gruppe sind eine deutlich kürzere Schnauze als bei den Pavianartigen (Papionini) und ein langer Schwanz. Die Beine sind länger als die Arme, ein Geschlechtsdimorphismus (die Männchen sind größer als die Weibchen) ist vorhanden, aber im Allgemeinen nicht so stark ausgeprägt wie bei den Pavianartigen. Der Chromosomensatz der Meerkatzenartigen ist variabel mit 48 bis 72 Chromosomen, alle Pavianartigen haben immer 42 Chromosomen. Im Unterschied zu allen anderen Meerkatzenartigen zeigen die Weibchen der Sumpfmeerkatze und der Zwergmeerkatzen während ihrer Fruchtbarkeit Sexualschwellungen in der Genital- und Gesäßregion, ein Merkmal, das für die Pavianartigen typisch ist.[1]
Die meisten Arten sind Waldbewohner und halten sich vorwiegend auf Bäumen auf. Sie leben in Gruppen zusammen, die meist Einmanngruppen sind. Die Gruppen bewohnen feste Territorien, die vorwiegend von den Weibchen verteidigt werden. Es sind Allesfresser, die sich in erster Linie von Früchten ernähren, daneben aber auch Blätter und andere Pflanzenteile sowie Insekten zu sich nehmen.
Zu dieser Gruppe werden sechs Gattungen gezählt:
Das folgende Kladogramm zeigt die innere Systematik der Cercopithecini:[1]
CercopitheciniSumpfmeerkatze (Allenopithecus nigriviridis)
cephus-Gruppe
nictitans bzw. mitis-Gruppe
hamlyni-Gruppe
mona-Gruppe
Brazzameerkatze (C. neglectus)
diana-Gruppe
Dryasmeerkatze (C. dryas)
Zwergmeerkatzen (Miopithecus)
Grüne Meerkatzen (Chlorocebus)
Husarenaffen (Erythrocebus)
Die Sumpfmeerkatze ist zweifellose die urtümlichste Art der Meerkatzenartigen; die Evolutionslinie, die zu ihr führte, trennte sich vor neun Millionen Jahren von den übrigen. Kurz danach, vor acht Millionen Jahren, spaltete sich der Rest in zwei Entwicklungslinien auf, eine mit den vor allem arborealen (baumbewohnenden) Gattungen Cercopithecus und Miopithecus, und die zweite mit den restlichen drei vorwiegend terrestrischen Gattungen.[2]
Fossilfunde der Meerkatzenartigen sind bisher rar. Zwei zusammengehörige Molaren wurden im Jahr 2012 an der Fossillagerstätte von Kanapoi am Westufer des Turkanasees in Kenia entdeckt, die in das frühe Pliozän (vor 4,2 bis 4,1 Millionen Jahren) datiert wurden. In ihrer Struktur ähneln sie denen der heutigen Meerkatzenartigen (unter anderem als diagnostisches Merkmal das Fehlen eines Höckers am unteren dritten Molaren), die Ausmaße verweisen auf Tiere vergleichbar zu den heutigen Zwergmeerkatzen (Miopithecus). Aufgrund markanter morphologischer Unterschiede wurden sie im Jahr 2019 als Nanopithecus browni der neu etablierten Gattung Nanopithecus zugewiesen. Dies führt zu der Annahme, dass eine Verzwergung innerhalb der Gruppe der Meerkatzenartigen entweder bereits sehr früh in der Entwicklungslinie stattfand oder sich aber mehrfach ereignete. Darüber hinaus erweitern die Fossilreste von Nanopithecus mit ihrem Fundgebiet im östlichen Afrika das bekannte Vorkommen kleinwüchsiger Meerkatzenartiger erheblich, da im Vergleich dazu die heutigen Zwergmeerkatzen ein eher zentral- bis südafrikanischen Auftreten haben. Unterstützung findet dies auch durch ein Unterkieferfragment aus Koobi Fora am nordöstlichen Ufer des Turkanasees. Die Fundstelle gehört in den Übergang vom Pliozän zum Pleistozän.[3]
Die Meerkatzenartigen (Cercopithecini) oder Meerkatzen im weiteren Sinn sind eine Gattungsgruppe aus der Primatenfamilie der Meerkatzenverwandten (Cercopithecidae).
Diese Gruppe umfasst rund 35 Arten in sechs Gattungen, die allesamt in Afrika südlich der Sahara verbreitet sind.
Cercopithecini is a tribe of Old World monkey that includes several monkey species, including the vervet monkeys, talapoins, Allen's swamp monkeys and the guenons, all in Africa.[1]
Cercopithecini is a tribe of Old World monkey that includes several monkey species, including the vervet monkeys, talapoins, Allen's swamp monkeys and the guenons, all in Africa.
Los cercopitecinos (Cercopithecini) son una tribu de la familia Cercopithecidae que comprende 34 especies, agrupadas en 5 géneros.
Se caracterizan por su hocico poco pronunciado y su larga cola. Presentan también un leve dimorfismo sexual, con los machos un poco más grandes que las hembras.
Viven en el África subsahariana, son especies principalmente arborícolas, que viven en grupos y que se alimentan de frutas.
Los cercopitecinos (Cercopithecini) son una tribu de la familia Cercopithecidae que comprende 34 especies, agrupadas en 5 géneros.
Se caracterizan por su hocico poco pronunciado y su larga cola. Presentan también un leve dimorfismo sexual, con los machos un poco más grandes que las hembras.
Viven en el África subsahariana, son especies principalmente arborícolas, que viven en grupos y que se alimentan de frutas.
I Cercopitecini (Cercopithecini Gray, 1821) o Cercopitechi sono una tribù di scimmie del vecchio mondo della famiglia Cercopithecidae, sottofamiglia Cercopithecinae.
Comprendono 34 specie raggruppate in 5 generi e sono caratterizzati dal muso poco pronunciato e dalla lunga coda. È presente un moderato dimorfismo sessuale, con i maschi più grandi delle femmine.
Vivono nell'Africa subsahariana e quasi tutte le specie sono arboricole, vivono in gruppi e si nutrono soprattutto di frutti.
I Cercopitecini (Cercopithecini Gray, 1821) o Cercopitechi sono una tribù di scimmie del vecchio mondo della famiglia Cercopithecidae, sottofamiglia Cercopithecinae.
Comprendono 34 specie raggruppate in 5 generi e sono caratterizzati dal muso poco pronunciato e dalla lunga coda. È presente un moderato dimorfismo sessuale, con i maschi più grandi delle femmine.
Vivono nell'Africa subsahariana e quasi tutte le specie sono arboricole, vivono in gruppi e si nutrono soprattutto di frutti.
De meerkatten (Cercopithecini) vormen een geslachtengroep van de familie apen van de Oude Wereld (Cercopithecidae), die voorkomt in Afrika. Er zijn 36 verschillende soorten die worden verdeeld in vijf geslachten: de moerasmeerkat (Allenopithecus), de echte meerkatten (Cercopithecus), de groene meerkatten (Chlorocebus), de huzaarapen (Erythrocebus) en de dwergmeerkatten (Miopithecus). Ze verschillen onderling sterk in kleur, maar komen overeen in lichaamsbouw. Meerkatten zijn tussen de 70 en 175 cm lang en hebben een staart die een derde tot de helft van hun totale lichaamslengte inneemt. Ze hebben een korte snuit, en zeer handige grijphanden en -voeten. De grote kleurverscheidenheid dient waarschijnlijk om de apen in staat te stellen hun soortgenoten snel te herkennen.
De naam 'meerkat' wordt in het Afrikaans gebruikt voor het stokstaartje. Stokstaartjes zijn daarentegen roofdieren die tot de familie der mangoesten behoren. Ook in het Engels worden stokstaartjes 'meerkat' genoemd, wat soms onvertaald wordt overgenomen zoals in de Disneyfilm De Leeuwenkoning.
Meerkatten eten met name bladeren, vruchten en bloemen. Drinken doen ze weinig: hun vocht verkrijgen ze grotendeels van de bladeren waarop regenwater is gevallen. Sommige meerkatten eten ook insecten en de eieren en jongen van vogels, maar dat is een zeldzaamheid. Op zoek naar voedsel ruïneren meerkatten soms tuinen en akkers, en dan worden ze beschouwd als een plaag. Er worden daarom regelmatig drijfjachten op ze gehouden.
Meerkatten planten zich gedurende het hele jaar voort. De draagtijd is rond de zeven maanden. Het paringsritueel is van alle franje ontdaan: het mannetje bestijgt het vrouwtje plompverloren van achteren en klemt zich met de voeten aan haar benen vast. De jonge dieren zijn geheel anders van kleur dan de volwassenen, maar de vacht verandert al snel van kleur zodat de iets ouderen al de volwassen kleurschakering hebben. Meerkatjongen worden door de volwassenen goed beschermd. Als een jong een noodkreet slaakt, komen de volwassen dieren van alle kanten toesnellen. De duidelijk te herkennen vacht van het jong draagt daartoe bij.
Meerkatten leven in verschillende biotopen. De groene meerkat leeft op savannen, andere leven in de wouden. Daarbij hebben sommige soorten een voorkeur voor primair bos, andere voor secundair bos en sommigen kiezen voor moerasbos of voor bergbos. Bovendien leven binnen één type bos verschillende soorten op verschillende hoogten.
De kroonarend is voor meerkatten die in bossen leven een belangrijke vijand. Deze arend glijdt stil tussen de toppen van de bomen door, om de nietsvermoedende meerkatten bij de kop te grijpen. Op de savannen zijn er meer vijanden, zoals verschillende soorten roofvogels en de luipaard. Meerkatten hebben alarmroepen voor vijanden, maar verdedigen zich zelden. Wel nemen ze dreighoudingen aan. De mannetjes dreigen door op en neer te springen op takken of in boomkruinen. Op de savannen laten ze zich ook wel op de grond vallen in de hoop gezien te worden. Zo lokken ze de aandacht van de vijand weg van de vrouwtjes en de jongen. Om zich te ontdoen van spanning geeuwen meerkatten vaak. Dit geeuwen is dus geen teken van vermoeidheid.
De taxonomie van deze groep leidt regelmatig tot discussie. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de fylogenische stamboom, leidend tot soms tegenstrijdige resultaten.[1]
De meerkatten (Cercopithecini) vormen een geslachtengroep van de familie apen van de Oude Wereld (Cercopithecidae), die voorkomt in Afrika. Er zijn 36 verschillende soorten die worden verdeeld in vijf geslachten: de moerasmeerkat (Allenopithecus), de echte meerkatten (Cercopithecus), de groene meerkatten (Chlorocebus), de huzaarapen (Erythrocebus) en de dwergmeerkatten (Miopithecus). Ze verschillen onderling sterk in kleur, maar komen overeen in lichaamsbouw. Meerkatten zijn tussen de 70 en 175 cm lang en hebben een staart die een derde tot de helft van hun totale lichaamslengte inneemt. Ze hebben een korte snuit, en zeer handige grijphanden en -voeten. De grote kleurverscheidenheid dient waarschijnlijk om de apen in staat te stellen hun soortgenoten snel te herkennen.
De naam 'meerkat' wordt in het Afrikaans gebruikt voor het stokstaartje. Stokstaartjes zijn daarentegen roofdieren die tot de familie der mangoesten behoren. Ook in het Engels worden stokstaartjes 'meerkat' genoemd, wat soms onvertaald wordt overgenomen zoals in de Disneyfilm De Leeuwenkoning.
Cercopithecini é uma tribo de Macacos do Velho Mundo, que habitam principalmente a África.
Cercopithecini é uma tribo de Macacos do Velho Mundo, que habitam principalmente a África.
긴꼬리원숭이족은 구세계원숭이의 족(族)이다. 버빗원숭이, 탈라포인원숭이, 게논 등을 포함하는 여러 큰 원숭이 종들이 속해 있다.
긴꼬리원숭이족의 계통 분류는 다음과 같다.[1]
긴꼬리원숭이족