Coniogramme is one of three genera in the subfamily Cryptogrammoideae of the fern family Pteridaceae.[1] A cultivated species, Coniogramme pilosa, is known as "bamboo fern."
Coniogramme is one of three genera in the subfamily Cryptogrammoideae of the fern family Pteridaceae. A cultivated species, Coniogramme pilosa, is known as "bamboo fern."
Coniogramme es un género de helechos perteneciente a la familia Pteridaceae.[1] La especie, Coniogramme pilosa, es conocida como una planta ornamental.[2]
Recientes estudios has demostrado que este género forma un grupo natural con Cryptogramma y Llavea, un grupo que forma la subfamilia Cryptogrammoideae.[1]
Coniogramme fue descrito por Antoine Laurent Apollinaire Fée y publicado en Mémoires sur les Familles des Fougères 5: 167. 1852.[3]
Coniogramme es un género de helechos perteneciente a la familia Pteridaceae. La especie, Coniogramme pilosa, es conocida como una planta ornamental.
Recientes estudios has demostrado que este género forma un grupo natural con Cryptogramma y Llavea, un grupo que forma la subfamilia Cryptogrammoideae.
Coniogramme is een geslacht met ongeveer 45 soorten varens uit de lintvarenfamilie (Pteridaceae).
Het geslacht wordt gekenmerkt door korte, kruipende wortelstokken en rechtopstaande, lijnvormige bladen. De sporenhoopjes staan in parallelle lijnen die lopen tussen de middennerf en de bladranden.
Coniogramme-soorten komen voor in tropische streken van Afrika, Zuid- en Zuidoost-Azië (India, China, Java, Japan) en de eilandengroepen van de Stille Oceaan (Hawaï, Samoa).
De botanische naam Coniogramme is een samenstelling van Oudgrieks κόνιος, konios (stoffig), en γραμμή, grammē (lijn), naar de lijnvormige sporenhoopjes.
Het geslacht werd vroeger wel tot de aparte familie Coniogrammaceae gerekend. Het is door Smith et al. (2006) in de familie Pteridaceae geplaatst.
Het geslacht telt ongeveer 45 soorten.
Coniogramme is een geslacht met ongeveer 45 soorten varens uit de lintvarenfamilie (Pteridaceae).
Het geslacht wordt gekenmerkt door korte, kruipende wortelstokken en rechtopstaande, lijnvormige bladen. De sporenhoopjes staan in parallelle lijnen die lopen tussen de middennerf en de bladranden.
Coniogramme-soorten komen voor in tropische streken van Afrika, Zuid- en Zuidoost-Azië (India, China, Java, Japan) en de eilandengroepen van de Stille Oceaan (Hawaï, Samoa).