De Nieuw-Guinese slangenhalsschildpad[1] (Chelodina novaeguineae) is een schildpad uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae).[2] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door George Albert Boulenger in 1888. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Chelodina novae-guineae gebruikt. De soortaanduiding novaeguineae is afgeleid van Nieuw-Guinea, het leefgebied van de schildpad.
De Nieuw-Guinese slangenhalsschildpad bereikt een maximale schildlengte tot 30 centimeter. Het rugschild is bruin van kleur, het grote buikschild is geel van kleur.[3]
De schildpad komt voor in delen van Australië, Nieuw-Guinea en Indonesië. In Indonesië komt de soort alleen voor op het eiland Roti, in Nieuw-Guinea is de soort alleen in het zuidwesten aangetroffen. De habitat bestaat uit moerassen die een deel van het jaar droogvallen. De schildpad overzomert dan of gaat op zoek naar andere wateren.
De Nieuw-Guinese slangenhalsschildpad (Chelodina novaeguineae) is een schildpad uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door George Albert Boulenger in 1888. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Chelodina novae-guineae gebruikt. De soortaanduiding novaeguineae is afgeleid van Nieuw-Guinea, het leefgebied van de schildpad.