Phytoseiulus persimilis es un ácaro del género Phytoseiulus dentro de la familia Phytoseiidae.[1] La especie «es un depredador exclusivo del género Tetranychus», que suelen ser plagas agrícolas, y por tanto es de gran interés para su uso en el control biológico de esta plaga en distintos cultivos.[2]
Phytoseiulus persimilis, una vez que es distribuido sobre las hojas del cultivo, realiza una buena acción de control de las poblaciones de Tetranychus urticae y otros ácaros de la misma familia. Este método de control es sobre todo utilizado en cultivo de hortalizas en invernadero. Phytoseiulus persimilis es multiplicado por diversas empresas[3][4][5] dedicadas a la reproducción y venta de insectos utilizados en control biológico.
Phytoseiulus persimilis es un ácaro del género Phytoseiulus dentro de la familia Phytoseiidae. La especie «es un depredador exclusivo del género Tetranychus», que suelen ser plagas agrícolas, y por tanto es de gran interés para su uso en el control biológico de esta plaga en distintos cultivos.
Phytoseiulus persimilis, una vez que es distribuido sobre las hojas del cultivo, realiza una buena acción de control de las poblaciones de Tetranychus urticae y otros ácaros de la misma familia. Este método de control es sobre todo utilizado en cultivo de hortalizas en invernadero. Phytoseiulus persimilis es multiplicado por diversas empresas dedicadas a la reproducción y venta de insectos utilizados en control biológico.
Ansaripetopunkki (Phytoseiulus persimilis) on noin 0,3 mm pitkä ja väriltään punainen petopunkki. Sillä on pitkät jalat ja eteenpäin suuntautuneet leuat. Se syö kehrääjäpunkkien kaikkia kehitysasteita. Ansaripetopunkkia käytetään kasvihuoneissa kehrääjäpunkkeihin kuuluvan vihannespunkin biologiseen torjuntaan.[2]
Ansaripetopunkki (Phytoseiulus persimilis) on noin 0,3 mm pitkä ja väriltään punainen petopunkki. Sillä on pitkät jalat ja eteenpäin suuntautuneet leuat. Se syö kehrääjäpunkkien kaikkia kehitysasteita. Ansaripetopunkkia käytetään kasvihuoneissa kehrääjäpunkkeihin kuuluvan vihannespunkin biologiseen torjuntaan.
Phytoseiulus persimilis est une espèce d'acariens de la famille des Phytoseiidae.
C'est un acarien très mobile, prédateur d'autres acariens. Cette espèce est utilisée dans le monde entier en lutte biologique contre les espèces d'acariens du genre Tetranychus, notamment contre Tetranychus urticae.
Phytoseiulus persimilis est une espèce d'acariens de la famille des Phytoseiidae.
C'est un acarien très mobile, prédateur d'autres acariens. Cette espèce est utilisée dans le monde entier en lutte biologique contre les espèces d'acariens du genre Tetranychus, notamment contre Tetranychus urticae.
Phytoseiulus persimilis is een roofmijt die in de biologische bestrijding wordt ingezet tegen mijten uit de onderfamilie Tetranychinae zoals de bonenspintmijt (Tetranychus urticae), die gewassen aantast. Deze roofmijt is in 1958 per ongeluk vervoerd op orchideeën vanuit Chili naar Duitsland, van waaruit hij over de hele wereld verspreid is geraakt.
Het volwassen vrouwtje is een oranje tot helder oranjerode, glanzende en peervormige, 0,5 mm grote mijt die duidelijk groter is dan zijn prooi. De vrouwtjes leggen hun eieren aan de onderkant van bladeren solitair tussen de kolonies van de bonenspintmijt. Pas gelegde eieren zijn doorzichtig waarna ze rozeoranje worden. Ze zijn ovaal van vorm en circa twee keer zo groot als de eieren van de prooi. Na circa drie dagen bij 20 °C komt er een larve met zes poten uit het ei. De larve voedt zich niet. Een dag later vervelt deze en verandert in een ovale, bleekroze protonimf die actief naar voedsel zoekt. Na het eten van vier tot vijf eieren van de prooi verandert deze in een deutonimf. De fase van de deutonimf duurt circa twee dagen waarin ongeveer zes eieren of jonge stadia van de rode spintmijt worden gegeten. Volwassen roofmijten eten zo'n zeven mijten per dag. Er zijn circa vier keer zoveel vrouwtjes als mannetjes. Tijdens het leggen van de eieren verdubbelt de consumptie van prooien. Het leggen van eieren duurt ongeveer drie weken met een snelheid van twee tot drie eieren per dag tot een totaal van zo'n 50 eieren.
De roofmijt vermeerdert zich bij 20 °C met 4,6 keer per week tegenover 2,7 keer bij de bonenspintmijt. Het is een zeer effectieve predator die zijn prooi in een broeikas volledig kan uitroeien. Als de prooi uitsterft zal ook de predator uitsterven en kan later herintroductie nodig zijn. Bij voedselschaarste kan de roofmijt kannibalistisch worden. Ook kan hij overschakelen op alternatieve voedselbronnen als jonge trips.
Bij 20 °C vermenigvuldigt de populatie roofmijten 300 keer in 30 dagen terwijl dit bij 26 °C al meer dan 200.000 keer bedraagt. Bij temperaturen boven de 30 °C gedijen de roofmijten niet meer terwijl de bonenspintmijt zich nog steeds snel vermenigvuldigt. Ook de relatieve luchtvochtigheid is van belang voor de roofmijt. Een relatieve luchtvochtigheid beneden de 60% bekort de levensduur sterk en zorgt voor een sterke vermindering van het aantal eieren dat wordt gelegd. Ook zeer hoge luchtvochtigheidspercentages beperken de inzet van de roofmijt.
Er zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het leveren van Phytoseiulus persimilis.
Phytoseiulus persimilis is een roofmijt die in de biologische bestrijding wordt ingezet tegen mijten uit de onderfamilie Tetranychinae zoals de bonenspintmijt (Tetranychus urticae), die gewassen aantast. Deze roofmijt is in 1958 per ongeluk vervoerd op orchideeën vanuit Chili naar Duitsland, van waaruit hij over de hele wereld verspreid is geraakt.
Het volwassen vrouwtje is een oranje tot helder oranjerode, glanzende en peervormige, 0,5 mm grote mijt die duidelijk groter is dan zijn prooi. De vrouwtjes leggen hun eieren aan de onderkant van bladeren solitair tussen de kolonies van de bonenspintmijt. Pas gelegde eieren zijn doorzichtig waarna ze rozeoranje worden. Ze zijn ovaal van vorm en circa twee keer zo groot als de eieren van de prooi. Na circa drie dagen bij 20 °C komt er een larve met zes poten uit het ei. De larve voedt zich niet. Een dag later vervelt deze en verandert in een ovale, bleekroze protonimf die actief naar voedsel zoekt. Na het eten van vier tot vijf eieren van de prooi verandert deze in een deutonimf. De fase van de deutonimf duurt circa twee dagen waarin ongeveer zes eieren of jonge stadia van de rode spintmijt worden gegeten. Volwassen roofmijten eten zo'n zeven mijten per dag. Er zijn circa vier keer zoveel vrouwtjes als mannetjes. Tijdens het leggen van de eieren verdubbelt de consumptie van prooien. Het leggen van eieren duurt ongeveer drie weken met een snelheid van twee tot drie eieren per dag tot een totaal van zo'n 50 eieren.
De roofmijt vermeerdert zich bij 20 °C met 4,6 keer per week tegenover 2,7 keer bij de bonenspintmijt. Het is een zeer effectieve predator die zijn prooi in een broeikas volledig kan uitroeien. Als de prooi uitsterft zal ook de predator uitsterven en kan later herintroductie nodig zijn. Bij voedselschaarste kan de roofmijt kannibalistisch worden. Ook kan hij overschakelen op alternatieve voedselbronnen als jonge trips.
Bij 20 °C vermenigvuldigt de populatie roofmijten 300 keer in 30 dagen terwijl dit bij 26 °C al meer dan 200.000 keer bedraagt. Bij temperaturen boven de 30 °C gedijen de roofmijten niet meer terwijl de bonenspintmijt zich nog steeds snel vermenigvuldigt. Ook de relatieve luchtvochtigheid is van belang voor de roofmijt. Een relatieve luchtvochtigheid beneden de 60% bekort de levensduur sterk en zorgt voor een sterke vermindering van het aantal eieren dat wordt gelegd. Ook zeer hoge luchtvochtigheidspercentages beperken de inzet van de roofmijt.
Er zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het leveren van Phytoseiulus persimilis.
智利小植綏蟎(學名:Phytoseiulus persimilis)[3][4]是寄蟎總目中气门目的捕植蟎科小植綏蟎屬的物種[5][6],會捕食葉蟎的成蟲及其卵與中間的各個生長階段,每日最多可捕食五隻葉蟎,又或20顆蟲卵[7]。現時被繁殖用於生物防治害蟲控制[8]。
|chapter-url=
缺少标题 (帮助). Species 2000 & ITIS Catalogue of Life: 2011 Annual Checklist.. Reading, UK: Species 2000. 2011 [2012-09-24] (英语). 智利小植綏蟎(學名:Phytoseiulus persimilis)是寄蟎總目中气门目的捕植蟎科小植綏蟎屬的物種,會捕食葉蟎的成蟲及其卵與中間的各個生長階段,每日最多可捕食五隻葉蟎,又或20顆蟲卵。現時被繁殖用於生物防治害蟲控制。
チリカブリダニ(Phytoseiulus persimilis)は、カブリダニの一種である。農業分野で生物農薬として使用される。
成虫は艶のあるみかん色をしており、約30日間生存する。ただし、体色については、餌となるハダニの色により変化する。最低活動温度は12℃とされており、冬季に放飼する際は、保温・加温に努める必要がある。温度が不足すると、定着に斑が生じることもある。 雌成虫の体長さは約0.35mmで熟練者の場合、肉眼でも発見できる。 卵はやや雫状の球形をしている。ハダニの卵よりやや大きいため識別しやすい。
ナミハダニ等ハダニ類(卵 - 成虫まで)を餌とする。捕食範囲が狭いため、餌が減った場合は餓死する。
この項目は、動物に関連した書きかけの項目です。この項目を加筆・訂正などしてくださる協力者を求めています(Portal:生き物と自然/プロジェクト:生物)。