[1]Platycerium coronarium is an epiphytic species of staghorn fern in the genus Platycerium. It is found in maritime Southeast Asia and Indochina.[2] and throughout the East Indies. It produces two kinds of leaves: Foliage leaves which are broad and upright in habit, and spore bearing leaves which are narrow, pendulous, dichotomously lobed and up to fifteen feet (4.6 meters) in length.[3]
Platycerium coronarium is an epiphytic species of staghorn fern in the genus Platycerium. It is found in maritime Southeast Asia and Indochina. and throughout the East Indies. It produces two kinds of leaves: Foliage leaves which are broad and upright in habit, and spore bearing leaves which are narrow, pendulous, dichotomously lobed and up to fifteen feet (4.6 meters) in length.
Platycerium coronarium (Mull.) Desv., 1827 è una pianta epifita della famiglia Polypodiaceae.[1]
Come tutte le specie di Platycerium hanno due tipi di fronde: fronde basali e fronde fertili. Le fronde basali sono sterili, lunghe 40–110 , profondamente lobate, con lobi arrotondati all'apice, e formano una lamina spugnosa che aderisce al tronco degli alberi, proteggendo le corte radici. Le fronde fertili, pendule, sono lunghe 50–150 cm, dicotomicamente ramificate. Le spore si sviluppano in grandi strutture carnose reniformi disposte alla base delle foglie fertili, la cui superficie inferiore è densamente coperta da sporangi e peli stellati.[2]
La specie è diffusa in Myanmar, Thailandia, Vietnam, Indonesia, Malaysia, Filippine e Singapore.[3]
Platycerium coronarium (Mull.) Desv., 1827 è una pianta epifita della famiglia Polypodiaceae.
De kroonhertshoornvaren (Platycerium coronarium) is een varen uit de eikvarenfamilie (Polypodiaceae). De plant groeit als epifyt groeit in takvorken of aan de zijkant van boomstammen. De soort is verwant aan de hertshoornvaren (Platycerium bifurcatum) die in Europa als kamerplant wordt gehouden.
De jonge planten hebben alleen een bladrozet van trechterbladeren. Deze zijn 50-100 cm lang, dikvlezig, zittend, schuin opstaand en hebben een breed hartvormige voet en tot 25 cm lange lobben aan de top. Door de trechterbladeren lopen uitspringende gevorkte nerven. De trechterbladeren blijven lang groen en vangen veel bladstrooisel op. Later worden ze bruin en buigen ze inwaarts over de opgevangen gecomposteerde bladresten die ze daardoor goed vasthouden.
Pas bij oudere planten verschijnen de hangende, meermaal gevorkte, sporendragende bladeren. Deze zijn bij de voet gedeeld in enkele korte slippen en één 1-4 m lange slip, die is verdeeld in bandvormige, 2-4 cm brede, vaak gedraaide segmenten en aan de voet, verborgen onder de korte slippen een halfcirkelvormige tot niervormige, tot 25 cm brede structuur heeft zitten. Onder de holle onderkant van deze structuur bevinden zich de sporen in bruinviltige sporenhoopjes.
De kroonhertshoornvaren komt oorspronkelijk voor van Myanmar tot op de Filipijnen. Tegenwoordig wordt de soort als sierplant in tropische parken gehouden.
De kroonhertshoornvaren (Platycerium coronarium) is een varen uit de eikvarenfamilie (Polypodiaceae). De plant groeit als epifyt groeit in takvorken of aan de zijkant van boomstammen. De soort is verwant aan de hertshoornvaren (Platycerium bifurcatum) die in Europa als kamerplant wordt gehouden.
De jonge planten hebben alleen een bladrozet van trechterbladeren. Deze zijn 50-100 cm lang, dikvlezig, zittend, schuin opstaand en hebben een breed hartvormige voet en tot 25 cm lange lobben aan de top. Door de trechterbladeren lopen uitspringende gevorkte nerven. De trechterbladeren blijven lang groen en vangen veel bladstrooisel op. Later worden ze bruin en buigen ze inwaarts over de opgevangen gecomposteerde bladresten die ze daardoor goed vasthouden.
Pas bij oudere planten verschijnen de hangende, meermaal gevorkte, sporendragende bladeren. Deze zijn bij de voet gedeeld in enkele korte slippen en één 1-4 m lange slip, die is verdeeld in bandvormige, 2-4 cm brede, vaak gedraaide segmenten en aan de voet, verborgen onder de korte slippen een halfcirkelvormige tot niervormige, tot 25 cm brede structuur heeft zitten. Onder de holle onderkant van deze structuur bevinden zich de sporen in bruinviltige sporenhoopjes.
De kroonhertshoornvaren komt oorspronkelijk voor van Myanmar tot op de Filipijnen. Tegenwoordig wordt de soort als sierplant in tropische parken gehouden.
Ổ rồng tràng - Platycerium coronarium là một loài thực vật có mạch trong họ Polypodiaceae. Loài này được (Mull.) Desv. miêu tả khoa học đầu tiên năm 1827.[1]
Ổ rồng tràng - Platycerium coronarium là một loài thực vật có mạch trong họ Polypodiaceae. Loài này được (Mull.) Desv. miêu tả khoa học đầu tiên năm 1827.
Platycerium coronarium (J.Koenig ex O.F.Mull.) Desv.
Platycerium coronarium (возможное русское название: Платицериум венечный) — вид папоротников семейства Многоножковые (Polypodiaceae).
Высокодекоративный вид. Культивируется в тёплых оранжереях и комнатах.
Латинское слово coronarius означает «венечный, идущий на изготовление венка».
Имеет два типа листьев.
Спороносные листья узкие, свисающие.
Стерильные листья охватывают субстрат и разрастаются вверх образуя короновидную полость.
Мьянма, Таиланд, Вьетнам, Индонезия, Малайзия, Филиппины, Сингапур[1].
Эпифит на стволах и ветвях деревьев.
Посадка на блок или на прорезанный сбоку пластиковый цветочный горшок, который со временем окутывается стерильными листьями.
Освещение: яркий рассеянный свет (не менее 30 % от прямого солнечного света).
Температура: 18—24 °C.
Относительная влажность воздуха: 60—75 %.
Во избежание риска появления бактериальных и грибковых инфекций рекомендуется просушка субстрата между поливами и движение воздуха[2].
Platycerium coronarium (возможное русское название: Платицериум венечный) — вид папоротников семейства Многоножковые (Polypodiaceae).
Высокодекоративный вид. Культивируется в тёплых оранжереях и комнатах.