Soldanella minima est une espèce de plantes de la famille des Primulacées.
Soldanella minima est une espèce de plantes de la famille des Primulacées.
De dwergkwastjesbloem (Soldanella minima) is een vaste plant uit de sleutelbloemfamilie (Primulaceae) die endemisch is voor de oostelijke Alpen.
De soortaanduiding minima is afkomstig uit het Latijn en betekent 'miniem'.
De dwergkwastjesbloem is een zeer lage, overblijvende, kruidachtige plant met een onvertakte bloemstengel en een basaal bladrozet van zeer kleine, gesteelde, ronde tot hartvormige grondbladeren. De stengel en de bladsteel zijn overdekt met korte klierharen.
De bloemen zijn alleenstaand, wijd klokvormig, met vijf bleekviolette tot witte kroonblaadjes en een korte franje.
De dwergkwastjesbloem lijkt sterk op de kleine kwastjesbloem (S. pusilla), maar heeft nog kleinere bladeren en een behaarde bloemsteel.
De plant bloeit van mei tot juli.
De dwergkwastjesbloem groeit voornamelijk op vochtige, grazige plaatsen op kalksteenbodems, tot op 2.500 m hoogte.
De plant komt alleen voor in de alpiene zone van de Oostelijke Alpen, voornamelijk in Oostenrijk, Zuidoost-Duitsland, Noord-Italië en Slovenië. De ondersoort S.m. samnitica is endemisch is de hoge Apennijnen.
Bronnen, noten en/of referentiesDe dwergkwastjesbloem (Soldanella minima) is een vaste plant uit de sleutelbloemfamilie (Primulaceae) die endemisch is voor de oostelijke Alpen.
Systematyka[1] Domena eukarionty Królestwo rośliny Klad rośliny naczyniowe Klad rośliny nasienne Klasa okrytonasienne Klad astrowe Rząd wrzosowce Rodzina pierwiosnkowate Rodzaj urdzik Nazwa systematyczna Soldanella minima HoppeSoldanella minima – gatunek rośliny górskiej z rodziny pierwiosnkowatych. Występuje w Alpach Centralnych i Wschodnich; rzadko w Austrii, Słowenii i północnych Włoszech.
Rośnie na wyleżyskach śnieżnych i w miejscach wilgotnych, głównie na wapiennych podłożach; na wysokościach od 1200 do 2500 m n.p.m. Kwitnie od czerwca do lipca.
Soldanella minima – gatunek rośliny górskiej z rodziny pierwiosnkowatych. Występuje w Alpach Centralnych i Wschodnich; rzadko w Austrii, Słowenii i północnych Włoszech.
