De platte rus (Juncus compressus) is een vaste plant, die behoort tot de russenfamilie (Juncaceae). De platte rus is moeilijk te onderscheiden van de zilte rus (Juncus gerardii). De zilte rus heeft echter meestal geen platte, maar een ronde stengel. De platte rus komt van nature voor in Eurazië.
De platte rus wordt 10-40 cm hoog, vormt lange wortelstokken en heeft een meestal afgeplatte, stomp tweekantige, grijsgroene stengel. De bladeren zijn 5-25 cm lang en 1-2 mm breed. Ze zijn aan de top donkerder gekleurd.
De platte rus bloeit van juni tot september met geelbruine, 2 mm lange bloemen, waarvan de kelk- en de kroonbladen hetzelfde zijn. Deze hebben een witte rand. De stijl is 0,1-0,3 mm lang en de helmhokjes zijn 1,2-1,7 mm lang. De bloeiwijze is een pluim.
De groene of lichtbruine, iets kleverige vrucht is een 2-2,5 mm lange doosvrucht die 0,4 mm grote zaden bevat. De vrucht wordt verspreid door dieren (zoöchorie) en de zaden ook door de wind.
De plant komt tussen het gras voor op natte, voedselrijke kleigrond.
De namen in andere talen kunnen vaak eenvoudig worden opgezocht met de interwiki-links.
Bloeiwijze
Bloeiwijze
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Juncus compressus op Wikimedia Commons. De platte rus (Juncus compressus) is een vaste plant, die behoort tot de russenfamilie (Juncaceae). De platte rus is moeilijk te onderscheiden van de zilte rus (Juncus gerardii). De zilte rus heeft echter meestal geen platte, maar een ronde stengel. De platte rus komt van nature voor in Eurazië.
De platte rus wordt 10-40 cm hoog, vormt lange wortelstokken en heeft een meestal afgeplatte, stomp tweekantige, grijsgroene stengel. De bladeren zijn 5-25 cm lang en 1-2 mm breed. Ze zijn aan de top donkerder gekleurd.
De platte rus bloeit van juni tot september met geelbruine, 2 mm lange bloemen, waarvan de kelk- en de kroonbladen hetzelfde zijn. Deze hebben een witte rand. De stijl is 0,1-0,3 mm lang en de helmhokjes zijn 1,2-1,7 mm lang. De bloeiwijze is een pluim.
De groene of lichtbruine, iets kleverige vrucht is een 2-2,5 mm lange doosvrucht die 0,4 mm grote zaden bevat. De vrucht wordt verspreid door dieren (zoöchorie) en de zaden ook door de wind.
De plant komt tussen het gras voor op natte, voedselrijke kleigrond.
