dcsimg
Image of field horsetail
Creatures » » Plants » » Polypodiopsida » » Horsetails »

Field Horsetail

Equisetum arvense L.

Heermoes ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Heermoes (Equisetum arvense) is een plant uit de paardenstaartenfamilie (Equisetaceae). De plant wordt ook wel 'roobol', 'akkerpaardenstaart', 'kattenstaart' of 'unjer' genoemd. Het is een maximaal 40 cm hoge vaste plant. In het voorjaar verschijnen er bladgroenloze stengels met sporenaren op de top. De infertiele stengels verschijnen daarna ongeveer twee weken later wanneer de fertiele stengels aan het verdorren zijn. De infertiele stengels hebben een holte die kleiner is dan de een derde van de doorsnede van de stengel. De zijtakken staan in kransen rondom de stengel, die ter plaatse voorzien is van een stengelschede met zes tot twaalf tanden. Het eerste lid van de zijtakken is veel langer dan de bijbehorende stengelschede, in tegenstelling tot de lidrus. De stengel heeft maximaal zes ribben.

 src=
Stengel

De plant verspreidt zich via sporen die uitgroeien tot een prothallium of voorkiem, waarna de bevruchting kan plaatsvinden. Alleen op open grond lukte deze vorm van voortplanting. De soort maakt ook veel wortelstokken die diep de grond in gaan en horizontale vertakkingen vormen.

De soort komt in allerlei milieus voor. De prothallia kunnen alleen kiemen in open, vochtige en matig voedselrijke grond. Maar de plant kan zich goed handhaven in andere milieus.

Heermoes is een kosmopoliet van de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het is een lid van de groep planten die voor het verschijnen van moderne planten de aarde domineerde. Soortgenoten groeiden uit tot tientallen meters hoge 'bomen' die grotendeels de huidige steenkoollagen vormden. Tijdens het tijdperk van de dinosauriërs was deze plantengroep de meest voorkomende. De plant is een overlever en was de eerste die na de uitbarsting van de vulkaan Mount St. Helens weer vaste voet op de hellingen kreeg. Ook op industriële terreinen met zware vervuiling of uitgeputte en zwaar samengepakte grond is de plant vaak de eerste die komt of de laatste die verdwijnt.

Gebruik

Heermoes kan zijn groeiplaats domineren. Heermoes is voor bepaalde planten giftig. Grassen kunnen niet kiemen in de buurt van heermoes.

Ook kan heermoes giftig zijn voor paarden, waarbij de mate van giftigheid afhangt van de soort. Lidrus (Equisetum palustre) (die in moerassen en natte gebieden groeit) bereikt al bij kleine hoeveelheden de drempelwaarde, terwijl Equisetum arvense (die in veel graslanden groeit) alleen bij dagelijkse inname in grote hoeveelheden vergiftigingsverschijnselen geeft. De symptomen bij vergiftiging zijn zenuwafwijkingen en een wankele achterhand.

Heermoes heeft ook eigenschappen die als gunstig worden beschouwd. De plant gedijt op afvalhopen bestaande uit slakken. De zware metalen zijn voor veel planten giftig, maar heermoes slaat ze op in het eigen weefsel, waardoor de plant meer zware metalen bevat dan de bodem. De plant wordt in de homeopathie aangewend als geneesmiddel.

Bestrijden

Heermoes is lastig te bestrijden. De wortelstokken groeien meters diep de grond in en vertakken zich daarnaast in het horizontale vlak sterk[1]. Ze breken gemakkelijk en slaan tijdens de groei een voedingsvoorraad op. Bij schoffelen of ploegen worden de wortelstokken tot stukjes kleine wortelstokjes gemaakt die opnieuw zullen uitlopen. Daardoor is mechanisch of handmatig verwijderen vrijwel onmogelijk. De plant is resistent tegen veel chemicaliën. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat de soort als een hardnekkig onkruid wordt beschouwd.

De plant kan niet goed tegen dichte schaduw en dichte beplanting is dan ook een bruikbare manier om hem onder controle te houden. De plant groeit het best op vochtige, voedingsarme en zure gronden. Drainage, bemesting en toevoegen van landbouwkalk worden dan ook wel aangegeven om in specifieke omstandigheden de plant te verzwakken en onder controle te houden. Direct besproeien met (20%) azijnzuur in felle zon gevolgd door ten minste een dag zonder regen wordt in tuinen wel gerapporteerd als een bruikbare bestrijdingswijze, maar zal af en toe moeten worden herhaald.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. E.J Weeda, R Westra, Ch. Westra en T. Westra: Nederlandse Oecologische Flora, deel 1. Amsterdam 1985. ISBN 9063010184 blz. 21-22.
Wikimedia Commons Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Equisetum arvense op Wikimedia Commons.
Wikibooks Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Ecologisch tuinieren - Heermoes.
license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL

Heermoes: Brief Summary ( Dutch; Flemish )

provided by wikipedia NL

Heermoes (Equisetum arvense) is een plant uit de paardenstaartenfamilie (Equisetaceae). De plant wordt ook wel 'roobol', 'akkerpaardenstaart', 'kattenstaart' of 'unjer' genoemd. Het is een maximaal 40 cm hoge vaste plant. In het voorjaar verschijnen er bladgroenloze stengels met sporenaren op de top. De infertiele stengels verschijnen daarna ongeveer twee weken later wanneer de fertiele stengels aan het verdorren zijn. De infertiele stengels hebben een holte die kleiner is dan de een derde van de doorsnede van de stengel. De zijtakken staan in kransen rondom de stengel, die ter plaatse voorzien is van een stengelschede met zes tot twaalf tanden. Het eerste lid van de zijtakken is veel langer dan de bijbehorende stengelschede, in tegenstelling tot de lidrus. De stengel heeft maximaal zes ribben.

 src= Stengel

De plant verspreidt zich via sporen die uitgroeien tot een prothallium of voorkiem, waarna de bevruchting kan plaatsvinden. Alleen op open grond lukte deze vorm van voortplanting. De soort maakt ook veel wortelstokken die diep de grond in gaan en horizontale vertakkingen vormen.

De soort komt in allerlei milieus voor. De prothallia kunnen alleen kiemen in open, vochtige en matig voedselrijke grond. Maar de plant kan zich goed handhaven in andere milieus.

Heermoes is een kosmopoliet van de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het is een lid van de groep planten die voor het verschijnen van moderne planten de aarde domineerde. Soortgenoten groeiden uit tot tientallen meters hoge 'bomen' die grotendeels de huidige steenkoollagen vormden. Tijdens het tijdperk van de dinosauriërs was deze plantengroep de meest voorkomende. De plant is een overlever en was de eerste die na de uitbarsting van de vulkaan Mount St. Helens weer vaste voet op de hellingen kreeg. Ook op industriële terreinen met zware vervuiling of uitgeputte en zwaar samengepakte grond is de plant vaak de eerste die komt of de laatste die verdwijnt.

license
cc-by-sa-3.0
copyright
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visit source
partner site
wikipedia NL