Uromys caudimaculatus és una espècie de rosegador de la família dels múrids. Viu a altituds d'entre 0 i 1.925 msnm a Austràlia, Indonèsia i Papua Nova Guinea. Els seus hàbitats naturals són els boscos humits tropicals (tant primaris com secundaris), els boscos esclerofil·les tancats, els boscos humits oberts, els aiguamolls i els manglars. Es creu que no hi ha cap amenaça significativa per a la supervivència d'aquesta espècie.[1] El seu nom específic, caudimaculatus, significa 'cua tacada' en llatí.[2]
Uromys caudimaculatus és una espècie de rosegador de la família dels múrids. Viu a altituds d'entre 0 i 1.925 msnm a Austràlia, Indonèsia i Papua Nova Guinea. Els seus hàbitats naturals són els boscos humits tropicals (tant primaris com secundaris), els boscos esclerofil·les tancats, els boscos humits oberts, els aiguamolls i els manglars. Es creu que no hi ha cap amenaça significativa per a la supervivència d'aquesta espècie. El seu nom específic, caudimaculatus, significa 'cua tacada' en llatí.
The giant white-tailed rat (Uromys caudimaculatus) is an Australian rodent native to tropical rainforest of north Queensland,[2] with subspecies occurring in New Guinea and the Aru Islands.[3] It is one of the largest rodents in Australia, reaching up to 1 kg in weight.[4] It is grey-brown above, cream to white below, and has a long, naked tail of which the distal section is white (Moore 1995).
Breeding commences in September or October, peaking in December and January at the height of the wet season. After a gestation of 36 days, a litter of two to three (rarely four) young are born, and remain with the mother for approximately three months (Moore 1995).
The common name of this species has long been white-tailed rat or giant white-tailed rat. During the 1990s there was a push for such descriptive English common names to be replaced with indigenous Australian names, and accordingly, in 1995 the Australian Nature Conservation Agency published recommendations for the common names of rodents. They compiled six indigenous names for this species: the Yidiny name Durrgim; the Jaabugay name Durrkin; the Gnog names Jikoy, Koojang and Parrongkai; and the Kuuku Ya'u name Thupi. Despite this they recommended the adoption of the name Mati, which is a general name for rats and mice recorded from the vicinity of the Peach River on Cape York.[5] However this recommendation was not prescriptive, and it remains to be seen to what extent it will be adopted.
It is known as kabkal in the Kalam language of Papua New Guinea.[6]
The giant white-tailed rat (Uromys caudimaculatus) is an Australian rodent native to tropical rainforest of north Queensland, with subspecies occurring in New Guinea and the Aru Islands. It is one of the largest rodents in Australia, reaching up to 1 kg in weight. It is grey-brown above, cream to white below, and has a long, naked tail of which the distal section is white (Moore 1995).
Breeding commences in September or October, peaking in December and January at the height of the wet season. After a gestation of 36 days, a litter of two to three (rarely four) young are born, and remain with the mother for approximately three months (Moore 1995).
Uromys caudimaculatus Uromys generoko animalia da. Karraskarien barruko Murinae azpifamilia eta Muridae familian sailkatuta dago.
Uromys caudimaculatus Uromys generoko animalia da. Karraskarien barruko Murinae azpifamilia eta Muridae familian sailkatuta dago.
Uromys caudimaculatus (Krefft, 1867) è un roditore della famiglia dei Muridi diffuso in Nuova Guinea, Queensland ed alcune isole vicine.[1][2]
Roditore di grandi dimensioni, con lunghezza della testa e del corpo tra 272 e 380 mm, la lunghezza della coda tra 325 e 360 mm, la lunghezza del piede tra 60 e 80 mm, la lunghezza delle orecchie tra 30 e 40 mm e un peso fino a 900 g.[3]
La pelliccia è lunga e folta. Le parti superiori sono bruno-grigiastre, più grigie sui fianchi, mentre le parti ventrali sono bianco crema. Il muso è allungato e privo di peli. Le vibrisse sono lunghe e nere. Le orecchie sono corte e rotonde. Le zampe sono bianco crema con il dorso grigiastro. La coda è più lunga della testa e del corpo, è chiazzata di grigio, con la metà terminale bianca. Il cariotipo degli individui dell'Australia è 2n=46 FN=52, mentre di quelli della Nuova Guinea è 2n=48 FN=56.
È una specie arboricola e solitaria.
Si nutre di frutta, semi, germogli, funghi, insetti, granchi, piccoli invertebrati e uova d'uccello. Immagazzina semi.
La stagione riproduttiva va da ottobre a gennaio. Le femmine danno alla luce 2-3 piccoli alla volta dopo una gestazione di 36 giorni.
Questa specie è diffusa nella Nuova Guinea, Queensland nord-orientale ed alcune isole vicine.
Vive nelle foreste tropicali umide primarie e secondarie, foreste di sclerofille, boscaglie umide, paludi e mangrovie fino a 1.925 metri di altitudine. Solitamente è assente dalle zone non alberate.
Sono state riconosciute 3 sottospecie:
La IUCN Red List, considerato il vasto areale, la tolleranza a qualsiasi tipo di habitat e la popolazione numerosa, classifica M.caudimaculatus come specie a rischio minimo (LC).[1]
Uromys caudimaculatus (Krefft, 1867) è un roditore della famiglia dei Muridi diffuso in Nuova Guinea, Queensland ed alcune isole vicine.
De mozaïekstaartrat (Uromys caudimaculatus) is een knaagdier uit het geslacht Uromys dat voorkomt in Nieuw-Guinea, de Aru-eilanden, Waigeo, Japen, Normanby, Fergusson en Australië, waar hij alleen leeft in het noordoosten van het Kaap York-schiereiland, inclusief Hitchinbrookeiland. Daar leeft hij in regenwouden en andere soorten bos. Hij is het nauwste verwant aan Uromys emmae uit Biak en Uromys hadrourus uit Queensland. Uromys siebersi uit de Kai-eilanden werd vroeger tot U. caudimaculatus gerekend, maar blijkt een aparte soort te zijn. Enkele vormen uit het vasteland van Nieuw-Guinea, zoals nero en scaphax, zijn waarschijnlijk ook aparte soorten.
De rug is grijsbruin, de onderkant wit. De lange, naakte staart is zwart, met een wit stuk (waarvan de lengte individueel verschilt) bij de punt. De bek is lang en bijna naakt. De wimpers zijn lang en zwart. De oren zijn kort en rond. De kop-romplengte bedraagt (in Australië) 275 tot 380 mm, de staartlengte 325 tot 360 mm, de achtervoetlengte 60 tot 80 mm, de oorlengte 30 tot 40 mm en het gewicht 500 tot 900 gram. Een exemplaar uit Fergusson is veel kleiner (Flannery, 1995): kop-romplengte 223 mm, staartlengte 206 mm, achtervoetlengte 50.7 mm, oorlengte 25.3 mm en gewicht 350 gram. Vrouwtjes hebben 0+2=4 mammae.
Deze soort is voornamelijk solitair. Hij kan goed klimmen. Hij eet fruit, zaden, knoppen, paddenstoelen, insecten, krabben, kleine gewervelden en vogeleieren. Hij begraaft soms zaden om ze later te gebruiken. Hij paart tijdens het natte seizoen (oktober-januari). Vaak wordt hij in de buurt van huizen gevonden.
Er zijn drie ondersoorten:
De mozaïekstaartrat (Uromys caudimaculatus) is een knaagdier uit het geslacht Uromys dat voorkomt in Nieuw-Guinea, de Aru-eilanden, Waigeo, Japen, Normanby, Fergusson en Australië, waar hij alleen leeft in het noordoosten van het Kaap York-schiereiland, inclusief Hitchinbrookeiland. Daar leeft hij in regenwouden en andere soorten bos. Hij is het nauwste verwant aan Uromys emmae uit Biak en Uromys hadrourus uit Queensland. Uromys siebersi uit de Kai-eilanden werd vroeger tot U. caudimaculatus gerekend, maar blijkt een aparte soort te zijn. Enkele vormen uit het vasteland van Nieuw-Guinea, zoals nero en scaphax, zijn waarschijnlijk ook aparte soorten.
De rug is grijsbruin, de onderkant wit. De lange, naakte staart is zwart, met een wit stuk (waarvan de lengte individueel verschilt) bij de punt. De bek is lang en bijna naakt. De wimpers zijn lang en zwart. De oren zijn kort en rond. De kop-romplengte bedraagt (in Australië) 275 tot 380 mm, de staartlengte 325 tot 360 mm, de achtervoetlengte 60 tot 80 mm, de oorlengte 30 tot 40 mm en het gewicht 500 tot 900 gram. Een exemplaar uit Fergusson is veel kleiner (): kop-romplengte 223 mm, staartlengte 206 mm, achtervoetlengte 50.7 mm, oorlengte 25.3 mm en gewicht 350 gram. Vrouwtjes hebben 0+2=4 mammae.
Deze soort is voornamelijk solitair. Hij kan goed klimmen. Hij eet fruit, zaden, knoppen, paddenstoelen, insecten, krabben, kleine gewervelden en vogeleieren. Hij begraaft soms zaden om ze later te gebruiken. Hij paart tijdens het natte seizoen (oktober-januari). Vaak wordt hij in de buurt van huizen gevonden.
Er zijn drie ondersoorten:
Uromys caudimaculatus caudimaculatus (zuidelijk Nieuw-Guinea; Australië) Uromys caudimaculatus multiplicatus (westelijk Nieuw-Guinea) Uromys caudimaculatus papuanus (oostelijk Nieuw-Guinea)
Uromys caudimaculatus[2][3] är en däggdjursart som först beskrevs av Johann Ludwig Gerard Krefft 1867. Uromys caudimaculatus ingår i släktet nakensvansade råttor och familjen råttdjur.[4][5] IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig.[1] Inga underarter finns listade.[4]
Denna gnagare förekommer på Nya Guinea, i Australien (norra och östra Kap Yorkhalvön) och på några mindre öar i samma region. Arten når i bergstrakter 1900 meter över havet men den är lika vanlig i låglandet. Habitatet utgörs av olika landskap med träd som skogar, mangrove och träskmarker. Efter dräktigheten som varar cirka 36 dagar föder honan 2 eller 3 ungar.[1]
Wikispecies har information om Uromys caudimaculatus.
Uromys caudimaculatus är en däggdjursart som först beskrevs av Johann Ludwig Gerard Krefft 1867. Uromys caudimaculatus ingår i släktet nakensvansade råttor och familjen råttdjur. IUCN kategoriserar arten globalt som livskraftig. Inga underarter finns listade.
Denna gnagare förekommer på Nya Guinea, i Australien (norra och östra Kap Yorkhalvön) och på några mindre öar i samma region. Arten når i bergstrakter 1900 meter över havet men den är lika vanlig i låglandet. Habitatet utgörs av olika landskap med träd som skogar, mangrove och träskmarker. Efter dräktigheten som varar cirka 36 dagar föder honan 2 eller 3 ungar.
Uromys caudimaculatus là một loài động vật có vú trong họ Chuột, bộ Gặm nhấm. Loài này được Krefft mô tả năm 1867.[1]
Uromys caudimaculatus là một loài động vật có vú trong họ Chuột, bộ Gặm nhấm. Loài này được Krefft mô tả năm 1867.
자이언트흰꼬리쥐(Uromys caudimaculatus)는 쥐과에 속하는 설치류의 일종이다.[2] 뉴기니섬과 아루 제도를 포함하여 오스트레일리아 퀸즐랜드주 북부 열대 우림에서 발견된다.[3][4] 오스트레일리아에서 가장 큰 설치류 종으로 몸무게가 최대 1kg에 달한다.[5] 상체는 회색빛 갈색이고 하체는 크림색과 흰색이며, 꼬리는 길고 털이 없으며 끝 부분은 희다.[5] 9월 또는 10월에 번식을 시작하여 우기철의 최고점인 12월과 1월에 정점을 이룬다. 임신 기간 36일 후에 한 번에 두 세 마리의 새끼(드물게 네 마리)를 낳고, 새끼는 약 3개월 정도 어미 곁에서 머문다.[5]
