La mata-mata (Chelus fimbriatus) és una tortuga de la família Chelidae originària de Sud-amèrica. És l'única espècie del gènere Chelus.
A Wikimedia Commons hi ha contingut multimèdia relatiu a: Chelus fimbriatusMatamata třásnitá (Chelus fimbriatus) je jihoamerická želva, která je známá tím, že má velice pohyblivý krk. Jak její plochá hlava, tak dlouhý krk, jsou porostlé kožnatými třásněmi, takže to vypadá, jako by želvě rostly řasy,
Matamata třásnitá je až 40 centimetrů dlouhá a žije ve sladké vodě. Když se k ní přiblíží ryba, vystrčí hlavu a ve svém hrdle vytvoří takový podtlak, že kořist spolu s vodou nasaje hluboko do úst.
Přestože jde o vodní želvu, neumí plavat, takže při přípravě akvária/terária je třeba dbát na to, aby želva ze dna dosáhla hladiny a mohla se nadechnout, jinak se utopí.[1]
Matamata třásnitá (Chelus fimbriatus) je jihoamerická želva, která je známá tím, že má velice pohyblivý krk. Jak její plochá hlava, tak dlouhý krk, jsou porostlé kožnatými třásněmi, takže to vypadá, jako by želvě rostly řasy,
Matamata třásnitá je až 40 centimetrů dlouhá a žije ve sladké vodě. Když se k ní přiblíží ryba, vystrčí hlavu a ve svém hrdle vytvoří takový podtlak, že kořist spolu s vodou nasaje hluboko do úst.
Přestože jde o vodní želvu, neumí plavat, takže při přípravě akvária/terária je třeba dbát na to, aby želva ze dna dosáhla hladiny a mohla se nadechnout, jinak se utopí.
Matamata (Chelus fimbriata) on Etelä-Amerikan Amazoniassa elävä kilpikonnalaji. Se on sukunsa Chelus ainoa laji.[1][2]
Matamata (Chelus fimbriata) on Etelä-Amerikan Amazoniassa elävä kilpikonnalaji. Se on sukunsa Chelus ainoa laji.
De matamata[1] of franjeschildpad[2] (Chelus fimbriata) is een schildpad uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae).
De matamata is een middelgrote soort die voorkomt in delen van Zuid-Amerika en leeft in ondiepe rivieren en andere wateren. De schildpad heeft een zeer opmerkelijk uiterlijk door de lange nek, kleine kop, het bulterige schild en de vlezige huidflappen aan de kop en de nek.[3] Het is hierdoor een van de bekendste schildpadden ter wereld. De schildpad is populair in de handel in exotische dieren en in dierentuinen.
De schildpad is zeer sterk op het water aangepast en komt er zelden uit. Op het menu staan voornamelijk vissen, die door de bek te openen naar binnen worden gezogen. De nek is breed en zeer lang en de kop is juist klein en driehoekig van vorm. Op het schild zijn twee rijen puntige bulten aanwezig, het schild is vaak begroeid met algen. Jongere dieren hebben een lichtbruine kleur, oudere exemplaren zijn zeer donker gekleurd.
De matamata is de enige soort uit het monotypische geslacht Chelus.[4] Er worden geen ondersoorten erkend. Lange tijd werd de naam Chelus fimbriatus gebruikt en onder deze naam is de schildpad in veel literatuur bekend.
De allereerste wetenschappelijke naam van de soort stamt uit 1741. De schildpad werd al meer dan 275 jaar geleden vermeld door Pierre Barrère als Testudo terrestris major putamine echinato et striato, ook wel raparapa. Later kortte Philip Fermin deze naam af tot Testudo terrestris. Beide namen werden later echter bestempeld als ongeldig en de eerste officiële wetenschappelijk geaccepteerde naam was Testudo fimbriata, voorgesteld door Johann Gottlob Schneider in 1783.[5] Oorspronkelijk werd door Schneider de wetenschappelijke naam Testudo fimbriata gebruikt. Later werd de schildpad tot het geslacht Chelys gerekend, maar dit geslacht wordt niet meer erkend.
De naam matamata is afkomstig uit de taal van de lokale bevolking binnen het verspreidingsgebied van de schildpad. De hier levende indianen hadden zo veel ontzag voor dit dier, vanwege zijn manier van jagen, dat ze hem matamata hebben genoemd, wat 'ik dood' betekent.[6] Deze naam wordt in veel talen gebruikt, zoals het Engels, Frans en Spaans. In de Duitse taal wordt de schildpad daarnaast ook wel 'fransenschildkröte' (franjeschildpad) genoemd.
Uit genetisch onderzoek blijkt dat de matamata een op zichzelf staande groep is in vergelijking met andere verwante schildpadden. In het onderstaande schema zijn de verwantschappen van verschillende geslachten uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae) weergegeven.[7]
Chelidae HydromedusinaeChelus
De matamata wordt gezien als een van de meest opmerkelijkste schildpadden vanwege het sterk afwijkende uiterlijk. De schildpad hierdoor vaak omschreven als 'vreemd' of 'monsterlijk'.[8]
De volwassen dieren hebben een zeer donkere kleur, van bruin tot bijna zwart. Jongere exemplaren zijn geheel anders gekleurd, zij hebben geelbruine tot geelrode kleuren en lijken hierdoor op afgevallen bladeren.[9] Zeer jonge dieren hebben een donkere lengtestreep op het midden van het schild en op ieder rugschild is een zwarte vlek aanwezig, die in de loop der jaren verdwijnt. De jonge dieren hebben soms roze en zwarte strepen aan de onderzijde van de nek.[10]
De relatief kleine, sterk driehoekige en platte kop kan niet in het schild worden opgeborgen, zoals alle bij halswenders (Pleurodira). De randen van de bek zijn niet zo sterk verhard als bij andere schildpadden het geval is en zijn ongeschikt om prooien in stukken te bijten.[8] De kaakspieren zijn bovendien erg zwak. De bek is erg breed en heeft geen snavel-achtig uiteinde zoals bij veel andere schildpadden het geval is. De mondhoeken zijn wat omhoog gekruld zodat bij het een vooraanzicht lijkt of de schildpad glimlacht.
Aan de voorzijde van de kop is de neuspunt omgevormd tot een flexibele, snorkel-achtige buis.[1] De matamata steekt deze net boven water om adem te halen. Door de slurfvorm lijkt de neus op een takje als hij adem haalt en daarnaast veroorzaakt de schildpad weinig beroering aan het wateroppervlak bij het ademen. Aan weerszijden van de kop is een driehoekige, vergrote huidflap aanwezig die dient om de stabiliteit van de kop te vergroten als de schildpad naar een prooidier hapt. Tevens is de huid hier voorzien van vele tastzintuiglijke cellen die kleine veranderingen in de waterstroom kunnen waarnemen.[3] Aan de onderzijde van de kop zijn op de kin onregelmatig gevormde en vlezige baarddraden aanwezig. Deze komen bij wel meer schildpadden voor en hebben eveneens een tastzintuiglijke functie.
De ogen zijn relatief klein en hebben een ronde pupil. In het oog is een horizontale, donkere oogstreep aanwezig. Net als andere nachtactieve dieren heeft de matamata een weerkaatsende laag achter de ogen, het tapetum lucidum.[1] Desondanks heeft de schildpad een zeer slecht zicht. Het gehoor is beter ontwikkeld, de trommelvliezen zijn relatief groot.[3]
De matamata kenmerkt zich door een dusdanig goede camouflage dat het dier daaraan ook eenvoudig te herkennen is. Met name de nek is ongebruikelijk lang en voorzien van opvallende structuren. Het dier heeft een opvallend zeer brede, lange en platte nek met vele opstaande uitstulpingen zodat de hals enigszins doet denken aan een boomstronk. De nek is ongeveer even lang als het schild en is bedekt met grote huidfranjes. In combinatie met de huidflappen aan de kop zijn de lichaamscontouren niet goed zichtbaar en krijgt het dier een vormloos uiterlijk dat meer lijkt op een hoop afval dan op een schildpad. Waarschijnlijk dienen de vele uitsteeksels aan de nek als een soort bewegingsdetector om potentiële prooien en vijanden waar te nemen.
De schildlengte is maximaal ongeveer 45 centimeter, door de lange nek en kop kan de totale lichaamslengte oplopen tot meer dan een meter. Grotere exemplaren kunnen een gewicht bereiken van meer dan zeventien kilo.[10]
Het schild is langwerpig en vrij plat qua vorm, het rugpantser bezit drie rijen hoornplaten met op elke hoornplaat een piramidevormige bult, zodat het schild van drie bultige kielen is voorzien. De hoorplaten zijn ruw en concentrisch gegroefd. Het rugschild is donkerbruin tot grauwbruin van kleur, maar vaak zo begroeid met algen, dat het dier op een met algen begroeide steen lijkt.[11] Het relatief kleine buikpantser is geelbruin van kleur.
De poten zijn relatief klein en erg zwak, ze hebben kleine klauwtjes aan het uiteinde. De voorpoten dragen altijd vijf klauwtjes en de achterpoten zijn voorzien van vier klauwtjes. Tussen de vingers en de tenen zijn matig ontwikkelde zwemvliezen aanwezig.
De staart is eveneens vrij klein, vooral bij de vrouwtjes. De huid van zowel de poten als de staart is voorzien van kleine opstaande schubben, met daartussen een weke, van vele kleine vlezige uitsteekseltjes voorziene huid.[5]
De matamata komt voor in delen van Zuid-Amerika en komt voor in de Amazonebekken en het stroomgebied van de Orinocorivier.[9] De schildpad is aangetroffen in de landen Bolivia, centraal en noordelijk Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. Binnen Trinidad en Tobago komt de soort ook voor op het eiland Trinidad.[4]
De matamata staat ook bekend als een exoot in de Amerikaanse staat Florida. Verschillende exemplaren werden in 1963 bewust uitgezet door een dierenhandelaar in deze staat. Deze schildpadden zijn echter sinds hun eerste waarneming niet meer gezien en hebben zich waarschijnlijk niet lang kunnen handhaven. Ondanks geruchten dat de schildpadden nog recentelijk zijn gezien is hier geen bewijs van.[10]
De habitat bestaat uit rivieren, rivierarmen, meren en andere wateroppervlakken met ondiep, langzaam stromend water. Het water dient een zachte, modderige bodem te hebben en enige onderwatervegetatie, boomstronken of stenen om tussen te schuilen. De schildpad leeft in relatief warme landen en prefereert een watertemperatuur van meer dan 25 graden.
De matamata heeft een voorkeur voor enigszins zuur water met een lage pH van 4,5 tot 5,5.[12]
De schildpad blijft vrijwel altijd onder water en vermijdt fel licht, zonnen doet deze soort zelden. Alleen de vrouwtjes betreden het land om hun eieren af te zetten op de oever. De matamata is volledig op het leven onder water aangepast en beweegt zich zeer langzaam om niet op te vallen.[13] Jongere dieren kunnen nog goed zwemmen, al hebben ze een koddige manier van voortbewegen. Het volwassen dier is echter een slechte zwemmer die altijd over de bodem wandelt. Door de lange nek en de verlengde neuspunt heeft de matamata een extra adembuffer maar zodra het dier in diepere delen of in het open water terechtkomt kan de schildpad verdrinken. De matamata is schemer- en nachtactief en houdt zich overdag schuil.
De matamata zoekt meestal niet actief naar prooien maar valt deze aan vanuit een hinderlaag. De schildpad wacht doodstil en beweegt zo weinig tot zich een prooi aandoet. Er is echter ook wel waargenomen dat vissen door de matamata naar een afgelegen hoek worden gedreven waarna de schildpad toeslaat.
Op het menu staan verschillende zwemmende prooien als kleine visjes, ongewervelden zoals kreeftachtigen en amfibieën(larven).[8] Vooral vissen wordt gegeten, uit waarnemingen blijkt dat vissen argeloos aan de vlezige huidflappen rond de kop komen sabbelen. Deze manier van jagen is ook bekend van enkele grote Amerikaanse rivierschildpadden zoals de alligatorschildpad, die zijn worm-achtige tong actief gebruikt om prooien te lokken.[9]
Zodra de vis dichtbij genoeg is spert de schildpad binnen een fractie van een seconde zijn bek wijd open terwijl tegelijkertijd de mondbodem omlaag wordt gedrukt door het tongbeen. Tevens wordt de kop naar voren bewogen, waarbij de huidflappen langs de kop waarschijnlijk dienen om deze in balans te houden. Door de zuigende werking wordt een grote hoeveelheid water met prooi en al de bek in gezogen.[2] Hierbij ontstaat een duidelijk hoorbaar bruisend geluid. Vermoed wordt dat ook vogeltjes en knaagdieren worden gegrepen als ze in het water terechtkomen.
Mannetjes en vrouwtjes lijken sprekend op elkaar en kunnen was worden gesekst als ze volwassen zijn. De mannetjes hebben een enigszins hol buikschil -zodat ze tijdens de paring op een vrouwtje kunnen klimmen- en hebben een relatief langere en dikkere staart. Als de staart naar achteren wordt gestoken, ligt de cloaca bij de mannetjes buiten de schildrand en bij de vrouwtjes is de cloaca onder de schildrand gepositioneerd.[3]
De paring vindt eenmaal per jaar plaats. Er is een baltsgedrag bekend waarbij de mannetjes hun kop naar het vrouwtje toe bewegen en gapende mondbewegingen maken. Ook worden de poten geheel uitgestrekt en worden huidflappen aan weerszijden van de kop op en neer bewogen.
De vrouwtjes zetten twaalf tot 28 eieren af op stranden langs rivieren of andere boven het water gelegen zanderige plaatsen waar ze kunnen graven.[10] De eieren worden ook wel op hogere delen van de oever begraven tussen rottende planten. De ronde eieren hebben een diameter van ongeveer 3,5 centimeter. Ze hebben een relatief lange incubatietijd van bijna zeven maanden bij een temperatuur van 28 tot 29 graden Celsius. Een in gevangenschap gehouden exemplaar heeft een leeftijd van vijftien jaar bereikt. Het is niet bekend hoe oud de dieren in het wild kunnen worden.[3]
De matamata is door zijn vreemde uiterlijk populair in de handel in exotische dieren. De schildpad heeft een groot watergedeelte nodig en kan niet worden gehouden met andere diersoorten aangezien deze worden opgegeten. Als voedsel kunnen levende vissen worden aangeboden zoals de op grote schaal gekweekte exotische guppy en de zwaarddrager maar ook jonge exemplaren van in België en Nederland inheemse vissen zoals voorn en kolblei zijn geschikt.[12]
De schildpad wordt veel in aquaria gehouden en is ook een populaire soort in dierentuinen over de gehele wereld. Onder andere in Blijdorp is de schildpad te bezichtigen. In juli 2006 werden hier vijf jonge matamatas geboren[14] en in 2007 kropen nog eens drie jonge dieren uit het ei.[15]
Aan de schildpad is door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN geen beschermingsstatus toegewezen. De soort wordt ook niet beschermd door een status op de internationale CITES-lijst.[3] De matamata mag hierdoor vrijelijk worden gevangen en uitgevoerd en kan zonder vergunning in gevangenschap worden gehouden.
De matamata of franjeschildpad (Chelus fimbriata) is een schildpad uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae).
De matamata is een middelgrote soort die voorkomt in delen van Zuid-Amerika en leeft in ondiepe rivieren en andere wateren. De schildpad heeft een zeer opmerkelijk uiterlijk door de lange nek, kleine kop, het bulterige schild en de vlezige huidflappen aan de kop en de nek. Het is hierdoor een van de bekendste schildpadden ter wereld. De schildpad is populair in de handel in exotische dieren en in dierentuinen.
De schildpad is zeer sterk op het water aangepast en komt er zelden uit. Op het menu staan voornamelijk vissen, die door de bek te openen naar binnen worden gezogen. De nek is breed en zeer lang en de kop is juist klein en driehoekig van vorm. Op het schild zijn twee rijen puntige bulten aanwezig, het schild is vaak begroeid met algen. Jongere dieren hebben een lichtbruine kleur, oudere exemplaren zijn zeer donker gekleurd.
Matamataen er en skilpadde som regnes til familien halsvendere og er utbredt i det nordlige Sør-Amerika.
Mens de fleste skilpadder leter aktivt etter byttedyr, ligger matamataen og venter på bytter i grunt, gjørmete vann, med det bermekelsesverdige kundrete skallet som kamuflasje. Øynene på det trekante hodet er små, men matamataen har store ytre trommehinner og følsomme hudfliker som sanser byttedyrenes bevegelser med. Den har også snorkelaktig nese som gjør at den kan puste uten å måtte gå opp til overflaten. Hunne legger opptil 28 egg om gangen.
Matamataen er en skilpadde som regnes til familien halsvendere og er utbredt i det nordlige Sør-Amerika.
Mens de fleste skilpadder leter aktivt etter byttedyr, ligger matamataen og venter på bytter i grunt, gjørmete vann, med det bermekelsesverdige kundrete skallet som kamuflasje. Øynene på det trekante hodet er små, men matamataen har store ytre trommehinner og følsomme hudfliker som sanser byttedyrenes bevegelser med. Den har også snorkelaktig nese som gjør at den kan puste uten å måtte gå opp til overflaten. Hunne legger opptil 28 egg om gangen.
Matamata (łac. Chelus fimbriata lub Chelus fimbriatus) – gatunek gada z podrzędu żółwi bokoszyjnych z rodziny żółwi wężoszyjnych.
Matamata (łac. Chelus fimbriata lub Chelus fimbriatus) – gatunek gada z podrzędu żółwi bokoszyjnych z rodziny żółwi wężoszyjnych.
Matamata (Chelus fimbriatus) är en sköldpadda som hör till familjen ormhalssköldpaddor.
Det är en sötvattenlevande sköldpadda, vilket är den ursprungliga skillnaden från de andra arterna i ordningen, vilket har väckt nyfikenhet hos många forskare. Den finns i stort sett i hela Sydamerika, särskilt i Amazonområdet och området runt floden Orinoco.
Sköldpaddan kan som fullvuxen nå en längd på upp till 45 centimeter och en vikt på 15 kilogram. Skölden är platt och skrovlig och har en knottrig ytstruktur. Unga djur har en ljusare, brungulaktig färg på skölden än äldre djur, hos vilka skölden är mörkare brunaktig eller närmast svartaktig. På skalet kan det växa alger, vilket bidrar till att förbättra djurets kamouflage. Sköldpaddans hals är försedd med små skinnflikar och det breda, triangulära huvudet är utdraget i en lång, smal nos.
Förekommer i Sydamerika, i Amazonområdet och Orinocoflodens vattensystem.
Sköldpaddan är mycket väl kamouflerad i sin naturliga miljö som är grumliga och grunda vatten. Den livnär sig främst på små fiskar, som den fångar genom att ligga orörlig på ett lämpligt ställe och vänta tills ett byte kommer tillräckligt nära. Då öppnar sköldpaddan sin mun så att bytet sugs in och sedan sväljer den det helt.
Matamata (Chelus fimbriatus) är en sköldpadda som hör till familjen ormhalssköldpaddor.
Det är en sötvattenlevande sköldpadda, vilket är den ursprungliga skillnaden från de andra arterna i ordningen, vilket har väckt nyfikenhet hos många forskare. Den finns i stort sett i hela Sydamerika, särskilt i Amazonområdet och området runt floden Orinoco.
Загальна довжина досягає 40—45 см, вага — 15 кг. Статевий диморфізм помітний лише у хвості: самці мають довші та товстіші хвости за самиць. Голова трикутна, сплощена, на кінці морди присутній гострий «хоботок». Маленькі оченята зрушені вперед. Рот дуже широкий, його розріз доходить до вушних отворів. Шия довга, оздоблена низкою фестончатих шкірних клаптів, Такі ж шкірні вирости розташовані на горлі та підборідді. Панцир зазубрений по краях, гострі конусоподібні горби на кожному щитку карапакса утворюють три поздовжніх зубчатих кіля. Зверху карапакс нагадує шмат кори. Пластрон зредукований, звужений. Лапи мають перетинки. Кігті доволі гострі.
Забарвлення тіла одноколірне бурувате. Колір пластрона від кремового, до жовтого й коричневого.
Полюбляє стоячі або слабкопроточні водойми із замуленим дном. харчується здебільшого рибою, ракоподібними, молюсками. Ловить здобич, втягуючи її разом з водою у раптово відкриту пащу. Їжу не пережовує, а заковтує цілком.
З жовтня по грудень самиця відкладає від 12 до 28 яєць. За сезон буває до 2 кладок. Інкубаційний період триває до 200 днів.
Мешкає на півночі Південній Америці: у Венесуелі, Гаяні, Суринамі, Гвіані, Еквадорі, Перу, Болівії а також в північній і центральній частинах Бразилії.
Chelus fimbriata là một loài rùa trong họ Chelidae. Loài này được Schneider mô tả khoa học đầu tiên năm 1783.[7]
Chelus fimbriata là một loài rùa trong họ Chelidae. Loài này được Schneider mô tả khoa học đầu tiên năm 1783.
Бахромчатая черепаха[1], или мата-мата[2], или матамата[1] (лат. Chelus fimbriatus) — южноамериканская пресноводная черепаха из семейства змеиношеих, выделяемая в монотипный род Chelus. Обладает крайне причудливой и своеобразной внешностью.
Длина карапакса до 40 см. Он имеет зазубренные края и три продольных зубчатых киля, образованных острыми конусовидными буграми на каждом щитке.
Причудливый вид матамате придаёт уплощённая треугольная голова с мягким хоботком и длинная шея с рядами кожаных выростов-фестонов. Подобные выросты имеются также на горле и подбородке. Всё это служит животному прекрасным камуфляжем, делая его похожим на обомшелый ствол дерева. Масса взрослых черепах до 15 кг[3].
Обитает в стоячих водах Южной Америки от бассейна реки Ориноко до бассейна Амазонки в центральных и северных районах Бразилии, Венесуэлы, восточной Колумбии, Эквадора, восточного Перу, северной Боливии, Французской Гвианы, Гайаны, Суринама и Тринидада. Интродуцирована во Флориде (США).
В природе кормится почти исключительно живой рыбой, изредка поедает головастиков, лягушек, моллюсков и водоплавающих птиц, подстерегая их в засаде.
Местами численность вида сокращается из-за разрушения мест обитания.
Мата-мату содержат в просторных акватеррариумах с затенёнными участками, которые создают экранами, укрепляемыми в разных местах над бассейном, поскольку она не любит яркого света. Очень теплолюбивая черепаха, её содержат при температуре воды +28…+30 °C и воздуха +28…+31 °C, уже при +24 °C она отказывается от корма. В неволе мата-мату кормят рыбой, лучше живой, хотя прекрасно питается и размороженной, лягушками, а при высокой температуре даже мышами и куриным мясом. Спариваются черепахи круглогодично, яйца откладывают в октябре — декабре. В кладке от 12 до 28 яиц. Длительность инкубации при температуре +30 °C составляет 60—140 суток, +28 °C — 194 дня, +24…+25 °C — 250—311 суток. Молодых черепах кормят мальками рыб.
Бахромчатая черепаха, или мата-мата, или матамата (лат. Chelus fimbriatus) — южноамериканская пресноводная черепаха из семейства змеиношеих, выделяемая в монотипный род Chelus. Обладает крайне причудливой и своеобразной внешностью.
瑪塔蛇頸龜(學名:Chelus fimbriatus,英文:Mata mata),是大型的水棲龜。成年的瑪塔蛇頸龜背甲可達45厘米,少數個體甚至可以到達50厘米以上,但在人為飼養環境下,多半在30-40厘米之間。背甲通常呈暗黃褐色或棕色,前緣光滑整齊,而後緣圓形並帶鋸齒,乍看就像秋天的楓葉,所以又稱楓葉龜。捕鱼方法是守株待兔。這種龜是蛇頸龜屬的單屬種。
於1741年,枯葉龜被法國博物學家Pierre Barrère 第一次描述為“大土地龜與高低不平的和脊尺度”(翻譯)。而於1783年,枯葉龜首次被德國博物學家约翰·哥特洛布·施耐德分類為蛇頸龜屬。而相隔2個世紀,終於在1992年被正名為枯葉龜。
枯葉龜是一種久坐不動的龜,擁有呈三角形的扁平頭,管狀的鼻子上和一個呈角狀的部分。下巴有三條觸鬚和四絲狀觸鬚。
成年枯葉龜背甲最長可以生長至45厘米(18英寸)。而完全成長後體重約為15公斤(33磅)。枯葉龜的腹甲比較小並且呈奶油黃色或棕黃色。
成體枯葉龜的頭部、頸部、尾部和四肢灰褐色。幼龜的底甲多為粉紅色,但在長大後牠們的背甲和腹甲的顏色會逐漸消失,而牠們在成年後的底部邊緣會發紅。
每隻前腳有五個蹼爪。雄性的腹甲會較凹,尾巴亦較長、較厚。
楓葉龜棲息在流速和緩的黑水溪流、亞馬遜混濁的湖泊和奧利諾科河。玻利維亞北部、秘魯東部、厄瓜多爾、哥倫比亞東部、委內瑞拉、圭亞那以及巴西中、北部。
枯葉龜是一種水生龜,喜歡在淺水中將管狀鼻子伸到水面呼吸。
枯葉龜殼的外觀像一塊樹皮,其頭部像落葉。因為牠仍然在水中一動不動,使其能夠融入周圍的環境中,直到魚類接近。枯葉龜伸出牠的頭,並打開嘴巴,造成一個低壓真空的環境以吸入接近的獵物。枯葉龜的嘴閉上,水會慢慢噴出,獵物會被整條吞噬。枯葉龜以此方式進食是由於其嘴不能咀嚼。
雄性會為雌性擴展牠們的四肢,並把頭樸向雌性。情況多在10月至12月的亞馬遜河上游發生。龜蛋會呈球形,長約35毫米(1.4英寸)。 目前已經可以人工繁殖楓葉龜,不過由於楓葉龜並不是人氣很高的水龜再加上繁殖所需空間大因此有意願這麼做的人不多。也因此目前在寵物市場的楓葉龜多為野生個體。
枯葉龜是肉食性的,主要以水生無脊椎動物和魚類為食。
枯葉龜很容易就可以在市場中購入。由於其獨特的外觀,因而成為了一種觀賞動物。成長後的體型會變得非常大,不過枯葉龜並不太活躍,因此,牠們不太需要太大的空間。
與所有的水龜一樣,在人工飼養的環境下,水的品質是成功養飼此物種的成功關鍵之一。溫暖、pH值在5.0-5.5之間的酸性水是最好的選擇,建議在水中加入沉木或黑水營造出弱酸性水質,應保持全年使用,亦建議增加過濾設施。另外如果找不到不想花錢買黑水或沉木,也可以考慮使用大葉欖仁木(Terminalia catappa)的枯葉來營造酸性水質。
食物方面,人工飼養下除了水族館常見的朱文錦和泥鰍外,如果能取得其他的小魚也可以餵食(前提是無毒);另外楓葉龜在人工飼養下可以馴服其吃新鮮的死魚或魚肉,如果不願意花時間照顧活魚的可以嘗試。
瑪塔蛇頸龜(學名:Chelus fimbriatus,英文:Mata mata),是大型的水棲龜。成年的瑪塔蛇頸龜背甲可達45厘米,少數個體甚至可以到達50厘米以上,但在人為飼養環境下,多半在30-40厘米之間。背甲通常呈暗黃褐色或棕色,前緣光滑整齊,而後緣圓形並帶鋸齒,乍看就像秋天的楓葉,所以又稱楓葉龜。捕鱼方法是守株待兔。這種龜是蛇頸龜屬的單屬種。
マタマタ(Chelus fimbriatus)は、爬虫綱カメ目ヘビクビガメ科マタマタ属に分類されるカメ。本種のみでマタマタ属を形成する。
エクアドル、ガイアナ、コロンビア東部、スリナム、トリニダード・トバゴ、ブラジル、フランス(仏領ギアナ)、ペルー東部、ボリビア北部
最大甲長は45cmとされるがさらに大型化することもある。背甲は甲板ごとに筋状の盛り上がり(キール)が発達し、全体像は「凹凸のある岩石」に「ボロボロに朽ちた枯れ葉」がついたような外見である。この体は周囲の枯葉や岩石にまぎれこむ擬態の役割を果たす。
頭部は大型で三角形。頭が大きすぎるため、頭を甲羅内に引っこめることができない。目は丸く、平たい頭の狭い部分についている。吻端は突出する。口は頭部の下面にあって大きく裂けているが、横から見ると微笑んでいるように見える。頸部は太く長い。頭部や頸部、四肢には皮膚が房状に変化した突起がたくさんある。種小名のfimbriatusは「ふさのある」の意で「マタマタ」という名前は現地先住民族のトウビ語で「皮膚」を意味する。喉にある突起は感覚器官の働きをすると考えられている。
地域や個体により形態に変異がある。有名なものではアマゾン川水系とオリノコ川水系の個体群が挙げられるが、現在のところ本種に亜種は認められていない。
流れの緩やかな河川や池沼等に生息する。水棲傾向が強く日光浴も浅瀬で行い、産卵時のメスを除いて陸に上がることは稀。あまり移動することもなく、水底に潜み獲物を待ち伏せる。呼吸する時は長い首を伸ばし、吻端を水面に突き出しシュノーケルのようにして呼吸する。
食性は動物食で、主に魚類を食べる。気づかずに近づいてきた獲物にゆっくりと首を伸ばし、大きな口で周囲の水ごと瞬間的に吸いこむように捕食する。
繁殖形態は卵生で、1回に12-28個の卵を産む。
岩や枯れ葉に擬態した外見から、水族館等でも人気が高い。ペットとして飼育されることもあり、日本にも輸入されている。飼育下での繁殖例は非常に少なく主に野生個体の幼体が流通する。人工飼料に餌付くことはまずなく獲物を噛まずに飲み込むため大型の餌では、消化器官を傷めるとされる。大型化し活発的でないため手放してしまう人も多く、一般家庭で大型個体を飼育する人は少ない。成長速度はあまり速くないとされる。