Nepenthes madagascariensis ist eine Pflanzenart in der Familie der Kannenpflanzengewächse (Nepenthaceae). Diese fleischfressende Pflanze ist nur auf Madagaskar heimisch.
Nepenthes madagascariensis wächst als Halbstrauch oder Strauch. Nur gelegentlich kletternd, sind die Pflanzen selten höher als 2 Meter. Junge Teile der Pflanzen sind stets dicht mit roten, vielzelligen, rund 1 Millimeter langen Haaren besetzt. Die Internodien sind an der bodenständigen Rosette und Kurztrieben äußerst kurz, verlängern sich jedoch bis auf 3, selten bis 4 Zentimeter. Die Gesamtlänge des Abschnitts aus Blattspreite, Ranke und Kanne beträgt zwischen 4 und 78 Zentimeter.[1]
Die Laubblätter stehen an einem am Ansatz den Stängel halb umfassenden Blattstiel, der 2 bis 5 Zentimeter lang und 1 (selten 0,8) bis 1,5 Zentimeter dick ist und über 1 bis 2, selten bis 3 Zentimeter geflügelt ist. Die ledrige, 3 (selten ab 1) bis 28 Zentimeter lange und 2 bis 8 Zentimeter breite Blattspreite ist oval oder lanzettlich, oberseitig unbehaart, unterseitig jedoch zerstreut mit Haaren besetzt. Lanzettliche Spreiten weisen ein Länge-zu-Breite-Verhältnis von 3 bis 5:1 auf, ovale selten eines von bis zu 2:1. Der Blattgrund ist selten keilförmig verjüngt. Zu jeder Seite der auf der Unterseite der Spreite deutlich hervorspringenden Mittelrippe finden sich vier bis sechs, selten bis sieben Seitenrippen. Die vereinzelt mit Haaren besetzte Ranke ist 10 bis 38 Zentimeter lang und 1 bis 3 Millimeter dick.[1]
Nepenthes madagascariensis bildet weniger Bodenkannen, sondern überwiegend Luftkannen aus, die recht schlank und trichterförmig sind und etwa 26 cm groß werden können. Typisch bei dieser Art ist ein breites Peristom und ein fast kreisförmiger Deckel. Die Färbung ist überwiegend ein leuchtendes quittengelb, aber es wurden auch schon rote Kannen beschrieben.
Nepenthes madagascariensis sind zweihäusig getrenntgeschlechtig (diözisch), also befinden sich an einem Exemplar entweder nur männliche oder nur weibliche Blüten. Wie die meisten ihrer Verwandten bildet Nepenthes madagascariensis rispige Blütenstände aus. Die Kronblätter sind für gewöhnlich rötlich gefärbt, können aber bei intensiver Sonneneinstrahlung dunkelbraun ausfallen.
Die Chromosomenzahl beträgt 2n = 80.[2]
94,3 % der Beute von Nepenthes madagascariensis sind Ameisen (80,2 %), Zweiflügler (9,7 %) und Käfer (4,4 %). Die Beutezusammensetzung unterscheidet sich bei den dimorphen Boden- und Luftkannen. In den unteren Kannen findet sich ein deutlich höherer Anteil von Ameisen, in den oberen eine höhere Zahl fliegender Insekten. Die Unterschiede können teilweise auch saisonal begründet sein.[3]
Nepenthes madagascariensis ist ausschließlich auf Madagaskar heimisch und ist eine Tieflandart. Sie ist verbreitet entlang der Ostküste, nach Norden bis zur Masoala-Halbinsel, am häufigsten ist sie im Süden um Tolagnaro. Sie findet sich an den relativ trockenen Rändern von Sümpfen, aber auch auf sandigen Böden offener, heller Standorte, wo sie manchmal fast exklusive Bestände bildet[1].[4]
Von der IUCN wird diese Art als gefährdet (Vulnerable) eingestuft.[5]
Die erste greifbare Erwähnung von Nepenthes madagascariensis stammt aus dem Jahr 1661, als der Franzose Étienne de Flacourt Madagaskar bereiste und dort auf die „Anramitaco“ genannte Pflanze stieß.[1]
Offiziell erstbeschrieben wurde die Art 1798 von Jean Louis Marie Poiret. Zwei Varietäten, die 1906 erstbeschriebene Nepenthes madagascariensis var. cylindrica sowie die var. macrocarpa von 1891 werden mittlerweile synonymisiert, andere Untertaxa fehlen.[4]
Nepenthes madagascariensis ist eine Pflanzenart in der Familie der Kannenpflanzengewächse (Nepenthaceae). Diese fleischfressende Pflanze ist nur auf Madagaskar heimisch.
Nepenthes madagascariensis (/nɪˈpɛnθiːz mædəˌɡæskɑːriˈɛnsɪs/; from Madagascar) is one of two Nepenthes pitcher plant species native to Madagascar, the other being N. masoalensis.
Nepenthes madagascariensis was the first Nepenthes species to be scientifically described; Étienne de Flacourt recorded it in 1658 under the name Amramatico. He published a description of the plant in his seminal work Histoire de la Grande Isle de Madagascar. It reads:[4]
It is a plant growing about 3 feet high which carries at the end of its leaves, which are 7 inches long, a hollow flower or fruit resembling a small vase, with its own lid, a wonderful sight. There are red ones and yellow ones, the yellow being the biggest. The inhabitants of this country are reluctant to pick the flowers, saying that if somebody does pick them in passing, it will not fail to rain that day. As to that, I and all the other Frenchmen did pick them, but it did not rain. After rain these flowers are full of water, each one containing a good half-glass. [translated from French in Pitcher-Plants of Borneo][5]
Nepenthes madagascariensis occurs along the eastern coast of Madagascar. It is most common in the south of the island, around Tôlanaro, though it is found as far north as the Masoala Peninsula. It grows along the edges of swamps and in peaty or sandy soils at low altitudes.[1]
The pitchers of N. madagascariensis play host to at least two species of infaunal spiders: Synema obscuripes and Theridion decaryi.[6]
Nepenthes madagascariensis (/nɪˈpɛnθiːz mædəˌɡæskɑːriˈɛnsɪs/; from Madagascar) is one of two Nepenthes pitcher plant species native to Madagascar, the other being N. masoalensis.
Nepenthes madagascariensis est une espèce de plantes carnivores originaire de Madagascar d'où elle tire son nom.
Elle est présente sur la côte Est de l'île et plus particulièrement au niveau de la presqu'île de Masoala.
Elle fut la première népenthès décrite, et ceci en 1658 par Étienne de Flacourt. Ce népenthès est également le plus occidental jamais découvert, loin du foyer principal en Asie du Sud-Est.
Nepenthes madagascariensis Poir., 1797 è una pianta carnivora della famiglia Nepenthaceae, endemica del Madagascar.[2]
È una specie dioica che cresce in forma di cespugli, alti 70–100 cm.
Gli ascidi, sostenuti dalla parte finale di un viticcio che si sviluppa come un'estensione della nervatura principale della foglia, sono di colore dal giallo al rosso, dotate di un peristoma ampio e un opercolo rossastro quasi circolare.
È diffusa lungo la costa orientale del Madagascar, dalla penisola di Masoala a nord sino a Tolagnaro a sud.[1]
Predilige terreni umidi e sabbiosi, a basse altitudini.
Gli ascidi di N. madagascariensis sono popolati da una ampia varietà di insetti attratti dal colore degli ascidi e dal nettare secreto. Parecchie specie di artropodi compiono il loro ciclo vitale all'interno degli ascidi nutrendosi delle prede cadute in esso; tra di essi le larve di alcune zanzare (Uranotaenia spp.) e di alcuni ditteri (Chloropidae spp.), alcune specie di acari (Creutzeria sp.).[3][4]
Nepenthes madagascariensis Poir., 1797 è una pianta carnivora della famiglia Nepenthaceae, endemica del Madagascar.
Nepenthes madagascariensis is een soort bekerplant uit de familie Nepenthaceae die endemisch is in Madagaskar. Het is een van de twee vertegenwoordigers van het geslacht Nepenthes die op het eiland voorkomen. De andere soort is N. masoalensis.
Al in 1658 werd de plant ontdekt door Étienne de Flacourt, nog voor het systeem van Linnaeus werd gebruikt. Flacourt gaf de plant de naam Anramatico. Hij publiceerde het in zijn boek Histoire de la Grande Isle de Madagascar uit 1661.[2]
Het was uiteindelijk Poiret die in 1797 de plant voor het eerst wetenschappelijk publiceerde in de Encyclopédie Méthodique.[3]
De soort is endemisch in Madagaskar en komt vooral voor in de laaglandbossen in het oosten van het eiland. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van het Nationaal park Masoala tot aan de stad Tôlanaro. De plant leeft voornamelijk aan de droge randen van moerassen, maar is ook te vinden op zandgronden.[4] De plant is ook een schaarse exoot in Australië, India, Thailand en Sri Lanka.[5]
De soort staat vermeld als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN .[1] Ook staat de soort in Appendix II van CITES,[3] wat wil zeggen dat er geen planten of delen daarvan mogen worden geëxporteerd zonder vergunning.
De plant groeit als een struik en is zelden een klimplant. De plant wordt meestal niet hoger dan 2 meter. Jonge plantendelen zijn altijd lichtelijk bedekt met rode, meercellige haren van ongeveer 1 millimeter lang. De internodia, het stuk tussen twee knopen, zijn erg kort en hebben een lengte van 3, zelden 4 centimeter.[2]
De bladeren hebben een bladsteel van 2 tot 5 centimeter lang en 1 (zelden 0,8) tot 1,5 centimeter dik. De leerachtige, groene bladeren zijn ovaal en hebben een lengte tot de 28 centimeter en een breedte van 2 tot 8 centimeter. Deze bladeren zijn aan de bovenzijde kaal maar de onderzijde is licht behaard. De ranken zijn 10 tot 38 centimeter lang en 1 tot 3 millimeter dik.[2]
De bekers kunnen 26 centimeter lang worden. De deksel is bijna cirkelvormig. De bekers hebben vaak een gele tot groene kleur, maar kunnen ook rood tot paarsachtig worden.
N. madagascariensis is tweehuizig. De bloemblaadjes zijn meestal roodachtig tot donkerbruin van kleur en draaien naar het zonlicht.
De soort telt twee variëteiten:[4][6]
Nepenthes madagascariensis is een vleesetende plant en zijn vangst bestaat gemiddeld genomen voor 80,2% uit mieren, 9,7% uit vliegen, 4,4% uit kevers en 6,7% uit overige geleedpotigen, zoals spinnen.[7]
Ook kunnen er in de bekers larven leven van muggen, met name van het geslacht Uranotaenia, halmvliegen en mijten uit het geslacht Creutzeria.[8][9]
N. madagascariensis met daarin Heterixalus boettgeri.
N. madagascariensis met een Mastododera-keversoort
Nepenthes madagascariensis is een soort bekerplant uit de familie Nepenthaceae die endemisch is in Madagaskar. Het is een van de twee vertegenwoordigers van het geslacht Nepenthes die op het eiland voorkomen. De andere soort is N. masoalensis.
Nepenthes madagascariensis[1][2][3][4] este o specie de plante carnivore din genul Nepenthes, familia Nepenthaceae, ordinul Caryophyllales, descrisă de Jean Louis Marie Poiret.[5][6] Conform Catalogue of Life specia Nepenthes madagascariensis nu are subspecii cunoscute.[5]
Nepenthes madagascariensis este o specie de plante carnivore din genul Nepenthes, familia Nepenthaceae, ordinul Caryophyllales, descrisă de Jean Louis Marie Poiret. Conform Catalogue of Life specia Nepenthes madagascariensis nu are subspecii cunoscute.
马达加斯加猪笼草(学名:Nepenthes madagascariensis)是马达加斯加东部海岸特有的热带食虫植物。[3]其为马达加斯加特有的两种猪笼草之一,另一种为马索亚拉半岛猪笼草(N. masoalensis)。
马达加斯加猪笼草是人类发现的第一种猪笼草属植物;艾蒂安·德弗拉古(Étienne de Flacourt)于1658年发现,并将其命名为“Amramatico”。在他发表的开创性著作《马达加斯加岛的历史》(Histoire de la Grande Isle de Madagasca)中对马达加斯加猪笼草进行了描述。他这样写道:[注 1][5]
“ 这种植物高约3英尺,叶片约7英寸长,在叶片的末端有一个类似果实或花朵一样的带盖花瓶状结构。其有黄色的也有红色的,黄色的最大。这个国家的人都不会去摘这些花朵,因为他们认为如果有人摘它们,那么那天将不停的下雨。而我和其他所有的法国人摘了它,但却没有下雨。雨后这些花朵会装满雨水,每个都含有不少于半杯。 ”马达加斯加猪笼草存在于马达加斯加的东部海岸,北至马索亚拉半岛。常见于南部陶拉納魯附近的岛屿上。马达加斯加猪笼草通常生长于沼泽边缘及低地泥炭或砂质土壤中。[6]
在马达加斯加猪笼草的捕虫笼内至少存在着2种底内动物,分别为球腹蛛(Theridion decaryi)及Synema obscuripes。[7]
寬葉豬籠草
源小猪笼草
拟翼状猪笼草
翼状猪笼草
白猪笼草
白环猪笼草
阿札潘山猪笼草
苹果猪笼草
安达曼猪笼草
昂嘎桑猪笼草
附盖猪笼草
阿金特猪笼草
马兜铃猪笼草
阿滕伯勒猪笼草
贝卡利猪笼草
贝里猪笼草
本斯通猪笼草
二齿猪笼草
波哥猪笼草
邦苏猪笼草
博世猪笼草
豹斑猪笼草
伯克猪笼草
风铃猪笼草
塞西尔猪笼草
象岛猪笼草
陈氏猪笼草
熙德猪笼草
圆盾猪笼草
柯普兰猪笼草
丹瑟猪笼草
N. adnata
N. abgracilis
N. abalata
N. alata
N. alba
N. albomarginata
N. alzapan
N. ampullaria
N. andamana
N. angasanensis
N. appendiculata
N. argentii
N. aristolochioides
N. attenboroughii
N. beccariana
N. bellii
N. benstonei
N. bicalcarata
N. bokorensis
N. bongso
N. boschiana
N. burbidgeae
N. burkei
N. campanulata
N. ceciliae
N. chang
N. chaniana
N. cid
N. clipeata
N. copelandii
N. danseri
迪安猪笼草
密花猪笼草
上位猪笼草
滴液猪笼草
疑惑猪笼草
爱德华猪笼草
鞍型猪笼草
附生猪笼草
真穗猪笼草
绝灭猪笼草
艾玛猪笼草
法萨猪笼草
杏黄猪笼草
暗色猪笼草
甘通山猪笼草
无毛猪笼草
有腺猪笼草
小花猪笼草
小猪笼草
瘦小猪笼草
裸瓶猪笼草
钩唇猪笼草
汉密吉伊坦山猪笼草
赫姆斯利猪笼草
刚毛猪笼草
粗毛猪笼草
霍尔登猪笼草
胡瑞尔猪笼草
无刺猪笼草
卓越猪笼草
泉氏猪笼草
N. deaniana
N. densiflora
N. diatas
N. distillatoria
N. dubia
N. edwardsiana
N. ephippiata
N. epiphytica
N. eustachya
N. extincta
N. eymae
N. faizaliana
N. flava
N. fusca
N. gantungensis
N. glabrata
N. glandulifera
N. graciliflora
N. gracilis
N. gracillima
N. gymnamphora
N. hamata
N. hamiguitanensis
N. hemsleyana
N. hirsuta
N. hispida
N. holdeni
N. hurrelliana
N. inermis
N. insignis
N. izumiae
贾桂琳猪笼草
马桶猪笼草
容洪猪笼草
贡布猪笼草
克尔猪笼草
印度猪笼草
奇坦兰山猪笼草
克罗斯猪笼草
空堪达猪笼草
仓田猪笼草
蓝姆猪笼草
熔岩猪笼草
莱昂纳多猪笼草
莱特岛猪笼草
小舌猪笼草
长叶猪笼草
劳氏猪笼草
麦克法兰猪笼草
大叶猪笼草
大型平庸猪笼草
马达加斯加猪笼草
曼塔灵阿汉山猪笼草
马普鲁山猪笼草
马索亚拉半岛猪笼草
大猪笼草
美林猪笼草
小瓮猪笼草
迈克猪笼草
棉兰老岛猪笼草
惊奇猪笼草
奇异猪笼草
N. jacquelineae
N. jamban
N. junghuhnii
N. kampotiana
N. kerrii
N. khasiana
N. kitanglad
N. klossii
N. kongkandana
N. kurata
N. lamii
N. lavicola
N. leonardoi
N. leyte
N. lingulata
N. longifolia
N. lowii
N. macfarlanei
N. macrophylla
N. macrovulgaris
N. madagascariensis
N. mantalingajanensis
N. mapuluensis
N. masoalensis
N. maxima
N. merrilliana
N. micramphora
N. mikei
N. mindanaoensis
N. mira
N. mirabilis
柔毛猪笼草
山地猪笼草
姆鲁山猪笼草
毛律山猪笼草
龙猪笼草
内格罗斯岛猪笼草
新几内亚猪笼草
黑猪笼草
诺斯猪笼草
卵形猪笼草
巴拉望岛猪笼草
圆锥猪笼草
巴布亚猪笼草
盾葉毛豬籠草
伯威尔猪笼草
有柄猪笼草
菲律宾猪笼草
细毛猪笼草
皮托庞猪笼草
宽唇猪笼草
美丽猪笼草
莱佛士猪笼草
馬來王豬籠草
岔刺猪笼草
拉莫斯猪笼草
两眼猪笼草
菱茎猪笼草
硬叶猪笼草
罗伯坎特利猪笼草
罗恩猪笼草
N. mollis
N. monticola
N. muluensis
N. murudensis
N. naga
N. negros
N. neoguineensis
N. nigra
N. northiana
N. ovata
N. palawanensis
N. paniculata
N. papuana
N. peltata
N. pervillei
N. petiolata
N. philippinensis
N. pilosa
N. pitopangii
N. platychila
N. pulchra
N. rafflesiana
N. rajah
N. ramispina
N. ramos
N. reinwardtiana
N. rhombicaulis
N. rigidifolia
N. robcantleyi
N. rowanae
萨马岛猪笼草
血红猪笼草
萨兰加尼猪笼草
辛布亚岛猪笼草
欣佳浪山猪笼草
斯迈尔斯猪笼草
匙叶猪笼草
显目猪笼草
窄叶猪笼草
苏门答腊猪笼草
素叻猪笼草
苏里高猪笼草
塔蓝山猪笼草
坚韧猪笼草
毛盖猪笼草
细猪笼草
泰国猪笼草
高棉猪笼草
多巴猪笼草
托莫里猪笼草
特勒布猪笼草
宝特瓶猪笼草
波叶猪笼草
超基猪笼草
维奇猪笼草
葫芦猪笼草
维耶亚猪笼草
长毛猪笼草
绿猪笼草
佛氏猪笼草
N. samar
N. sanguinea
N. saranganiensis
N. sibuyanensis
N. singalana
N. smilesii
N. spathulata
N. spectabilis
N. stenophylla
N. sumatrana
N. suratensis
N. surigaoensis
N. talangensis
N. tenax
N. tentaculata
N. tenuis
N. thai
N. thorelii
N. tobaica
N. tomoriana
N. treubiana
N. truncata
N. undulatifolia
N. ultra
N. veitchii
N. ventricosa
N. vieillardii
N. villosa
N. viridis
N. vogelii
阿里猪笼草
石龙门猪笼草
坎特利猪笼草
雪线猪笼草
红脉猪笼草
N. × alisaputrana
N. × bauensis
N. × cantleyi
N. × cincta
N. × ferrugineomarginata
哈里猪笼草
虎克猪笼草
基纳巴卢山猪笼草
古晋猪笼草
美翼猪笼草
N. × harryana
N. × hookeriana
N. × kinabaluensis
N. × kuchingensis
N. × merrilliata
妙翼猪笼草
潘丘卢保山猪笼草
梨形猪笼草
沙捞越猪笼草
沙礼花-哈萨猪笼草
N. × mirabilata
N. × pangulubauensis
N. × pyriformis
N. × sarawakiensis
N. × sharifah-hapsahii
毛果猪笼草
宝翼猪笼草
特鲁斯马迪山猪笼草
曾氏猪笼草
红瓶猪笼草
N. × trichocarpa
N. × truncalata
N. × trusmadiensis
N. × tsangoya
N. × ventrata
马达加斯加猪笼草(学名:Nepenthes madagascariensis)是马达加斯加东部海岸特有的热带食虫植物。其为马达加斯加特有的两种猪笼草之一,另一种为马索亚拉半岛猪笼草(N. masoalensis)。
マダガスカルウツボカズラ Nepenthes madagascariensis は、ウツボカズラ属の食虫植物の1つ。マダガスカル産で、これはこの属の分布の最西端に当たる。
蔓状になる多年生植物で食虫植物[1]。茎は地表付近でこぶ状に肥大し、ここから多数の茎を出し、ブッシュ状に茂る。高さ40-60cmが普通だが、時には2mにもなり、疎林の樹木などによじ登る[2]。
葉は互生。葉身は楕円形で長さ10-30cm、幅3-8cmになる。葉柄は長さ3-5cmあり、表側に深い縦溝があり、その基部は茎を半分近く抱える。
捕虫袋にはやや2形がある。下位のものは細長い卵形で、2本の縦翼は線状で、時にその縁に細かな突起を持つ。縁歯は外側で内側に巻き込んで平らに伸び、幅5-14mm。蓋は円状卵円形で径3-5cm。蓋の付け根に突起があり、長さ4-6mm。上位の袋は漏斗状で下から上に次第に広がる。下方の袋は黄緑色から緑で、時に赤みを帯びる。上位の袋は黄緑色から白っぽい色をしている。袋の内側には多数の蜜腺がある[3]。
円錐花序は長さ20-40cm。
マダガスカル島の南東部にある大草原の低湿地に群落が見られる[4]。この地域は気候としては熱帯多雨林帯に含まれる[5]。上記のようにそれぞれの下部がブッシュ状に茂るので、湿地に集団が点在した状態になる[6]。
本種の分布域はこの属の最西端にあり、マダガスカル島にはもう1種 N. masoalensis がある。この2種と、それにやはり分布域の西端に近いセーシェルのセーシェルウツボカズラ、それにスリランカの N. distillatoria がそれぞれこの属の系統において基底近くから分枝していること、その中でもこの島の2種はあとの2種の次に分岐し、同一のクレードを作ることが報告されている[7]。
食虫植物として栽培されることがある。組織培養で繁殖させた株が販売されている。直射日光を与えるとよく、日本で暖かな期間はサラセニアなどと同じに野ざらしでよく生育するとも。ただし冬季は15℃程度を求める[8]。