De Zuid-Afrikaanse galago of moholi (Galago moholi) is een soort van het geslacht kleine galago's (Galago). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Andrew Smith in 1836.
De Zuid-Afrikaanse galago heeft een lichtbruine vacht, ruitvormige, zwarte ringen rondom de ogen, een lange pluimstaart en grote oren. De achterpoten zijn vrij lang. De lichaamslengte bedraagt 15 tot 17 cm, de staartlengte 12 tot 27 cm en het gewicht 150 tot 250 gram.
Dit dier kan rechtop soms wel 5 meter ver springen. Om een goede grip aan takken te garanderen sprenkelt het dier regelmatig urine over zijn grijphanden en –voeten. Zijn voedsel bestaat uit insecten, die het met zijn handen uit de lucht grijpt. Ook voedt het zich met gom, die het met zijn kamachtige ondervoortanden van de bomen schraapt. Het dier leeft in kleine familiegroepen, overdag liggen ze op een kluitje te slapen.
Deze soort komt voor in de tropische, halfopen droge gebieden in bossavanne en meer ontwikkeld bos langs waterlopen van Midden- en Zuidoost-Afrika, met name in Angola, Zambia, Zimbabwe, noordelijk Botswana, Malawi, Kwazulu-Natal en noordelijk Namibië tot het Victoriameer.
De Zuid-Afrikaanse galago is binnen zijn verspreidingsgebied een algemeen voorkomend dier, vooral in zijn voorkeurshabitat, bos en struikgewas van de soetdoring (Acacia karroo). Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruit gaat. Om deze redenen staat de Zuid-Afrikaanse galago als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesDe Zuid-Afrikaanse galago of moholi (Galago moholi) is een soort van het geslacht kleine galago's (Galago). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Andrew Smith in 1836.