Kogelspinnen[1] (Theridiidae) zijn een familie van spinnen waarvan er in Nederland en België ongeveer 80 soorten in 12 genera voorkomen; wereldwijd 2297 soorten in 112 genera.[2] De beruchte zwarte weduwe (Latrodectus mactans) behoort tot deze familie.
De Nederlandse naam slaat op het bij de meeste soorten opvallend rond abdomen. Ze dragen een kam van getande borstelharen aan de achterpoten. De lichaamslengte varieert van 0,2 tot 1,5 cm.
De vrouwtjes van sommige soorten hebben een giftige beet. Enkele soorten, zoals de bovengenoemde zwarte weduwe, kunnen met hun beet door het neurotoxine een ernstig ziektebeeld veroorzaken (latrodectisme), dat in zeer uitzonderlijke gevallen fataal kan verlopen (enkele gevallen in vier decennia bekend). In Nederland komen dergelijke soorten niet voor. De spinnen zijn schuw en bijten alleen als ze in het nauw komen.
Ze leggen zo'n 1000 eieren per jaar in ronde, zijden eizakjes, die worden bewaakt door het vrouwtje.
Het zijn entelegyne (vrouwtjes hebben een epigyne), kleefdraden makende spinnen die in de ruimte gesponnen (niet-platte) webben maken. Het web is losjes en op het oog slordig geconstrueerd; de draden hebben lijmdruppeltjes aan de uiteinden en raken daar ook makkelijk los waarbij ze met de druppeltjes de prooi pakken en deze hulpeloos laten bungelen.
Kogelspinnen (Theridiidae) zijn een familie van spinnen waarvan er in Nederland en België ongeveer 80 soorten in 12 genera voorkomen; wereldwijd 2297 soorten in 112 genera. De beruchte zwarte weduwe (Latrodectus mactans) behoort tot deze familie.