dcsimg

Kleine rupsklaver ( néerlandais ; flamand )

fourni par wikipedia NL

De kleine rupsklaver (Medicago minima) is een eenjarige plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De plant komt van nature voor in Eurazië.

De dicht behaarde plant wordt 5-40 cm hoog en heeft een stompkantige stengel. De drietallige, 3-4 mm lange, omgekeerd eironde blaadjes zijn ongevlekt. De steunblaadjes zijn ongedeeld of aan de voet iets getand.

De kleine rupsklaver bloeit van mei tot augustus met gele, 3-9 mm lange bloemen. De bloemtros bestaat uit één tot acht bloemen. De kroonbladen zijn 3-7 mm lang.

De 3-8 mm brede vrucht is een bijna bolvormige peul (gestekelde kluwen) met viltige beharing, vaak met klierharen en met anderhalve tot zeven windingen. De aderen op de windingen zijn sterk s-vormig gebogen en niet netvormig verbonden. De zaden zijn 1,5-2,4 mm lang en 0,8-1,2 mm breed.

De plant komt voor op droge, kalkrijke zandgrond in duinen en langs rivierstrandjes.

Namen in andere talen

De namen in andere talen kunnen vaak eenvoudig worden opgezocht met de interwiki-links.

  • Duits: Zwerg-Schneckenklee
  • Engels: bur medick, burclover, little bur medick, little medick, small medick, woolly bur medick
  • Frans: luzerne fluette, luzerne naine
  • Pools: lucerna kolczastostrąkowa
  • Zweeds:Sandlusern, Taggsnäckväppling

Externe link

Wikimedia Commons Zie de categorie Medicago minima van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
licence
cc-by-sa-3.0
droit d’auteur
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visiter la source
site partenaire
wikipedia NL

Kleine rupsklaver: Brief Summary ( néerlandais ; flamand )

fourni par wikipedia NL

De kleine rupsklaver (Medicago minima) is een eenjarige plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De plant komt van nature voor in Eurazië.

De dicht behaarde plant wordt 5-40 cm hoog en heeft een stompkantige stengel. De drietallige, 3-4 mm lange, omgekeerd eironde blaadjes zijn ongevlekt. De steunblaadjes zijn ongedeeld of aan de voet iets getand.

De kleine rupsklaver bloeit van mei tot augustus met gele, 3-9 mm lange bloemen. De bloemtros bestaat uit één tot acht bloemen. De kroonbladen zijn 3-7 mm lang.

De 3-8 mm brede vrucht is een bijna bolvormige peul (gestekelde kluwen) met viltige beharing, vaak met klierharen en met anderhalve tot zeven windingen. De aderen op de windingen zijn sterk s-vormig gebogen en niet netvormig verbonden. De zaden zijn 1,5-2,4 mm lang en 0,8-1,2 mm breed.

De plant komt voor op droge, kalkrijke zandgrond in duinen en langs rivierstrandjes.

licence
cc-by-sa-3.0
droit d’auteur
Wikipedia-auteurs en -editors
original
visiter la source
site partenaire
wikipedia NL