Trypoxylon ist eine Gattung der Grabwespen (Spheciformes) aus der Familie Crabronidae. In Europa kommen 16 Arten vor.[1]
Die Grabwespen der Gattung Trypoxylon haben einen charakteristisch langgestreckten, schlanken, schwarzen Körper. Die Augenränder sind innen stark nierenförmig ausgerandet. Die Tiere besitzen nur eine Submarginalzelle. Die Artbestimmung ist mitunter schwierig.[2]
In Mitteleuropa legen die Weibchen ihre Nester in hohlen oder markhaltigen Stängeln, in verlassenen Bohrgängen im Holz oder in verlassenen Hautflüglernestern in Löß- oder Lehmwänden an. Die einzelnen Zellen sind mitunter von unterschiedlicher Länge. Sie werden durch Erde oder Lehm voneinander getrennt. An die letzte Zelle grenzt immer eine Leerzelle an, die vermutlich dem Schutz vor Parasitoiden dient. Die Brut wird mit mehreren kleinen Spinnen versorgt. Es gibt nord- und mittelamerikanische Arten, die röhrenförmige Lehmnester an geschützten Stellen anlegen. Diese können bis zu 63 Zentimeter lang sein. Bei manchen Arten hilft das Männchen dem Weibchen beim Nestbau. Es bewacht das Nest, wenn das Weibchen ausfliegt, hilft beim Bau und Verschließen des Nestes, schleppt Baumaterial heran, übernimmt die vom Weibchen erjagte Beute und bringt sie in das Nest ein. Weibliche Nachkommen haben einen erhöhten Nahrungsbedarf. Durch die längere Verproviantierungsphase sind diese Nester empfindlicher gegenüber Parasitoiden, weswegen die Mithilfe des Männchens hier besonders wichtig ist. Nester in Stängeln kann man anhand ihrer Braunfärbung sowie des schwarzen Kots am Ende leicht erkennen. Es gibt eine Reihe von unspezifischen Parasitoiden, wie Goldwespen, Schlupfwespen und Fleischfliegen, die diese Grabwespen parasitieren.[2]
Trypoxylon ist eine Gattung der Grabwespen (Spheciformes) aus der Familie Crabronidae. In Europa kommen 16 Arten vor.
Trypoxylon is a genus of wasps in the family Crabronidae. All Trypoxylon species that have been studied so far are active hunters of spiders, which they paralyse with a venomous sting, to provide as food to their developing larvae.[1][2] Depending on the species, they will either construct their own nest from mud or find cavities that already exist.[3] These cavities can range from keyholes to nail holes to previously abandoned nests, and are generally sealed with mud to create cells for their larvae.
The 634 species in this most speciose genus are found worldwide being represented in the Palearctic, Nearctic, Afrotropic (largest number of species in the Old World), Neotropic (highest number of species), Australasia (poorly represented) and Indomalayan realm. [4]
Trypoxylon collinum pupa Trypoxylon collinum adult Trypoxylon is a genus of wasps in the family Crabronidae. All Trypoxylon species that have been studied so far are active hunters of spiders, which they paralyse with a venomous sting, to provide as food to their developing larvae. Depending on the species, they will either construct their own nest from mud or find cavities that already exist. These cavities can range from keyholes to nail holes to previously abandoned nests, and are generally sealed with mud to create cells for their larvae.
Trypoxylon es un género de avispas de la familia Crabronidae. Todas las especies estudiadas son cazadoras de arañas, a las que paralizan con su veneno para alimentar luego a sus larvas.[1][2] Algunas especies construyen nidos, otras usan cavidades existentes.[3] Estas cavidades pueden ser desde agujeros de clavos o de llaves hasta nidos abandonados de otras avispas. Generalmente cierran estos nidos con barro después de crear celdillas y depositar alimentos y huevos.[4]
Las 634 species de este género tienen distribución mundial, con el mayor número en el Paleártico.[5]
Trypoxylon es un género de avispas de la familia Crabronidae. Todas las especies estudiadas son cazadoras de arañas, a las que paralizan con su veneno para alimentar luego a sus larvas. Algunas especies construyen nidos, otras usan cavidades existentes. Estas cavidades pueden ser desde agujeros de clavos o de llaves hasta nidos abandonados de otras avispas. Generalmente cierran estos nidos con barro después de crear celdillas y depositar alimentos y huevos.
Trypoxylon est un genre d'hyménoptères de la famille des crabronidés. En Europe, il comprend les espèces suivantes :
Trypoxylon is een geslacht van graafwespen (Crabronidae), dat wereldwijd voorkomt. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd gepubliceerd door Pierre André Latreille in 1796.[1]
Het geslacht omvatte in 2008, volgens Buschini, Borba en Brescovit,[2] 359 soorten. De soortenlijst van het Institute for Biodiversity Science and Sustainability, California Academy of Sciences, bijgewerkt tot 23 april 2016, vermeldt 631 soorten, plus een viertal fossiele.[3]
Het zijn solitaire wespen; elk vrouwtje maakt een eigen nest uit leem of klei, dat bestaat uit een aantal rijen van cellen die er soms als "orgelpijpen" uitzien; elke rij bestaat uit 6 tot 8 cellen. Elke cel wordt voorzien van een verlamde spin als voedselvoorraad voor de larve. Het vrouwtje legt een groot ei op de verlamde spin en sluit dan de cel af met modder. De larve die uit het ei komt voedt zich met de spin om daarna te verpoppen. Kenmerkend voor dit geslacht is dat de mannetjes gewoonlijk het nest bewaken terwijl de vrouwtjes het bevoorraden, en ongewenste bezoekers zoals mieren of parasitaire vliegen wegjagen.
Deze soorten komen voor in Europa:[4]
Trypoxylon is een geslacht van graafwespen (Crabronidae), dat wereldwijd voorkomt. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd gepubliceerd door Pierre André Latreille in 1796.
Het geslacht omvatte in 2008, volgens Buschini, Borba en Brescovit, 359 soorten. De soortenlijst van het Institute for Biodiversity Science and Sustainability, California Academy of Sciences, bijgewerkt tot 23 april 2016, vermeldt 631 soorten, plus een viertal fossiele.
Het zijn solitaire wespen; elk vrouwtje maakt een eigen nest uit leem of klei, dat bestaat uit een aantal rijen van cellen die er soms als "orgelpijpen" uitzien; elke rij bestaat uit 6 tot 8 cellen. Elke cel wordt voorzien van een verlamde spin als voedselvoorraad voor de larve. Het vrouwtje legt een groot ei op de verlamde spin en sluit dan de cel af met modder. De larve die uit het ei komt voedt zich met de spin om daarna te verpoppen. Kenmerkend voor dit geslacht is dat de mannetjes gewoonlijk het nest bewaken terwijl de vrouwtjes het bevoorraden, en ongewenste bezoekers zoals mieren of parasitaire vliegen wegjagen.
Trypoxylon é um género de insetos himenópteros, mais especificamente de vespas pertencente à família Crabronidae.
Trypoxylon é um género de insetos himenópteros, mais especificamente de vespas pertencente à família Crabronidae.
Трипоксилы[1], или тлееды[2] (Trypoxylon) — один из крупнейших родов песочных ос из подсемейства Crabroninae (триба Trypoxylini). Более 600 видов.
Всесветное. В Европе более 20 видов.[3] Для СССР указывалось 35 видов.[4] В Австралии 7 видов.[5]
Мелкого и среднего размера стройные осы с удлинённым брюшком, как правило чёрного цвета, реже с рыже-красными пятнами на брюшке. Переднее крыло с 1 радиомедиальной и 1 дискоидальной ячейками. Гнёзда в готовых полостях (стеблях, ходах ксилофагов, галлах, гнёздах одиночных ос или пчёл). Ловят пауков.[4]
Более 600 видов.[6] Относится к трибе Trypoxylini Lepeletier de Saint Fargeau, 1845.
Трипоксилы, или тлееды (Trypoxylon) — один из крупнейших родов песочных ос из подсемейства Crabroninae (триба Trypoxylini). Более 600 видов.
