De rivierdonderpad (Cottus perifretum) is gewerveld en een inheemse vis. In de literatuur (en Flora- en faunawet) van voor 2005 wordt deze donderpad nog Cottus gobio genoemd. Cottus gobio komt voor in het Oostzeegebied en Midden-Europa en is afwezig in Nederland.[2][3] Beide soorten behoren tot de circa 15 in Europa voorkomende soorten uit het geslacht Cottus. Dit zijn zoetwatervissen uit een familie van zowel zoet- als zoutwatervissen, de donderpadden.
De rivierdonderpad wordt tot 15 cm lang en kan tot 5 jaar oud worden. De vis heeft geen zwemblaas waardoor hij schokkend zwemt. De vis wordt vooral op de bodem aangetroffen. In zijn milieu heeft hij behoefte aan schuilplaatsen, zoals stenen, takken, boomwortels. De rivierdonderpad lijkt sterk op de beekdonderpad, maar is herkenbaar aan de ruwe, van kleine stekeltjes voorziene, flanken. De beekdonderpad mist deze stekeltjes, of heeft er veel minder.
Het broedsel wordt door het mannetje verdedigd. Wanneer de jongen uitkomen, verlaten ze het nest. Het mannetje bewaakt het legsel en waait, net als de stekelbaars, het legsel zuurstofrijk water toe.
Deze donderpad (Cottus perifretum) komt voor in Groot-Brittannië, en de westelijke delen van de stroomgebieden van rivieren in Frankrijk, België en Nederland die uitkomen op de Atlantische Oceaan en de Noordzee. De soort rukt op naar het oosten en komt in de Rijn al voor bij Karlsruhe, in de Moezel en de Sieg.[2]
De rivierdonderpad (C. perifretum) wordt in Nederland in grote aantallen gevonden aan de oevers van grote stilstaande wateren en in de grote rivieren zoals het IJsselmeer, de Waal, IJssel en Maas. Het is de meest voorkomende donderpad. Hij wordt ook wel kwakbol of rivierknorhaan genoemd.
In de Flora- en faunawet staat de soort nog als Cottus gobio als beschermde diersoort vermeld. Deze soort staat niet op de Nederlandse rode lijst (2004). De rivierdonderpad (C. perifretum) staat nu wel op de rode lijst (2015) als kwetsbaar. Deze soort is minder kwetsbaar dan de beekdonderpad (C. rhenanus) die uitsluitend voorkomt in beekjes in Noord-Brabant en Limburg.[4]
De rivierdonderpad (Cottus perifretum) is gewerveld en een inheemse vis. In de literatuur (en Flora- en faunawet) van voor 2005 wordt deze donderpad nog Cottus gobio genoemd. Cottus gobio komt voor in het Oostzeegebied en Midden-Europa en is afwezig in Nederland. Beide soorten behoren tot de circa 15 in Europa voorkomende soorten uit het geslacht Cottus. Dit zijn zoetwatervissen uit een familie van zowel zoet- als zoutwatervissen, de donderpadden.