Geochelone is een geslacht van schildpadden uit de familie landschildpadden. Fossielen zijn bekend vanaf het Eoceen.[1] De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Leopold Fitzinger in 1835.
De soorten uit het geslacht Geochelone soorten behoren tot de grootste landschildpadden ter wereld. Alle soorten hebben een koepelvormig schild en brede poten.
Tot het geslacht behoren enkel 'typische' landschildpadden die in zeer droge of schrale omgevingen kunnen overleven en voornamelijk leven van grassen en andere planten. Sommige soorten hebben de taak van grazers overgenomen en houden open plekken vrij door de planten weg te eten. Een aantal soorten heeft de introductie van grazers in hun biotoop ternauwernood overleefd omdat de concurrentie te groot werd. Een voorbeeld is de Galapagosreuzenschildpad, tevens een van de bekendere soorten schildpadden.
De Geochelone- soorten kunnen zeer hoge leeftijden bereiken, hoewel de recordhouder uit het geslacht Dipsochelys komt. Enkele voorbeelden zijn;
Er zijn twee verschillende soorten. Vroeger werd ook een derde soort tot dit geslacht gerekend; de sporenschildpad (Geochelone sulcata). Deze soort is tegenwoordig echter ingedeeld bij het monotypische geslacht Centrochelys.[1]
Geslacht Geochelone
Geochelone is een geslacht van schildpadden uit de familie landschildpadden. Fossielen zijn bekend vanaf het Eoceen. De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Leopold Fitzinger in 1835.