nimet breadcrumb-navigoinnissa
Callistopteris is a fern genus in the family Hymenophyllaceae. The genus is accepted in the Pteridophyte Phylogeny Group classification of 2016 (PPG I) but not by some other sources, which sink it into a broadly defined Trichomanes.
The genus Callistopteris was erected by Edwin Copeland in 1938.[1] Its status, like other genera in the family Hymenophyllaceae, remains disputed. The Pteridophyte Phylogeny Group classification of 2016 (PPG I) accepts the genus, placing it in the subfamily Trichomanoideae, and saying that there are five species.[2] As of October 2019, the Checklist of Ferns and Lycophytes of the World lists six species,[1] whereas Plants of the World Online sinks the genus into Trichomanes.[3]
As of October 2019, the Checklist of Ferns and Lycophytes of the World accepted the following species:[1]
Callistopteris is a fern genus in the family Hymenophyllaceae. The genus is accepted in the Pteridophyte Phylogeny Group classification of 2016 (PPG I) but not by some other sources, which sink it into a broadly defined Trichomanes.
Callistopteris es un género de helechos perteneciente a la familia Hymenophyllaceae.[1][2]
Fue descrito por Edwin Bingham Copeland y publicado en Philippine Journal of Science 67(1): 65 en el año 1938.[3] La especie tipo es: Callistopteris apiifolia (C.Presl) Copel.
Callistopteris es un género de helechos perteneciente a la familia Hymenophyllaceae.
Callistopteris est un genre de fougères de la famille des Hyménophyllacées.
Le genre a été décrit une première fois par Edwin Bingham Copeland en 1938[1]. Il l'a dénommé ainsi en raison de l'élégance des frondes de ces fougères.
Conrad Vernon Morton le place en section de Trichomanes subg. Pachychaetum en 1968[2].
Kunio Iwatsuki le place en sous-genre du genre Cephalomanes en 1984.
Enfin, Atsushi Ebihara, Jean-Yves Dubuisson, Kunio Iwatsuki, Sabine Hennequin et Motomi Ito le replacent en genre à part entière en 2006 sur la base d'études de phylogénétique moléculaire[3].
Ces fougères possèdent un court rhizome, assez épais et avec une épaisse pilosité. Les racines sont présentes, nombreuses et robustes.
Le stipe, le pétiole ainsi que le rachis (nervure principale du limbe) sont couverts de poils longs et bruns.
Le limbe peut mesurer jusqu'à 40 cm sur 16 cm. ; il est divisé 3 à 4 fois. Il n'y a pas de fausses nervures. La nervation est pennée. Il y a plus de trois cellules sur la partie membraneuse du limbe entre les nervures et les bords.
Les sores, paratactiques aux nervures de la feuille, sont entourés d'une indusie tubulaire campanulée.
Les espèces du genre comptent 36 paires de chromosomes.
Ce genre est principalement localisé dans le Pacifique équatorial et tropical avec une espèce en Amérique du Sud.
Ces espèces croissent à même les rochers humides et parfois sur les troncs d'arbre.
Callistopteris apiifolia
Callistopteris polyantha
Callistopteris superba
Le genre compte 5 ou 6 espèces selon que les espèces Callistopteris apiifolia et Callistopteris baueriana sont considérées ou non comme synonymes.
Callistopteris est un genre de fougères de la famille des Hyménophyllacées.
Callistopteris is een geslacht met zeven soorten varens uit de vliesvarenfamilie (Hymenophyllaceae). Het zijn kleine tot middelgrote lithofytische varens uit de tropische gebieden van de Stille Oceaan en Zuid-Amerika.
De botanische naam Callistopteris is afgeleid van de nimf Callisto en van het Oudgriekse πτερίς, pteris (varen).
Callistopteris zijn kleine tot middelgrote overblijvende varens met korte, dikke behaarde rizomen en talrijke, stevige wortels. De bladsteel en de bladspil zijn eveneens bezet met lange, bruine haren. De bladen kunnen tot 40 cm lang worden en zijn drie- tot viervoudig geveerd.
De sporenhoopjes zitten op de tot buiten het blad verlengde nerven op de top van de blaadjes, en dragen buisvormige dekvliesjes met een receptaculum, een haarvormig uitgroeisel van het sporenhoopje, dat als een borsteltje boven het dekvliesje uit steekt.
Callistopteris-soorten zijn lithofytische planten, vooral groeiend op vochtige rotswanden, van de eilanden uit equatoriale en tropische gebieden van de Stille Oceaan, met één soort uit Zuid-Amerika.
Alhoewel Callistopteris door sommige botanici subgenus van Trichomanes werd beschouwd, is volgens de recente taxonomische beschrijving van Smith et al. (2006) het geslacht een monotypische groep binnen de vliesvarenfamilie[1].
Het geslacht omvat naargelang de bron vijf tot zeven soorten. De typesoort is Callistopteris baldwinii.
Callistopteris is een geslacht met zeven soorten varens uit de vliesvarenfamilie (Hymenophyllaceae). Het zijn kleine tot middelgrote lithofytische varens uit de tropische gebieden van de Stille Oceaan en Zuid-Amerika.
Callistopteris er en slekt innenfor hinnebregnefamilien myr- og sumptilpassede bregner. Slekten vokser kun i Asia og har minst én kjent art. Bregnene vokser i fuktige, varme strøk.
Disse bregnene er flerårige og ofte relativt små og skjøre vekster.
For en mer omfattende taksonomi, se: Hinnebregnefamilien og Bregner.
Callistopteris er en slekt innenfor hinnebregnefamilien myr- og sumptilpassede bregner. Slekten vokser kun i Asia og har minst én kjent art. Bregnene vokser i fuktige, varme strøk.
Disse bregnene er flerårige og ofte relativt små og skjøre vekster.
For en mer omfattende taksonomi, se: Hinnebregnefamilien og Bregner.
.jpg)
