Passiflora rubra ye una especie de planta fanerógames perteneciente a la familia Passifloraceae. Ye nativa de les Antilles y mariñes del Mar Caribe.
Ye una planta con tarmos trepadores y fueyes de 2-10 cm de llargor con pedúnculos de 1-6 cm de llargu, más llargos nos frutos. El mota ye de color rosa cola corona de color rosa a colloráu, más escuru pola base. El frutu ye una baga, tienra y peluda de 2,5 cm de llargor.
Passiflora rubra describióse por Carlos Linneo y espublizóse en Species Plantarum 2: 956–957. 1753.[1]
Passiflora: nome xenéricu qu'adoptáu por Linneo en 1753 y que significa "flor de la pasión" (del llatín passio = "pasión" y flos = "flor"), foi dau polos misioneros xesuites en 1610, por cuenta de la semeyanza de delles partes de la planta con símbolos relixosos de la Pasión de Cristu, el llátigu col que foi azotáu = bilortos, los trés clavos = estilos; estames y la corona radial = la corona d'escayos.
rubra: epítetu llatín que significa "de color coloráu".[2]
Passiflora rubra ye una especie de planta fanerógames perteneciente a la familia Passifloraceae. Ye nativa de les Antilles y mariñes del Mar Caribe.
Passiflora rubra (lat. Passiflora rubra) - qonaqotukimilər fəsiləsinin qonaqotu cinsinə aid bitki növü.
Passiflora rubra (lat. Passiflora rubra) - qonaqotukimilər fəsiləsinin qonaqotu cinsinə aid bitki növü.
Passiflora rubra és una espècie de planta de flors pertanyent a la família Passifloraceae. És nativa de les Antilles i costes del Carib.
A Wikimedia Commons hi ha contingut multimèdia relatiu a: Passiflora rubraLyann koulèv se yon plant. Li nan fanmi plant kategori: Passifloraceæ Asteraceæ . Non syantifik li se Passiflora rubra L. Mikania cordifolia (L. f.) Willd.
Istwa
Lyann koulèv se yon plant. Li nan fanmi plant kategori: Passifloraceæ Asteraceæ . Non syantifik li se Passiflora rubra L. Mikania cordifolia (L. f.) Willd.
Passiflora rubra, the Dutchman's laudanum,[1] is a species in the family Passifloraceae. It is native throughout the West Indies, and to Colombia, Venezuela, Peru, Ecuador, Bolivia and eastern Brazil.
Passiflora rubra is vegetatively almost indistinguishable from Passiflora capsularis, but the two species may be distinguished in flower and fruit. The ovaries of the flowers of Passiflora rubra has a dense coating of white, or less commonly brownish hairs, and the fruit, while variable in shape, is always obovoid, unlike that of Passiflora capsularis which is tapering at both ends.
Passiflora rubra, the Dutchman's laudanum, is a species in the family Passifloraceae. It is native throughout the West Indies, and to Colombia, Venezuela, Peru, Ecuador, Bolivia and eastern Brazil.
Passiflora rubra is vegetatively almost indistinguishable from Passiflora capsularis, but the two species may be distinguished in flower and fruit. The ovaries of the flowers of Passiflora rubra has a dense coating of white, or less commonly brownish hairs, and the fruit, while variable in shape, is always obovoid, unlike that of Passiflora capsularis which is tapering at both ends.
Passiflora rubra es una especie de planta fanerógamas perteneciente a la familia Passifloraceae. Es nativa de las Antillas y costas del Mar Caribe.
Es una planta con tallos trepadores y hojas de 2-10 cm de longitud con pedúnculos de 1-6 cm de largo, más largos en los frutos. El cáliz es de color rosa con la corona de color rosa a rojo, más oscuro por la base. El fruto es una baya, tierna y peluda de 2,5 cm de longitud.
Passiflora rubra fue descrita por Carlos Linneo y publicado en Species Plantarum 2: 956–957. 1753.[1]
Ver: Passiflora
rubra: epíteto latino que significa "de color rojo".[2]
Passiflora rubra es una especie de planta fanerógamas perteneciente a la familia Passifloraceae. Es nativa de las Antillas y costas del Mar Caribe.
Passiflora rubra je biljka iz porodice Passifloraceae.
Passiflora rubra je biljka iz porodice Passifloraceae.
Passiflora rubra is één van de 24 passiebloemen die door Carl Linnaeus werd vermeld in zijn Species Plantarum. Het is een variabele passiebloem, waarbij de planten naar oorsprongsgebied variëren in kleur en grootte van de bloemen en de vorm van de vruchten en de bladeren. Deze variabiliteit kan verklaard worden doordat de klimplant een uitgestrekt oorspronggebied heeft. Hij komt van nature voor in het Caraïbisch Gebied, van Frans-Guyana tot Venezuela en van Colombia tot Peru, Bolivia en Brazilië. Hij kan aangetroffen worden van zeeniveau tot op 2200 m hoogte. Op eilanden in de Grote Oceaan zoals de Cookeilanden is de soort verwilderd.
De vegetatieve delen van de plant zijn behaard. De stengels zijn hoekig en gegroefd en worden 3-4 m lang. In de bladoksels ontspringen de ranken die daar worden geflankeerd door steunblaadjes. De bladstelen zijn tot 5 cm lang. De afwisselend geplaatste bladeren zijn twee- of drielobbig, gaafrandig, soms wat lichtergekleurd bij de nerven en 0,9–8 x 1,5–10 cm groot. De bloemstelen zijn tot 6 cm lang en staan meestal solitair maar soms in paren in de bladoksels. De bloemen zijn wit tot crèmekleurig en roze tot paarsachtig en 2,8–4,5 cm breed. De kelkbladeren zijn groen tot roodachtig wit aan de buitenkant en wit tot crèmekleurig aan de binnenkant en tot 3 x 0,7 cm groot. De kroonbladeren zijn wit tot crèmekleurig en tot 1,5 x 0,3 cm groot. De corona bestaat uit één of twee rijen. De buitenste rij is 0,5–1,6 cm lang en meestal roze, rood of paars aan de basis en wit tot crèmekleurig daarboven. De eventueel aanwezige binnenste rij bestaat is 0,1–0,3 cm lang. In het midden van de corona ontspringt de androgynofoor. De vruchten variëren ook sterk in vorm. Ze kunnen spoelvormig en zeshoekig zijn of bolvormig tot ovaal zonder hoeken. Rijp worden de vruchten roodachtig of rood en wit. De vrucht bevat talloze zaden.
Er is tegenwoordig een kloon uit Bolivia bekend met een geheel witte corona, die daardoor moeilijk te onderscheiden is van Passiflora capsularis. Passiflora rubra kan echter onderscheiden worden doordat alle planten die tot deze soort behoren een dicht wit- of bruinbehaard vruchtbeginsel hebben, wat niet voorkomt bij Passiflora capsularis.
Klonen van verschillende oorsprongsgebieden zijn in cultivatie gekomen. Het is een gemakkelijk te houden plant die als jonge plant al bloeit op korte scheuten. Hij kan in de vensterbank worden gehouden of in een broeikas en ’s zomers buiten worden gezet. Hij moet overwinterd worden bij temperaturen boven de 7 °C.
Bronnen, noten en/of referentiesPassiflora rubra L. – gatunek rośliny z rodziny męczennicowatych (Passifloraceae Juss. ex Kunth in Humb.). Występuje naturalnie na Karaibach, w Wenezueli, Kolumbii, Ekwadorze, Peru, Boliwii, Gujanie, Gujanie Francuskiej i Brazylii (w stanach Pará, Tocantins, Bahia, Ceará, Maranhão oraz Pernambuco[3][4].
Występuje w wiecznie zielonych lasach na wysokości do 900 m n.p.m.[5]
Passiflora rubra L. – gatunek rośliny z rodziny męczennicowatych (Passifloraceae Juss. ex Kunth in Humb.). Występuje naturalnie na Karaibach, w Wenezueli, Kolumbii, Ekwadorze, Peru, Boliwii, Gujanie, Gujanie Francuskiej i Brazylii (w stanach Pará, Tocantins, Bahia, Ceará, Maranhão oraz Pernambuco.
Passiflora rubra là một loài thực vật có hoa trong họ Lạc tiên. Loài này được L. mô tả khoa học đầu tiên năm 1753.[1]
Passiflora rubra là một loài thực vật có hoa trong họ Lạc tiên. Loài này được L. mô tả khoa học đầu tiên năm 1753.