Mesembriomys gouldii és una espècie de rosegador de la família dels múrids. És endèmic del nord d'Austràlia, on viu a altituds de fins a 700 msnm. Es tracta d'un animal nocturn. El seu hàbitat natural són els boscos oberts de plana. Està amenaçat per la depredació per gats ferals, els incendis forestals i l'expansió dels camps de conreu.[1] Aquest tàxon fou anomenat en honor de l'ornitòleg i artista anglès John Gould.[2]
Mesembriomys gouldii és una espècie de rosegador de la família dels múrids. És endèmic del nord d'Austràlia, on viu a altituds de fins a 700 msnm. Es tracta d'un animal nocturn. El seu hàbitat natural són els boscos oberts de plana. Està amenaçat per la depredació per gats ferals, els incendis forestals i l'expansió dels camps de conreu. Aquest tàxon fou anomenat en honor de l'ornitòleg i artista anglès John Gould.
The black-footed tree-rat (Mesembriomys gouldii), also known as Djintamoonga,[2] is one of two endemic Australian rodent species in the genus Mesembriomys. Both the black-footed tree-rat and its congener, the golden-backed tree-rat (M. macrurus), are found in northern Australia. The species is one of the largest murids found in Australia.[3]
Haematological and blood chemistry research has been performed on the black-footed tree-rat to aid in the captive and natural management of Australian native murids held in captivity for conservation purposes.[4]
The tree-rat has a greyish-brown coat that is shaggy and coarse and has a creamy white underbelly. The hind feet are black with well developed pads and strong sharp claws. They have large ears and a long tail with a brush of white hair at the tip.[3] They grow to a mass of 830 grams (29 oz).[5] The head and body length of the tree-rat is typically 250 to 308 millimetres (9.8 to 12.1 in) with a tail length of 100 to 130 millimetres (3.9 to 5.1 in).[6][7]
Three subspecies of the black-footed tree-rat have been recognised, based on minor morphological differences in skull and foot shape, as well as variation in colouration. Research into the population genomics of the species agrees with the subspecific delimitation,[8] with the Gulf of Carpentaria separating the Queensland subspecies from the other mainland subspecies found in the Northern Territory and Western Australia. The third subspecies is found on Melville Island in the Northern Territory.
The black-footed tree-rat is typically solitary and nocturnal, although multiple individuals can sometimes be found denning in the same hollow or fallen log.[9] Individuals are semi-arboreal, but spend time on the ground foraging or moving between trees. The species typically shelters in tree hollows (typically Eucalyptus miniata or E. tetrodonta) and pandanus stands during the day.[5][6][9]
Individuals have a mean home range area of about 40 hectares, although this can vary considerably.[10][11]
It is a folivore and frugivore and its diet may be supplemented by invertebrates such as termites and molluscs.
Mesembriomys gouldii has a range extending from the savannahs of Cape York Peninsula in Queensland westward to the Kimberley region of Western Australia.[6] Habitats such as tropical woodlands or open forest are suitable for the tree rat,[5] although it persists well in the more complex coastal vine thickets and closed forests. It is not common in many areas and many geographic regions show substantial population declines. One study in the Northern Territory found that the extent of occurrence had declined by over 30% compared to the pre-European distribution, and that breadth of occupied environmental space had declined by over 40%.[12] The same study observed that the species was contracting to areas of higher rainfall, milder temperatures, and higher vegetation complexity than it was present in historically.
Genetic estimation of effective population size trajectories in four black-footed tree-rat populations showed that most populations are undergoing severe declines, although the population around the city of Darwin in the Northern Territory appears to have been more stable.[8]
The estimated global population is 30,000,[6] although the distribution and density is poorly known in Western Australia and Queensland, where records are far more sparse.
{{cite book}}
: CS1 maint: others (link) {{cite journal}}
: Cite journal requires |journal=
(help) The black-footed tree-rat (Mesembriomys gouldii), also known as Djintamoonga, is one of two endemic Australian rodent species in the genus Mesembriomys. Both the black-footed tree-rat and its congener, the golden-backed tree-rat (M. macrurus), are found in northern Australia. The species is one of the largest murids found in Australia.
Haematological and blood chemistry research has been performed on the black-footed tree-rat to aid in the captive and natural management of Australian native murids held in captivity for conservation purposes.
Mesembriomys gouldii Mesembriomys generoko animalia da. Karraskarien barruko Murinae azpifamilia eta Muridae familian sailkatuta dago.
Mesembriomys gouldii Mesembriomys generoko animalia da. Karraskarien barruko Murinae azpifamilia eta Muridae familian sailkatuta dago.
Il ratto arboricolo dai piedi neri (Mesembriomys gouldii Gray, 1843) è un roditore della famiglia dei Muridi endemico dell'Australia[1][2].
Roditore di grandi dimensioni, con la lunghezza della testa e del corpo tra 260 e 315 mm, la lunghezza della coda tra 310 e 410 mm, la lunghezza del piede tra 66 e 72 mm, la lunghezza delle orecchie tra 42 e 46 mm e un peso fino a 880 g.[3]
Le parti superiori sono giallastre, cosparse densamente di lunghi peli nerastri, più intensi sulla groppa, meno sui fianchi e sul capo, mentre le parti ventrali sono bianche o grigie chiare. Sono presenti degli anelli nerastri intorno agli occhi. Le orecchie sono lunghe, nere e arrotondate. Le zampe sono nerastre. I piedi sono talvolta chiazzati di bianco. La coda è molto più lunga della testa e del corpo, è completamente ricoperta di peli neri e con un ciuffo terminale di lunghi peli bianchi. Il cariotipo è 2n=47-48 FN=51-52.
È una specie notturna e arboricola, anche se spesso si nutre al suolo. Si rifugia all'interno di alberi cavi o in nidi costruiti tra il denso fogliame.
Si nutre di frutta, in particolare delle specie di Pandanus, semi, insetti e nettare.
Si riproduce durante tutto l'anno, con picchi verso la fine della stagione secca. Le femmine danno alla luce 1-3 piccoli alla volta, dopo una gestazione di 43-44 giorni.
Questa specie è diffusa nella parte settentrionale dell'Australia ed in alcune isole vicine.
Vive in foreste di Eucalipto, foreste umide e foreste costiere fino a 700 metri di altitudine. È stato osservato anche in boscaglie e frutteti.
Sono state riconosciute 3 sottospecie:
La IUCN Red List, considerato il declino della popolazione a causa della perdita del proprio habitat, classifica M.gouldii come specie prossima alla minaccia (NT).[1]
Il ratto arboricolo dai piedi neri (Mesembriomys gouldii Gray, 1843) è un roditore della famiglia dei Muridi endemico dell'Australia.
Mesembriomys gouldii is een knaagdier uit het geslacht Notomys dat voorkomt in Australië. Zijn verspreidingsgebied beslaat het noorden van de Kimberley (noordelijk West-Australië), het noordwesten van Arnhemland, inclusief Melville-eiland (noordelijk Noordelijk Territorium; in het noordoosten van Arnhemland is hij uitgestorven) en delen van het Kaap York-schiereiland in Noord-Queensland, tussen Ravenshoe en de Iron Range. Daar leeft hij in open bossen en gebieden met struiken. Hoewel er drie ondersoorten zijn voorgesteld (M. g. melvillensis uit Melville-eiland, M. g. rattoides uit Queensland en M. g. gouldii uit de rest van het verspreidingsgebied), is hun bestaan nog niet met moderne middelen bevestigd.
Het is een grote, opvallende in bomen levende rat. De rug is grijsachtig of zelfs zwart, geleidelijk overgaand in de witte of lichtgrijze buik. De staart is lang en bedekt met een zwarte haren, op de witte pluim na. De oren en de voeten zijn groot en zwart. De kop-romplengte bedraagt 260 tot 315 mm, de staartlengte 310 tot 410 mm, de achtervoetlengte 66 tot 72 mm, de oorlengte 42 tot 46 mm en het gewicht 600 tot 880 gram. Vrouwtjes hebben 0+2=4 mammae.
De soort is 's nachts actief en slaapt in holle bomen of in een nest gebouwd in dichte vegetatie. Hoewel deze soort voornamelijk in bomen leeft, foerageert hij ook weleens op de grond. Hij eet fruit, zaden, insecten, groene knoppen en nectar. Het dier paart het hele jaar, maar het meeste aan het eind van het droge seizoen. Meestal worden er twee jongen geboren.
Mesembriomys gouldii is een knaagdier uit het geslacht Notomys dat voorkomt in Australië. Zijn verspreidingsgebied beslaat het noorden van de Kimberley (noordelijk West-Australië), het noordwesten van Arnhemland, inclusief Melville-eiland (noordelijk Noordelijk Territorium; in het noordoosten van Arnhemland is hij uitgestorven) en delen van het Kaap York-schiereiland in Noord-Queensland, tussen Ravenshoe en de Iron Range. Daar leeft hij in open bossen en gebieden met struiken. Hoewel er drie ondersoorten zijn voorgesteld (M. g. melvillensis uit Melville-eiland, M. g. rattoides uit Queensland en M. g. gouldii uit de rest van het verspreidingsgebied), is hun bestaan nog niet met moderne middelen bevestigd.
Het is een grote, opvallende in bomen levende rat. De rug is grijsachtig of zelfs zwart, geleidelijk overgaand in de witte of lichtgrijze buik. De staart is lang en bedekt met een zwarte haren, op de witte pluim na. De oren en de voeten zijn groot en zwart. De kop-romplengte bedraagt 260 tot 315 mm, de staartlengte 310 tot 410 mm, de achtervoetlengte 66 tot 72 mm, de oorlengte 42 tot 46 mm en het gewicht 600 tot 880 gram. Vrouwtjes hebben 0+2=4 mammae.
De soort is 's nachts actief en slaapt in holle bomen of in een nest gebouwd in dichte vegetatie. Hoewel deze soort voornamelijk in bomen leeft, foerageert hij ook weleens op de grond. Hij eet fruit, zaden, insecten, groene knoppen en nectar. Het dier paart het hele jaar, maar het meeste aan het eind van het droge seizoen. Meestal worden er twee jongen geboren.
Mesembriomys gouldii é uma espécie de roedor arborícola da família Muridae. Trata-se de um dos maiores muríneos encontrados na Austrália.[2]
É endêmica do norte da Austrália, onde se encontra ameaçada de extinção por destruição de habitat e predação por espécies invasoras, particularmente gatos ferais.[1]
A espécie possui um dorso cinzento-marrom com pelos ásperos, com o ventre cor de creme. Os pés são pretos, com garras afiadas e almofadas bem desenvolvidas. Suas orelhas são grandes, e a cauda é longa, com uma ponta branca.[2] Seus incisivos crescem por toda a vida, e são cobertos por uma camada de esmalte muito mais duro que o resto do dente, o que faz com que o desgaste dentário ao longo da vida produza uma borda afiada naturalmente adequada para o consumo de plantas duras lenhosas. Filhotes nascem com os olhos fechados, e pesando somente 34 gramas; a idade adulta é atingida em 80 dias. As fêmeas crescem até as 580 gramas, e os machos até as 650 gramas.[2]
O roedor é solitário e noturno, vivendo uma vida arborícola. Nidifica em ocos de árvores, habitando principalmente em eucaliptos, e em espécimes de Pandanus durante o dia.[3] A espécie é muito territorial.[2]
Mesembriomys gouldii é uma espécie de roedor arborícola da família Muridae. Trata-se de um dos maiores muríneos encontrados na Austrália.
É endêmica do norte da Austrália, onde se encontra ameaçada de extinção por destruição de habitat e predação por espécies invasoras, particularmente gatos ferais.
Mesembriomys gouldii[2] är en däggdjursart som först beskrevs av Gray 1843. Mesembriomys gouldii ingår i släktet Mesembriomys och familjen råttdjur.[3][4] IUCN kategoriserar arten globalt som nära hotad.[1] Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.[3]
Med en kroppslängd av 25 till 31 cm, en svanslängd av 32 till 41 cm och en vikt av 650 till 880 g är Mesembriomys gouldii ett av de största råttdjuren i Australien.[5] På ovansidan förekommer grå päls som kan ha en brun eller rödaktig skugga. Vid slutet av den långa svarta svansen finns en vit tofs. Fötterna är svarta och vid varje öra finns en svart fläck på huvudet.[6] Dessutom har öronen en svartaktig färg.[5]
Arten förekommer med flera från varandra skilda populationer i norra Australien. Den lever i låglandet och i kulliga områden upp till 700 meter över havet. Habitatet utgörs av olika slags skogar som ofta har tät undervegetation.[1]
Individerna går på marken och klättrar i växtligheten. Boet ligger uppe i trädet. Dräktigheten varar 43 eller 44 dagar och sedan föds vanligen tre ungar.[1] Mesembriomys gouldii är aktiv på natten och vilar på dagen i trädens håligheter, i det täta bladverket eller under byggnadernas tak. Den äter främst frukter, blommor och andra växtdelar som kompletteras med några ryggradslösa djur. Honor kan vara brunstiga under alla årstider men de flesta ungar föds under den torra perioden.[6]
Mesembriomys gouldii är en däggdjursart som först beskrevs av Gray 1843. Mesembriomys gouldii ingår i släktet Mesembriomys och familjen råttdjur. IUCN kategoriserar arten globalt som nära hotad. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life.
Med en kroppslängd av 25 till 31 cm, en svanslängd av 32 till 41 cm och en vikt av 650 till 880 g är Mesembriomys gouldii ett av de största råttdjuren i Australien. På ovansidan förekommer grå päls som kan ha en brun eller rödaktig skugga. Vid slutet av den långa svarta svansen finns en vit tofs. Fötterna är svarta och vid varje öra finns en svart fläck på huvudet. Dessutom har öronen en svartaktig färg.
Arten förekommer med flera från varandra skilda populationer i norra Australien. Den lever i låglandet och i kulliga områden upp till 700 meter över havet. Habitatet utgörs av olika slags skogar som ofta har tät undervegetation.
Individerna går på marken och klättrar i växtligheten. Boet ligger uppe i trädet. Dräktigheten varar 43 eller 44 dagar och sedan föds vanligen tre ungar. Mesembriomys gouldii är aktiv på natten och vilar på dagen i trädens håligheter, i det täta bladverket eller under byggnadernas tak. Den äter främst frukter, blommor och andra växtdelar som kompletteras med några ryggradslösa djur. Honor kan vara brunstiga under alla årstider men de flesta ungar föds under den torra perioden.
Mesembriomys gouldii là một loài động vật có vú trong họ Chuột, bộ Gặm nhấm. Loài này được Gray mô tả năm 1843.[2]
Mesembriomys gouldii là một loài động vật có vú trong họ Chuột, bộ Gặm nhấm. Loài này được Gray mô tả năm 1843.
검은발나무쥐(Mesembriomys gouldii)는 쥐과에 속하는 설치류의 일종이다.[2][3] 나무 위에서 생활하는 수상성 동물로 오스트레일리아나무쥐속에 속하는 두 종의 하나이다. 오스트레일리아 북부 지역에서 발견된다. 오스트레일리아에서 발견되는 가장 큰 쥐과 동물 중 하나이다.[4] 엽식 동물이자 과식 동물이며, 흰개미와 연체동물 같은 무척추동물을 보조적으로 먹는다.
검은발나무쥐는 회색빛 갈색을 띠고, 털투성이 거친 털을 가지고 있으며 아랫배 쪽은 하얀 크림색이다. 뒷발은 검고, 발바닥이 잘 발달해 있고, 강하고 날카로운 발톱을 갖고 있다. 큰 귀와 끝에 흰 털을 가진 붓꼬리 형태의 긴 꼬리가 있다.[4] 몸무게가 최대 830g까지 자란다.[5] 키는 일반적으로 250~310mm이고, 길이는 320~420mm이다.[6] 분포 지역은 퀸즐랜드주의 케이프요크 반도 사바나 지역부터 서쪽으로 웨스턴오스트레일리아주 킴벌리 지역까지이다.[6] 열대 삼림 지역 또는 앞이 트인 숲이 나무쥐가 살기 적당한 서식지이다.[5] 분포 지역에서 흔하게 발견되지 않고, 최근 10년 간 개체수의 30~50%가 감소했다.[6] 개체수는 30,000마리로 추산된다.[6] 검은발나무쥐는 독거 생활을 하는 야행성 동물이고, 낮 동안에는 판다누스 나무 구멍 속에 몸을 감추고 나무 위에서 생활하는 수상성 동물이다.[5][6]
검은발나무쥐(Mesembriomys gouldii)는 쥐과에 속하는 설치류의 일종이다. 나무 위에서 생활하는 수상성 동물로 오스트레일리아나무쥐속에 속하는 두 종의 하나이다. 오스트레일리아 북부 지역에서 발견된다. 오스트레일리아에서 발견되는 가장 큰 쥐과 동물 중 하나이다. 엽식 동물이자 과식 동물이며, 흰개미와 연체동물 같은 무척추동물을 보조적으로 먹는다.
검은발나무쥐는 회색빛 갈색을 띠고, 털투성이 거친 털을 가지고 있으며 아랫배 쪽은 하얀 크림색이다. 뒷발은 검고, 발바닥이 잘 발달해 있고, 강하고 날카로운 발톱을 갖고 있다. 큰 귀와 끝에 흰 털을 가진 붓꼬리 형태의 긴 꼬리가 있다. 몸무게가 최대 830g까지 자란다. 키는 일반적으로 250~310mm이고, 길이는 320~420mm이다. 분포 지역은 퀸즐랜드주의 케이프요크 반도 사바나 지역부터 서쪽으로 웨스턴오스트레일리아주 킴벌리 지역까지이다. 열대 삼림 지역 또는 앞이 트인 숲이 나무쥐가 살기 적당한 서식지이다. 분포 지역에서 흔하게 발견되지 않고, 최근 10년 간 개체수의 30~50%가 감소했다. 개체수는 30,000마리로 추산된다. 검은발나무쥐는 독거 생활을 하는 야행성 동물이고, 낮 동안에는 판다누스 나무 구멍 속에 몸을 감추고 나무 위에서 생활하는 수상성 동물이다.