Jerboa's of springmuizen (Dipodidae) zijn een familie van knaagdieren uit de onderorde Myomorpha.
Jerboa's komen 's nachts tevoorschijn. Ze hebben lange achterpoten, die wel vier keer zo lang kunnen worden als de voorpoten. Met deze achterpoten bewegen de diertjes zich voort, door middel van kleine sprongetjes. De voorpoten worden gebruikt om voedsel vast te pakken. Jerboa's kunnen tot wel één meter hoog of drie meter ver springen.
De Jerboa komt voor in Noord- en Oost-Afrika tot Midden-Europa, Korea en Noord-Amerika. Ze leven voornamelijk in woestijnen, halfwoestijnen en steppes. Ze lijken wel wat op kleine kangoeroes door hun enorme achterpoten.
Jerboa's leven van zaden, groene plantendelen en insecten. Sommige soorten zijn gespecialiseerd in één van de drie diëten (bijvoorbeeld de grootoorspringmuis (Euchoreutes naso), die enkel van insecten leeft), anderen (bijvoorbeeld de paardenspringmuizen) hebben een gemengd dieet. Sommige soorten hebben een lange, ronde staart waarmee ze zich goed vast kunnen houden aan bijvoorbeeld halmen.
De leden van de familie variëren onderling sterk; daarom worden er vaak meerdere families erkend. Vooral de slingermuizen (Zapodinae, met de onderfamilies Zapodinae en Sicistinae) worden vaak als aparte familie gezien. Waarschijnlijk is deze groep echter niet monofyletisch.
Jerboa's zijn de nauwste levende verwanten van de muizen, ratten en woelmuizen, die samen met de jerboa's en enkele fossielen de onderorde Myomorpha vormen. Jerboa's stammen waarschijnlijk af van geslachten als Simimys en Elymys uit het Eoceen van Noord-Amerika en Azië. Ze zijn waarschijnlijk de enige vertegenwoordigers van de superfamilie Dipodoidea, waar soms ook Armintomys toe wordt gerekend, een Eoceen fossiel uit Noord-Amerika dat nauw verwant is aan de voorouder van de Myomorpha.
De familie omvat de volgende geslachten:
Jerboa's of springmuizen (Dipodidae) zijn een familie van knaagdieren uit de onderorde Myomorpha.